zondag 22 april 2018

Mineur

Wij gaan in mineur op tournee.
De lente mag zich dan laten bewonderen in zomerse temperaturen, het orkest rijgt de ene jubileumviering aan de volgende, met gisteren nog een spetterend gala, maar de toonsoort van het programma waarmee we de komende week Europa doorkruisen is f mineur.
Iets minder uitgesproken dan in een eerdere planning, toen Yuja Wang nog met Chopins Tweede pianoconcert op de rol stond. Rachmaninovs Vierde staat in g klein, toch aleer een hele toon hoger.
En wat maakt dat uit?
In vroeger tijden werden er aan toonsoorten karakters, gevoelsladingen toegekend.
Bij een bepaalde emotie hoorde een toonsoort en musici en luisteraars waren zich daar ook van bewust. Dat bewustzijn is grotendeels verdwenen, maar een hele avond in één toonsoort gaat ook ons tegenwoordig niet in de koude kleren zitten.
F klein staat voor: depressie, rouw, vertwijfeling, 'unaussprechlich tiefe Schwermut, Grab verlangende Sehnsucht' 'Grauen oder ein Schauder verursachen' , of volgens Grétry (1797) schrijft: la plus pathétique de toutes. In dat soort termen werd er over gedacht.
En het past natuurlijk naadloos op die Vierde van Tsjaikovsky, geschreven in emotionele nood na de dramatische vergissing van zijn huwelijk. Pathetischer dan de Pathétique. En Tsjaikovsky is wel gewend in mineur te schrijven en met veel mollen, zoals het overbekende Eerste pianoconcert in bes, of zijn laatste strijkkwartet in es, met wel zes mollen aan de sleutel.
En het valt misschien wel mee want de symfonie doorkruist nog talloze andere toonsoorten en eindigt gewoon in majeur. Juichend en uitbundig! In Yannicks versie houden we ons bepaald niet in, met wellicht een extra schrijnend effect.
Uitzonderlijker is de toonsoort voor Joseph Haydn.
Meer dan honderd symfonieën schreef hij, maar slechts een achttal in mineur..
En Haydn toont zich meer de meester van de beperking.
Elk deel in de hoofdtoonsoort, op een charmant Trio in majeur na.
Maar wat een drama! Het voelt als theatermuziek.
De ondertitel La passione suggereert de kerk, maar ik ga voor het operatheater.
De Scala  in Milaan bijvoorbeeld.
En daar beginnen we, als vitale honderdjarigen, onze tournee.
F mineur:

woensdag 11 april 2018

Now&Wow

Bij het programmeren van klassieke muziek is de actualiteit niet altijd makkelijk te vinden.
Dat hoeft misschien ook niet.
De uitvoering en de kwaliteit van het werk kunnen het een actualiteitswaarde verlenen.
Voor onze serie in de Laurenskerk hadden we dit seizoen het thema Vrienden gekozen.
Een tijdloos thema dat in de actualiteit rond Facebook misschien wat vervaagt maar des te belangrijker voor ieder persoonlijk is.

Drie schrijvers, of mag ik zeggen:schrijfsters, hebben het met een hele persoonlijke tekst ingevuld.
Sanneke schreef voor het concert van vanavond een indringend verhaal over een vriend van haar, Hans Merts. Hans moet dealen met de ziekte Parkinson en daar heeft hij zijn vrienden hard bij nodig.
Om een idee te geven:
Ik herinner me nog wel dat Sanneke met het idee kwam om hierover te schrijven.
We waren enthousiast, maar konden toen nog niet vermoeden hoe toepasselijk het verhaal zou worden voor 11 april, de geboortedag van Dr. Parkinson en Wereld Parkinson Dag!

Ook componist Hans Koolmees heeft zich met zijn gloednieuwe bijdrage bij het thema gevoegd: een swingende compositie voor twee violen en ensemble onder de titel: Now&Wow.
Dat verwijst naar een stukje Rotterdamse cultuurgeschiedenis waarin Hans Merts een belangrijke rol heeft gespeeld, de befaamde discotheek van Ted Langenbach.
Hoe actueel wil je het hebben?
En dan combineren we dat natuurlijk met oude muziek.
Telemann staat nog steeds centraal, maar wat in combinatie met Koolmees, en voor de sombere kanten van het thema, wel heel sterk werkt is de bewerking van een Lamento van Heinrich Isaac.
Hier het origineel:



dinsdag 3 april 2018

Vijf ballen

Al lange tijd schrijf ik programmatoelichtingen voor concerten van het orkest.
Niet veel, een paar per seizoen.
Net genoeg om een soort van routine te behouden, zonder dat het al teveel tijd gaat kosten.
Maar dat ik er meer uren in stop dan de meeste van mijn schrijvende 'collega's' lijkt me niet onwaarschijnlijk.
Die routine behouden is ook maar betrekkelijk, want tegenwoordig worden alle toelichtingen in een beperkte periode voor het hele seizoen verzameld.
Nu is de tijd voor seizoen 18/19 en is me gevraagd twee verhalen te schrijven.
De toelichting die ik voor de Achtste van Mahler voor afgelopen week gemaakt had is dan ook van meer dan een jaar geleden. Ik wist inmiddels niet goed meer wat mijn insteek was geweest, heb er altijd moeite mee mijn eigen teksten nog eens te gaan lezen, maar kreeg al wat positieve geluiden vanuit het publiek.
Of orkestleden de tekst gelezen hebben weet ik eigenlijk niet.
We hadden een drukke week en wie voelt zich dan geroepen zo'n toelichting op de website op te zoeken?
En als de concerten eenmaal afgelopen zijn is die daar ook niet meer te vinden.

Maar dan is het extra leuk om onverwacht een positieve waardering in de krant te lezen.
Peter van der Lint gaf niet alleen het concert in Trouw de hoogste waardering, vijf ballen, waarbij Yannick uiteraard en terecht veel lof kreeg toegezwaaid. Maar en passant werd zelfs mijn naam voor de toelichting en als lid van de cellogroep, voor de gelegenheid aangevoerd door Quirine Viersen, ook geprezen.
Ik heb mijn best gedaan en had een heerlijke week met partituur en dirigent, maar dat je dan als tutti-strijker op een meer dan overvol podium wordt genoemd is toch wel uitzonderlijk:
Ik denk dat er andere auteurs zijn die betere toelichtingen schrijven.
Maar ik vind het leuk om het af en toe te doen en denk dat het ook een meerwaarde heeft als musici zich hiermee bezig houden, zodat de muziek dan beschouwd wordt vanuit het gezichtspunt en met de ervaring van mensen die de muziek uitvoeren.
Dat maakt bijvoorbeeld ook zo'n boek over Bach van Gardiner voor mij extra waardevol.
Zonder me met zo iemand te willen vergelijken, natuurlijk.
En het is voor mij een manier om me op een onderwerp te concentreren, me niet te snel weer door iets anders laat afleiden. Het vergt discipline.
Sjostakovitsj 13 is een opdracht voor volgend jaar.
Het trekt misschien minder de aandacht dan Mahler 8 maar gaat zeker zo indrukwekkend worden. Zelden wordt het stuk gespeeld, ongetwijfeld vanwege het grote mannen(bassen!)koor, maar wat een ongelooflijk krachtige en originele partituur is dat!
Dat Yannick met Sjostakovitsj overweg kan heeft hij bij ons inmiddels wel bewezen, vorig jaar nog met een sterke Vierde, maar met deze Dertiende heeft hij zelfs bij de Berliner Philharmoniker zijn sporen verdiend.
Toen ook met onze Russische vriend Michael Petrenko, ongetwijfeld een ideale casting.
Kortom: kopen die kaartjes voordat het te laat is!
Ik ben nog aan het worstelen met een waardige toelichting. Hoe vertel je in minder dan duizend woorden wat voor meesterwerk destijds de machthebbers in het Kremlin tot in het diepst van de ziel geraakt zou hebben, als ze naar de premiere hadden durven komen.
En wie deze week nog wat mooie cellosolo's wil horen; Quirine Viersen zit er weer en behalve heerlijke romantische melodielijnen in de Zemlinsky laat zij zich horen in misschien wel de mooiste solo uit het repertoire, Brahms' Tweede pianoconcert.