maandag 11 november 2013

Politiek

En zo begon afgelopen week de samenwerking tussen het Residentieorkest en het Rotterdams Philharmonisch met de Vijfde symfonie van Beethoven in de Haagse Anton Philipszaal.
Het 'enige politieke stuk van Beethoven' noemde Harnoncourt het stuk bij zijn masterclass in Salzburg, die ik vorige week meestuurde. Ik zou me kunnen voorstellen dat er aan de Derde en de Negende ook politieke aspecten zitten, maar Harnoncourt zal wel weten wat hij zegt.
De Haags-Rotterdamse samenwerking is in ieder geval door de politiek geïnitieerd, dus in die zin was het een toepasselijke keuze. Dat gold ook voor dirigent Jaap van Zweden, die hiermee terugkeerde op de bok waar hij jarenlang als chef dirigeerde.
Hoe de toekomst van deze samenwerking er ook uitziet- inmiddels uitgebreid tot een zestal instellingen, met beide conservatoria en concertzalen erbij - de media vonden het niet belangrijk genoeg om er speciaal aandacht aan te besteden.

In zekere zin is het ook een terugkeer naar vroeger tijden, toen de orkesten, ook bijvoorbeeld het Concertgebouworkest, regelmatig in elkaars series speelden. Dat ging dan vooral over moderne muziek. Maar het kon ook gebeuren dat Carlos Kleiber opeens in het Congresgebouw stond te dirigeren. Daar heb ik hem met het Concertgebouworkest in Beethovens Vierde en Zevende symfonie gehoord, waarvan diezelfde week in Amsterdam beroemde video-opnames zijn gemaakt.
Ik hoop dat het het begin is van een mooie samenwerking.
Wij zullen met het RPhO dit seizoen nog twee keer in de Philipszaal spelen, maar dat zou dan weleens voor het laatst kunnen zijn, wanneer de zaal gesloopt moet worden voor het nieuwe Cultuurpaleis.
Een tijdelijke zaal zal bij de Scheveningse haven gebouwd worden.

Maar havens, daar moeten wij ons als Rotterdams Orkest wel thuis gaan voelen.
Later deze week zitten we voor ons Blown Away avontuur in de Rotterdamse onderzeebootloods.
Ik ben er nooit geweest maar het schijnt al vaker voor culturele doeleinden gebruikt te zijn.
Het programma dat ons voorgespiegeld wordt ziet er zeker spannend uit. Een 'intensere samensmelting' in een 'rauwere omgeving' De geluidseffecten schijnen heel bijzonder te worden en voor ons en Yannick is het weer een aardig uitstapje naar ander publiek. Je kan je er met een bootje naar toe laten varen.


Met Yannick gaan we ook naar de havenstad aan de monding van de Neva, Sint Petersburg.
Het valt gelukkig buiten het Vriendschapsjaar, dat het KCO samen met de koning net in Moskou heeft afgesloten. Ondanks eerdere berichten zijn politieke acties uitgebleven. Wij komen gewoon met een dirigent die zich openlijk als 'gay' presenteert en spelen de volgende avond net zo graag met een dirigent die in dit verband de laatste weken voortdurend met Poetin geassocieerd wordt.
Het doet denken aan de keer dat we met Gergiev en Rattle naar de Proms gingen.
En misschien gaan we daar wel een record vestigen.
We spelen namelijk in allebei de nieuwe zalen die Valery de laatste jaren heeft kunnen laten bouwen, de Concertzaal van Mariinsky en Mariinsky II, de operazaal naast het oude gebouw, die nog maar net open is.
Met Valery speelden we tot nog toe in het oude Mariinsky (o.a. Mahler 6) en met Conlon speelde het orkest in 1986 in de Philharmonie, zodat we weleens het eerste Westerse orkest zouden kunnen zijn die in alle vier de zalen heeft gespeeld. Maar dat is maar een gok. Misschien is Gergiev er met zijn LSO ook al geweest.

De conclusie lijkt me wel gerechtvaardigd dat er geen stad ter wereld is die zo rijk gezegend is met mooie concert- en operazalen als Sint Petersburg, en dat dat voor een groot deel te danken is aan Gergiev.
Het lijkt me vanzelfsprekend dat daarvoor een goede relatie met de machthebbers onontbeerlijk is.
Hij kan op dit gebied resultaat boeken waar de hele Russische bevolking van kan profiteren, waarschijnlijk nog in lengte van jaren, terwijl je je af kunt vragen wat hij zou kunnen bereiken voor de homo's in zijn vaderland. En of pogingen in die richting, die door sommigen van hem worden verwacht, niet meer schade dan goeds op zullen leveren.
Politiek en kunst is niet altijd te scheiden, maar in dit geval lijkt me dat te prefereren.

vrijdag 8 november 2013

Luister-academie

Salzburg geldt sinds jaar en dag als een elitair festival.
Zeker in de tijd dat Karajan daar nog de scepter zwaaide.
Maar nog steeds worden hoge prijzen betaald voor een avondje Anna Netrebko, Jonas Kaufman of Riccardo Muti door mensen in dure kleren.
Gerard Mortier heeft wel wat losgemaakt, maar veel is ook bij het oude gebleven.
Wat niet betekent dat er geen interessante zaken plaatsvinden.


Zo kwam ik een aardige registratie tegen op Youtube van Die Schule des Hörens.
Als onderdeel van de Festspiele worden musici uitgenodigd nader op de muziek die ze spelen in te gaan.
In dit geval hadden ze Nikolaus Harnoncourt gevraagd de Vijfde van Beethoven te repeteren met het Simon Bolivar Youth Orchestra. Het orkest uit Venezuela waar Dudamel mee groot gegroeid is, en waar hij nog steeds aan verbonden is. Op de opnames zit hij vlak naast de dirigentenbok, zo te zien om zonodig de informatie voor de jongelui te vertalen.

Twee top-dirigenten naast elkaar is al een unicum.
Helemaal bijzonder is de verschijning van Maris Jansons die, (voor de goede kijker, zie foto bij de video), af en toe zichtbaar is onder het publiek in de zaal, precies tussen beide dirigenten op het podium in.
Ik herinner me dat Jansons ook nog weleens in de zaal zat tijdens repetities van Kurt Sanderling bij het Rotterdams Philharmonisch. Een bijzondere dirigent die elke gelegenheid om kennis en inzicht te vergaren aangrijpt.


En inzicht in de muziek biedt Harnoncourt zeker!
Niet iedereen zal het in alles met hem eens zijn, maar zijn kennis van de muziek in zijn tijd is enorm en hij weet het beeldend uit te leggen.
Zeer waardevol voor iedereen die iets meer van deze  'overbekende' symfonie wil begrijpen en beleven, bijvoorbeeld als voorbereiding van een van de concerten die Jaap van Zweden deze week bij het RPhO geeft.
Van Zweden heeft als concertmeester veel met Harnoncourt gespeeld en daar ongetwijfeld veel van opgepikt, en komt, uiteraard, weer tot een hele andere visie op het stuk:

En nog een laatste restje:

Ik vind het interessant hoe hij het orkest eerst het laatste deel laat spelen. Wij doen dat ook weleens, omdat dan de trombones eerder vrij zijn, maar hier biedt hij de musici een blik op waar de symfonie heen gaat. Het einddoel waar je je bij de openingsmaten al van bewust moet zijn.
Het belang van de toonsoort waarin de muziek is geschreven wordt door Harnoncourt op de juiste waarde geschat. Zijn verbeelding van een crescendo in de vorm van de hoorn vond ik ook leuk om te horen.
Kortom, het zit vol met intrigerende opvattingen en inzichten. Weliswaar ondertiteld maar niet in het Nederlands.

Ik kende het begrip Schule des Hörens nog niet.
Het lijkt op de Schule des Sehens, de cursussen in schilderen, of eigenlijk het leren kijken, die Oskar Kokoschka vele zomers in Salzburg gaf.
Over hem loopt momenteel een prachtige tentoonstelling in Boijmans, die ik van harte kan aanbevelen.
Misschien is die wel heel geschikt als voorbereiding op de concerten met de Zesde van Mahler die we begin december met Yannick geven.
Maar daarover later.

zondag 3 november 2013

Een bekende naam

En als we het toch over componisten hebben waarvan iedereen de naam wel kent, terwijl ze zelden of nooit in de programmering van het RPhO opduiken, zullen we er meteen nog één noemen.
Georg Philipp Telemann.

Paganini, over hem ging het de vorige keer, had een enorme invloed op het muziekleven van de 19e eeuw.
De invloed die Georg Philipp Telemann op het Duitse muziekleven van de 18e eeuw had is minder bekend, maar was misschien niet eens zoveel minder groot. Ik weet niet of er op dat gebied al veel onderzoek gedaan is. Een gezaghebbende Telemann-biografie ontbreekt nog.

Bij 'Telemann' wordt vaak gedacht aan de 'veelschrijver' van talloze sonates, kwartetten, concerten.
En inderdaad: hij heeft niet één Mattheus Passion gecomponeerd, maar zeker wel drie. Naast nog een hele serie andere passies en drie complete jaargangen cantates!
Misschien kan het de vergelijking met Bachs onovertroffen meesterwerk niet aan, maar het is schitterende muziek die waard is om gehoord te worden. Waarom niet eens een keer in de Doelen, of liever de Laurenskerk, in de lijdenstijd?
Het zal vast niet snel gebeuren. Men wil Bach horen, meelezen in het klavieruittreksel, en een traantje wegpinken bij het Erbarme dich.
En dat, terwijl Telemann in zijn tijd veel hoger aangeschreven stond.
Veel componeren hoeft niet vanzelfsprekend te leiden tot mindere kwaliteit.

Zo is er het bekende verhaal van de vacature in Leipzig aan de Thomaskirche. In 1723, toen de functie van Thomascantor vrij kwam, wilde men Telemann hebben. Hij had ooit in Leipzig gestudeerd, aanvankelijk rechten, en de mensen kenden hem en zijn muzikale kwaliteiten. Hij kwam solliciteren en kreeg de baan, maar trok zich uiteindelijk terug, toen hij in Hamburg, waar hij toen werkte, betere leef- en arbeidsomstandigheden kreeg aangeboden. Bach was eigenlijk pas derde keus. Hij bleek de beste die beschikbaar was en kreeg de baan, en bleef tot zijn dood in Leipzig.


Telemann volgde, veel meer dan de ouderwetse Bach, de ontwikkelingen van de muzikale smaak, die zich meer en meer op Frankrijk richtte, en wilde voor het theater componeren, wat hij in Hamburg volop gedaan heeft. Maar hij was ook gefascineerd door volksmuziek, zoals in veel van zijn muziek te horen is.
En hij moet een van de eersten geweest zijn die een muziektijdschrift publiceerde: Der getreue Music-Meister . Hierin verschenen allerlei stukjes voor uiteenlopende bezettingen, van eigen en andermans hand.
Ook van Bach.

Toegegeven, er is weinig binnen het oeuvre van Telemann dat zich op een orkestprogramma laat plaatsen, behalve wat instrumentale suites. En bij de soloconcerten zijn er natuurlijk mogelijkheden. Hier valt op voor welke excentrieke combinaties hij soms kiest, zoals een tripelconcert voor viool, trompet en cello, of een dubbelconcert voor twee chalumeau's (voorloper van de klarinet):
Maar hij heeft ook een Wassermusik gecomponeerd, een orkestsuite, net als Händel. Misschien iets voor de volgende Havendagen?

Deze week zullen we met Domestica Telemann weer wat onder de welverdiende aandacht brengen. Woensdag, in de Laurenskerk.
Met een kerkelijke en een humoristische cantate, een opera-aria, toneelmuziek, een kwartet, een dubbelconcert. En wat Johann Sebastian Bach. Die vergelijking kan zijn muziek best aan.
Ze waren bovendien ook bevriende collega's. Telemann was peetoom van Bach's tweede zoon, die daarmee ook zijn tweede voornaam kreeg: Carl Philip Emanuel Bach.

Stukje dubbelconcert: