maandag 18 mei 2015

Berlioz, Aboutaleb en Mahler

Afgelopen vrijdagavond was het de derde voorstelling van Cellini.
Daarna begint het weekend.
Vanaf elf uur, zeg maar, als het uitbundige applaus is weggestorven.
En het orkest is dan ook echt weer eens op een zaterdag en een zondag vrij.
Vrije dagen vallen vaker op een maandag.
Maar je hoort ons niet klagen.
Ook niet nu, tijdens een van de drukste periodes van het seizoen.

Die opera is een hele kluif, maar gaat steeds makkelijker.
Wel vol lastige noten, waarbij je voortdurend op je qui vive moet blijven.
Bovendien, als we het over werkdruk hebben, gaan we vroeg van huis en zijn laat terug.
En zo'n tripje tussendoor naar Parijs, zoals vorige week, is wel leuk, maar ook niet echt ontspannend.
Zeker niet na anderhalf uur wachten op Rotterdam CS, vanwege een defecte Thalys.

Deze week stond Mahler op het wisselmenu.
Die Tweede symfonie hadden we toch al een aantal jaren niet meer op de lessenaar gehad, en met alle toeters en bellen, trompetten en hoorns her en der buiten de zaal, communicerend via televisietoestellen, was de repetitietijd bepaald niet ruim bemeten.
We waren daaromheen gebonden aan de voorstellingen in Amsterdam en de datum van 14 mei, vanwege het bombardement.
De keuze van het stuk, 25 jaar na de legendarische uitvoering met Haitink, lag voor de hand.
Extra actualiteit bood het nieuwe stuk van de Componist des Vaderlands, Willem Jeths.
Helemaal nieuw was het niet, hoewel er wat details waren aangepast na de wereldpremiere eerder dit seizoen, maar wel voor ons orkest geschreven en met het bombardement als thema.
Vanuit de stilte na Jeths barstte Mahler los.

Zo werd Jeths een onverwacht mooie inleiding op Mahler.
Dat het hele programma zo sterk werd ingeleid door onze burgemeester, was misschien nog meer een verrassing. We kennen Aboutaleb als een sterke spreker, doorgaans zonder papier, en met een bijzonder gevoel voor kunst en taal, maar deze keer ging zijn vergelijking tussen vluchtelingen in 1940 en vluchtelingen in 2015 wel heel rechtstreeks naar het hart.
Vluchten is een recht!
Het was niet alleen voor het publiek een goede voorbereiding op de inhoud van de muziek.
De manier waarop hij ook bij ons musici een snaar wist te raken zal zeker zijn invloed op de intensiteit van de uitvoering hebben gehad.
Een burgemeester om te koesteren!

Ook over de samenwerking met dirigent Manfred Honeck, klonken veel positieve geluiden.
Hij brengt een Weense strijkerstraditie met zich mee, die hij vooral in het grazioso van het Ländler-thema in het tweede deel deed gelden.
De laatste keer dat hij ons orkest dirigeerde is alweer bijna twintig jaar geleden, maar een volgende gelegenheid laat vast niet zo lang op zich wachten.
Hij wees ons ook nog op een citaat uit Schuberts Unvollendete, die mij nooit eerder was opgevallen.
Er zit veel meer verleden in Mahler, zoals de invloed van Berlioz, waar ik nog op in had willen gaan, maar dan wordt dit verhaal te lang.

Beter afsluiten met de Ländler van Mahler. Bruno Walter, die zich na de oorlog al snel met de Weners had verzoend:





zondag 10 mei 2015

Bevrijding

Is er een nieuwe traditie geboren?
Het (gratis) Bevrijdingsconcert op een doordeweekse middag om 15.00 uur zat meer dan vol.
En er is nog een groot aantal mensen naar huis gestuurd.
Zelfs de trappen waren bezet.
Ik ken het fenomeen niet, maar er blijken in de historie van het orkest vaker bevrijdingsconcerten gegeven te zijn.
En die losse sfeer van mensen die zelf een plek zoeken, zelfs zonder zitplaats, doet ook aan vroeger denken.
Het repertoire was misschien niet echt met zorg gekozen.
Hoewel, de Vijfde van Tsjaikovski geldt als een somber stuk, maar eindigt in een stralend majeur.
Door de duisternis naar het licht.
Het moest gerepeteerd voor een concert in Parijs, dus waarom niet een presentatie voor eigen publiek. Hiermee hebben we afgelopen februari in Amerika triomfen gevierd, dus het zat nog goed in de vingers.
Een herhaling na een paar maanden kan dan nog voor een verdieping zorgen.
En herinneringen aan een succesvolle reis.
Op 4 mei was ik zelf op herhaling gegaan.
Naar de late Rembrandt.
Over het eerste bezoek had ik al bericht.
De zoektocht naar muziek in deze schilderijen heb ik dit keer snel gestaakt.
Er zit geen muziek in Rembrandt.
Rembrandt is een schilder van prachtige verhalen, de verteller van onuitgesproken teksten.
Het zou een mooi project op kunnen leveren als fantasievolle auteurs, die gevoelig zijn voor wat er in de schilderijen verwerkt zit, in die ongelooflijke gezichten, die sprekende ogen, die levende lichaamshoudingen, gevangen in hun beweging, zich laten uitdagen tot het uitspreken van die verborgen teksten.
 
Het Mauritshuis gaat volgende maand nog aan de slag met zo'n zeldzaam voorbeeld van muziek bij Rembrandt. Dan zou kunnen blijken dat die harpspelende David niet van de meester zelf is.
Die mogelijke conclusie is dan waarschijnlijk nog het minst interessante van de tentoonstelling.
Het zijn de vragen en gegevens die daaraan voorafgaan, die mij het meest interesseren.
Of ik die tentoonstelling ook vaker ga bezoeken, weet ik nog niet.
Over mijn ervaringen met de late Rembrandt op herhaling ben ik erg enthousiast. Verlost van de drang om niets te missen, want je weet inmiddels wat er is en waar het hangt, kun je de tijd nemen voor de onderdelen die je het meest intrigeren. En dan hoef je je niet te storen aan het grote aantal medebezoekers. Dat kan ik iedereen die er de gelegenheid voor heeft aanraden.
Een stukje Dodenherdenking passeerde ik op weg naar de Stopera bij het Weteringplantsoen.
Ik heb jarenlang daar om de hoek gewoond, maar het monument was me niet eerder opgevallen.
Toch zinvol om daar, op die dag even bij stil te staan.
Dertig helden uit de Tweede Wereldoorlog, gefusilleerd op 12 maart 1945, hebben daar een naam.
Op de Amstel wordt hard gebouwd aan een podium voor het Bevrijdingsconcert voor op televisie.
Maar wij moeten gewoon verder repeteren aan Benvenuto Cellini, een heel ander soort held.
De kunstenaar als held, waarbij Berlioz niet alleen de Italiaanse beeldhouwer, maar vast ook zichzelf op een voetstuk wilde plaatsen.
Bepaald geen muziek voor 4 mei.
Ik ben op tijd in Den Haag voor een voorstelling van een nieuwe opera van Caroline Ansink, Polen in plan Zuid. Een mooi concept met drie zangers en vier instrumentalisten en een zeer toepasselijk onderwerp voor deze gelegenheid.
We zijn om acht uur als publiek gezamenlijk stil. Best indrukwekkend zo, maar het werden wel meer dan twee minuten, want niemand hield de tijd bij.

Herdenken hoort voor mij misschien meer bij muziek dan feesten.
Meer bij klassieke muziek dan toch, meer bij de stilte daarvan.
Herdenken doen we komende donderdag met de Tweede symfonie van Mahler, 75 jaar na het bombardement op Rotterdam.En het zal worden voorafgegaan door een werk van de Componist des Vaderlands over datzelfde bombardement, Conductus.
Ook dan zal de zaal weer tot de laatste plaats bezet zijn.
 

zondag 3 mei 2015

Achtbaan

Het voelt als een achtbaan.
Je stapt er in, je wordt meteen gelanceerd, en stapt een paar uur later duizelig weer uit.
Soms krijg je even tijd, maar niet voor lang.
That's what we call opera.
Benvenuto Cellini heet de opera dit jaar, de componist Hector Berlioz.
Die kennen we wel.
Zijn Symphonie Fantastique hebben we al talloze malen uitgevoerd, waaronder gedenkwaardige concerten met Yannick (inclusief een cd-opname), Gergiev en Rattle.
En er gaat zelden een seizoen voorbij zonder een van zijn virtuoze ouvertures.
Zoals Benvenuto Cellini, en Le Carnaval Romain, die Berlioz later brouwde uit verschillende thema's van dezelfde opera.
Dat zorgt dan toch weer voor menig Aha-Erlebnis.
Maar de rest blijft fris en verrassend.
En verdraaid lastig, als je de excentrieke aanwijzingen van de componist serieus neemt.
En dat doet dirigent Mark Elder.
Sir Mark had ons al gewaarschuwd.
Een van de moeilijkste opera's uit het repertoire, volgens zijn inschatting.
Dat hadden we zelf ook kunnen weten, want we zijn met dit stuk ooit op reis gegaan.
In mei 1999 speelden we de opera concertant, met Gergiev in Amsterdam en de Londense Festival Hall. De solisten kwamen grotendeels uit de Kirov-stal, met een nog jeugdige en relatief onbekende Anna Netrebko als Teresa.
Veel tijd om van haar schoonheid te genieten hadden we niet, want de repetitietijd was, als gebruikelijk, beperkt gebleven en de uitgave waar we van speelden was een gloednieuwe Urtext-uitgave, de inkt nog nat, met alle versies (Parijs1, Parijs2 en Weimar) verenigd in een dikke partij.
Dat is smullen voor de liefhebbers van wetenschappelijk verantwoorde uitgaven, maar een jungle voor de praktische orkestmusicus, die in één oogopslag wil zien welke noten hij moet spelen.
Dit keer staat dezelfde editie op onze lessenaars, maar zijn de overbodige noten er grotendeels uitgeknipt. Dat levert hier en daar nog wel een chaotisch beeld op, maar daar is mee te werken.

Deze spectaculaire enscenering van regisseur Terry Gilliam, bekend bij de vele Monty Python liefhebbers, is dit seizoen al in Londen gegaan, maar met een andere dirigent.
Elder heeft zijn eigen keuzes gemaakt in de samenstelling van onderdelen uit de verschillende versies dus er moest nog tijdens de repetities flink geknipt, geplakt en gegumd worden.
Maar daar kunnen we dan ook even een paar weken mee vooruit.


Dat achtbaan-effect zal dan ook wel steeds minder worden.
Zo'n partij van een opera, dit keer toch ook weer over de honderd pagina's, heeft ergens ook iets weg van een stadsplattegrond. Als je een paar dagen ergens in een hotel zit komt zo'n kaart steeds meer tot leven en krijgt reliëf. Je leert waar je op moet letten en vindt de weg tenslotte bijna blindelings.
Met alle valkuilen die Berlioz voor ons in petto heeft.
En moderne effecten.
Cellini is een van de allereerste partituren waarin de basklarinet werd voorgeschreven.
Ook de ophicleïde, die de rol van de tuba op zich neemt, was nog betrekkelijk nieuw, maar zou vooral een Franse aangelegenheid blijven.
Maar ook voor ons cellisten had Berlioz iets nieuws bedacht: belletjes aan de sourdine. Verzin daar maar eens een praktische oplossing voor. Gelukkig heb ik creatieve collega's en waren er in de Stopera voldoende wasknijpers voorhanden. Het effect is bedoeld voor de scene waarin de buurvrouwen en dienstmaagden dreigen Fieramosco, de liefdesrivaal en artistieke concurrent van Cellini, in bad te stoppen: Ah! Maître drôle, ah! Libertin!
Tegelijkertijd moet de paukenist een stapeltje tamboerijnen op zijn paukenvel leggen, dus hoeveel van onze inspanningen in de zaal nog hoorbaar blijft is even de vraag. Maar geen moeite is ons te veel.

Komende week werken we naar de premiere toe, met tussendoor nog even een uitstapje richting Parijs.
Yannick is er weer en vergeet ook zijn Rotterdamse publiek niet: dinsdagmiddag een gratis Bevrijdingsconcert!