zaterdag 28 januari 2017

Hamburg

Soms zijn er van die periodes dat er weinig tijd is of anderszins weinig ruimte om een bijdrage te schrijven op deze blog. Dan duurt het maar wat langer voor er weer iets nieuws te lezen is.
Dit is zo'n moment.
Maar ik kan ook niet de gelegenheid voorbij laten gaan om iets over een mooie nieuwe zaal te schrijven.
De Elbphilharmonie in Hamburg.
In de pers is het ruimschoots aan de orde geweest.
Maar daar ging het toch vooral over het geld wat besteed is: veel te veel. Daar waren allerlei redenen voor en ook dat kun je her en der nalezen.
En ondanks dat is de zaal er toch gekomen en is iedereen blij.
Het ziet er prachtig uit en ook de akoestiek moet heel bijzonder zijn.
Niemand minder dan Yasuhisa Toyota, de Japanse meester, de man achter successtories als de Suntory Hall in Tokyo, de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles en de Philharmonie in Parijs, heeft hier zijn stempel op gedrukt.
Niet iedereen reageerde enthousiast, overigens.
Te analytisch, niet warm genoeg.
Het zal ook uitmaken waar je zit, wat je ideaal is, en welke muziek er gespeeld wordt.
En daar was ik misschien nog wel het meest verrast over: het programma dat dirigent Thomas Hengelbrock voor het openingsconcert bedacht had.
Het begon 's avonds met een enkele hobo in muziek van Britten, Pan uit de Metamorphosen.
En de muziek vanuit een hoek van de zaal ging naadloos over in werk van Dutilleux.
Met B.A.Zimmermann, Liebermann en een nieuw werk van Rihm was de hedendaagse muziek ruim vertegenwoordigd, maar ook de oude muziek van Praetorius en De Cavalieri, een coutertenor en harp vanaf een ander balkon, werd niet vergeten. Met de bondskanselier geboeid op de eerste rij en het orkest met de nieuwe naam, NDR Elbphilharmonie Orchester, midden in de zaal op een ruim podium.
Juist dat aspect van innovatief programmeren, niet bang zijn voor nieuwe of heel oude muziek, er een zinvol geheel van te maken, vond ik erg hoopvol.
En ik hoop dat het, door alle aandacht die het op zo'n moment genereert, tot nieuwe initiatieven leidt, ook bij andere orkesten.
En ik kan niet nalaten om te zeggen dat het me ook wel deed denken aan de manier waarop we bij Domestica Rotterdam onze serie in de Laurenskerk programmeren.
Het concert is nog bij de NDR terug te kijken.
We hebben het geluk dat we binnenkort met het orkest de zaal met eigen ogen kunnen zien en eigen oren kunnen horen, als we op 15 maart als eerste Nederlandse orkest daar onze opwachting mogen maken. En het zal vol zitten, want alles is de komende maanden daar uitverkocht.
Voor was het altijd al leuk om naar Hamburg te gaan.
Een stad met een grote muziekhistorie, waarvan helaas weinig meer terug te vinden is.
Mendelssohn is er geboren en Brahms, Telemann heeft er zijn halve leven gewoond.
En zelfs voor Mahler is het een belangrijke stad geweest, waar hij zijn carriere als operadirigent begon. Er zijn plannen voor een Gustav-Mahler Museum in het Komponisten Quartier.
En dat brengt me op Henry-Louis de la Grange, die gisteren overleed.
Weinigen hebben zoveel betekend voor het onderzoek naar de muziek en de persoon van Gustav Mahler als deze aimabele Fransman
We mogen hem allemaal dankbaar zijn.


zondag 8 januari 2017

Amerika

Het gebeurt zelden dat de Verenigde Staten niet prominent in het nieuws aanwezig zijn, het nieuw beheersen, maar met de wisseling van president, en zeker deze overgang, is dat nog extra het geval.
Daar was ook al sprake van in de aanloop naar de verkiezingen, en bij Radio 4 hadden ze toen het originele idee om collega Randy Max aan het woord te laten over de muziek uit zijn geboorteland. In vier afleveringen vertelt hij met enthousiasme en kennis van zaken over een ondergewaardeerd deel van het repertoire. David Diamond, Walter Piston, William Schuman, allemaal componisten die zelden genoemd worden, laat staan op onze lessenaars komen.
Ik kan zijn verhalen van harte aanbevelen!
En komende week kan de liefhebber van Amerikaanse muziek in de Doelen zijn hart weer ophalen met Copland, volgens Randy degene die de Amerikaanse klank heeft ontwikkeld, en natuurlijk Bernstein.
Zijn Symphonic Dances behoren inmiddels tot het bekende repertoire. Terecht, maar ik verheug me vooral op de muziek uit Candide. De ouverture, die we wel eens spelen, smaakt zeker naar meer.en met Wayne Marshall wordt het zeker een feest. Hem hebben we de laatste jaren niet vaak gezien, maar ik herinner me nog goed de swingende uitvoeringen van Wonderful Town, een broadway-musical uit de 50-er jaren.


We zullen volgend jaar, in zijn honderste geboortejaar, zeker nog een heleboel van deze duizendpoot zien en horen. Als componist en als dirigent heeft Lenny een belangrijke rol gespeeld in het slechten van de grenzen tussen lichte en serieuze muziek. En als leraar heeft hij de klassieke muziek voor velen benaderbaar en begrijpelijk gemaakt.
In die rol wordt hij node gemist, maar heeft hij ons gelukkig ook nog veel te vertellen.
Wereldberoemd waren zijn Young People's Concerts met zijn New York Philharmonic.
Iedereen die tegenwoordig zich begeeft op het gebied van educatieve concerten zal daarmee vergeleken worden. En gelukkig zijn er nog tientallen afleveringen te zien op youtube.
Hoewel ze zeker een verouderde indruk maken, hoe kan het ook anders, is het de moeite waard om daar nog eens naar te kijken.
Zoals de opname van 1 februari 1958 over Amerikaanse muziek:
It's the accent that makes it different.
En: American music is wildly optimistic.
Wat wil je nog meer voor een nieuwjaarsconcert?
In de laatste tien minuten (het vierde fragment) zie je Aaron Copland zelfs nog als dirigent van zijn eigen symfonie.

Maar Bernstein heeft niet alleen met deze concerttoelichtingen de Amerikaanse jeugd bereikt.
In 1973 hield hij voor de studenten van het prestigieuze Harvard een reeks lezingen onder de titel The Unanswered Question. Het beluisteren hiervan, ook nog te vinden op internet, vergt iets meer van de aandacht van de luisteraar. Voor lezers - het is ook in boekvorm - met minder geduld is er nog een verzameling kortere essays uitgegeven, Findings.
Hierin komt ook Gershwin aan bod. Een verhaal over muzikale smaak die verandert, over componisten die in de mode zijn en weer uit raken. Gershwin wordt door de serieuze muziekkritiek niet eens genoemd (Bernstein schrijft dit in 1973). Toch geldt hij voor L.B. als een van de zeldzame, werkelijk authentieke genieën, die de Amerikaanse muziek heeft voortgebracht. In die zin vergelijkt hij hem zelfs met Mozart.
Wij openen de avond met zijn Cuban Overture, die Gershwin in 1932 in Havana componeerde.
Kleurrijke en swingende muziek, waarin de goede luisteraar hits als Echale Salsita en La Paloma kan herkennen. Hier een versie uit de jaren 30 van de grote Paul Whiteman: