dinsdag 28 december 2010

Publiek

Het was een mooi beeld wat Kees Hülsmann in zijn praatje bij het afscheid van Mieke Biesta en Zsofia Kiss schetste: 'De laatste bladzijde'.Gezeten vanuit het publiek kun je soms zien dat de musici hun laatste bladzijde omslaan. Zeker als de rechter pagina leeg is. En als de betreffende musicus veel noten te spelen heeft, weet je dan dat het bijna klaar is. Er zijn natuurlijk ook voorbeelden dat het begin van de laatste bladzijde al een half uur voor de slotnoot bereikt wordt, maar zelden bij de tweede violen, en zeker niet als ze de Notenkraker spelen.
En dat was afgelopen donderdag het geval.
Voor de liefhebbers is het concert nog te bekijken op de website van de AVRO, heb ik begrepen.

Maar dit was voor beide collega's natuurlijk een bijzondere laatste bladzijde; de laatste die ze in de Doelen voor het eigen publiek mogen spelen. De laatste van zeer velen, in meer dan 37 jaar. Moeilijk om voor te stellen hoe dat voelt, ik kijk er voor mezelf niet naar uit.
Het zou voor hen, met een dergelijke trackrecord, verdiend zijn om zelf de laatste bladzijde te mogen bepalen, maar zo werkt het helaas niet in het orkestbedrijf. Ver van tevoren wordt gepland, dus de keuzevrijheid voor de individuele musicus is beperkt. Je zou vast een mooie lijst kunnen samenstellen uit favoriete 'laatste bladzijden'. Misschien een item voor onze vernieuwde RPhO-website?

Ik begreep overigens dat Mieke en Zsofia dit seizoen nog wel onze opera-produktie meespelen en dat lijkt me qua repertoire en dirigent eigenlijk een toepasselijker afscheid. Der Rosenkavalier en Simon Rattle zijn belangrijke namen geweest in de geschiedenis van het orkest en de persoonlijke geschiedenis van beide musici.

Maar voor het eigen publiek gold vorige week als slotaccoord. En wat ik goed vond, en nooit eerder heb gezien, was, dat aan het publiek van die avond een papier werd uitgedeeld waarin het afscheid, met enkele persoonlijke woorden, werd aangekondigd. Het gebeurt zo vaak dat men wel iets ziet gebeuren op het podium, met bloemen enzo, maar niet precies weet waar het om gaat.
Een goed gebaar naar het publiek toe.
Een publiek wat, ook voor de politiek, de komende tijd alleen nog maar belangrijker wordt.  

zondag 12 december 2010

Bach

Het einde van het jaar is traditioneel de periode van de lijstjes, de overzichten, de scores.
Vorig jaar kwam The Gramophone met het beste orkest ter wereld, wat toevallig van Nederlandse bodem kwam. Nu hebben ze het beste koor bepaald. Geen Nederlandse koren in de top 20, wel Collegium Vocale uit Gent, die laatst met het RPhO in Mahler 2 schitterden.
En het Radiokoor uit Stockholm, die met ons het Requiem van Brahms zongen op het afscheidsconcert van Valery Gergiev (ook op dvd).
Van mij had het Omroepkoor er best in gemogen, maar die kennen ze vermoedelijk in het buitenland minder goed dan al die Engelse koren die op de lijst staan. Ik weet niet wat de minister en staatssecretaris morgen gaan voorstellen, maar misschien moet het koor de komende jaren wat vaker naar het buitenland reizen om haar internationale reputatie te versterken.

Bovenaan staat het Monteverdi Choir. De keren dat ik ze met John Eliot Gardiner heb gehoord was ik inderdaad diep onder de indruk. Niet alleen van hun koorklank, maar ook individuele prestaties in Mozart-opera's bijvoorbeeld, staan nog duidelijk in mijn geheugen gegrift. Zij hebben in 2000 een heel jaar aan Bach gewijd, een project om jaloers op te worden.
Want als er ooit één componist recht heeft op een eerste plaats, dan is het wel Johann Sebastian Bach. Niet alleen muziek van een ongelooflijke kwaliteit, maar ook met een louterende werking voor musici en luisteraars. En Gardiner kon zo een jaar lang in zijn huid kruipen, zijn keuzes als componist meevoelen. Wat moet dat met een mens doen?
Hij heeft beloofd er een boek over te schrijven. Ik ben heel benieuwd, en wil het zeker lezen.

Ik heb weleens gehoord dat Ivan Fischer Bach-motetten gebruikt tijdens de repetities van zijn Budapest Festival Orkest. Dat is wat onorthodox, maar ik kan me voorstellen dat dat voor de ontwikkeling en de klank, het  gezamenlijk ademen, van een orkest goed kan zijn. Ik denk niet dat Yannick dat in Rotterdam nog eens gaat introduceren, daarvoor ontbreekt doorgaans de tijd.

Pablo Casals, een van de allergrootsten in ons vak, begon de dag altijd met Bach. Ik heb weleens gedacht dat iets dergelijks op scholen ook niet slecht zou zijn, ware het niet dat niemand zal luisteren. Maar als het wel zou kunnen, vermoed ik dat het een positief effect op verschillende aspecten van een school zou kunnen hebben. Ik zou het de verschillende fracties in de Tweede Kamer aanraden, als moment van meditatie, voordat er belangrijke beslissingen worden genomen.
En de ambtenaren van OCW, inclusief de minister en staatssecretaris; elke ochtend verplicht een deeltje Wohltemperiertes Klavier voordat de koffie-automaat wordt aangezet.

Ze kunnen ook deze week naar de Doelen komen. Drie keer Bach op vrijdagavond. Een Vioolconcert, gereconstrueerd, een deel uit Musikalisches Opfer, prachtig geïnstrumenteerd door Webern, en de Tweede symfonie van Schumann. Romantische muziek natuurlijk, maar zo doordrenkt van de oude Bach. Vooral dat Adagio, een van de mooiste en gevoeligste delen die Schumann ooit voor orkest schreef, met een thema dat direkt uit Musikalisches Opfer komt.
Een avond voor Bach-liefhebbers. En wie is dat niet?

donderdag 2 december 2010

Laatste voorstelling

Bij theaterproducties, voor zover mijn ervaring strekt, wordt vaak geprobeerd om van de laatste voorstelling iets bijzonders, vaak ludieks te maken. Dat moet natuurlijk wel binnen bepaalde grenzen blijven want ook het publiek van die avond wil een optimale opvoering zien.
Vorige week hadden we met het orkest een serie van vijf RPhO-shows voor de basisscholen. Het was een reprise van vorig jaar, toen we het verhaal over Circus Rodolpho met een directeur (Remco Vrijdag), acrobaten, musici en een meisje wat de harten komt stelen, voor het eerst hebben gebracht. Een leuke en afwisselende voorstelling, met goede muziek van onder meer Kabalevski, Stravinsky en zelfs Sjostakovitsj. Ja, hij weer. Nu niet de zwaarmoedige sombere Sjostakovitsj, zoals hij ook altijd op foto's staat, maar de filmcomponist, humoristisch en effectief.
En Massenet met zijn beroemde, maar altijd weer ontroerende Méditation. Want het is tenslotte een violist, Bart uit België, die het hart van het meisje weet te veroveren en het circus redt. Wat de dikke tromboneclown en de dunne fluitclown niet gelukt is. Net zomin als Ronaldinho, die sneller xylofoneert dan zijn schaduw.
Want het mooie is dat in het verhaal de muziek en de musici alle aandacht krijgen.

Wat de dove of slechthorende leerlingen tijdens de laatste voorstelling daarvan hebben meegekregen, weet ik niet. Dat ze in de zaal zaten bleek uit de aanwezigheid van een doventolk, die, zo goed en zo kwaad als het ging, de tekst van de circusdirekteur in gebaren omzette. Dat was niet altijd eenvoudig. "Vannemedittum enne me dattum en vanneme zussem enne me zoüm." Maar zeker leuk om te zien hoe ze dat oplost.
Zo werd de laatste voorstelling inderdaad anders dan de andere. En kon de tolk niet verhinderen dat ze werd meegetrokken in het dansje voor de circusbruiloft (Hebben jullie dat wel eens meegemaakt, jongens en meisjes, lekkere ijsjes?).
Het dankbare publiek kon daarna nog laten horen hoe goed ze het circuslied, dat speciaal voor de gelegenheid is gecomponeerd, hadden ingestudeerd. Ook de juffen en meesters, en dat biedt weer hoop. Wat dat betreft heeft Rotterdam Zuid vorige week goed gescoord!

Merkwaardig toeval dat we juist in deze week het bericht kregen van het overlijden van een zeer dierbare collega. Mieke Bruijning, tweede violiste, heeft de lange maar ongelijke strijd tegen een slopende ziekte moeten opgeven. In een 'normale' week zouden we haar voor het publiek muzikaal herdacht hebben, maar bij deze show kon dat natuurlijk niet. Dat geeft een raar en ongemakkelijk gevoel, maar ook dat hoort bij dat merkwaardige vak van ons.