zaterdag 12 februari 2022

Salome 3

De première van Salome is geweest en succesvol volbracht. Ruim vierhonderd mensen in de zaal reageerden zeer enthousiast en de recensies zijn zonder uitzondering lovend. De vergelijking met de uitvoeringen in 2017, toen de enscenering van Ivo van Hove in première ging, werd uiteraard vaak genoemd. Met het KCO en Gatti in de bak moet dat een enorme gebeurtenis zijn geweest, maar blijkbaar bleef er dit keer nog veel van overeind. Zelfs zonder decors, bijna zonder acteren, minimale repetitietijd en orkestleden die om de haverklap vervangen moesten worden. 'Een intense voorstelling' schreef NRC, bij Trouw slaat hij 'in als een bom' en Operamagazine spreekt van een 'ijzingwekkende Salome'. Daar mogen we blij mee zijn in deze magere tijden.

Het was in ieder geval mooi om te merken hoe alles op zijn plek viel en hoe nuttig dan zo'n ervaren dirigent is. Cornelius Meister is sinds enkele jaren Generalmusikdirektor van de Staatsoper in Stuttgart en ik kan me voorstellen dat DNO na dit onverwachte debuut hem nog wel voor het een en ander zal willen strikken. Ook de zangers werden stuk voor stuk goed beoordeeld. Helaas zijn wij zelf tijdens de lugubere slotscene te druk bezig om Jennifer Holloway daar goed te volgen. Maar tegen die tijd staat ze al bijna een uur op het podium, vol afwisselende en uitdagende kunststukjes. Niet geregisseerd maar vol overtuiging. Voor Brian Mulligan maakte dat minder uit. Hij treedt vooral op als de stem van Jochanaan. Dus buiten beeld. Qua aanwezigheid op het podium, zeker ook als ze niet zong, was ik erg onder de indruk van Doris Soffel, blijkbaar een van de weinigen die er in 2017 ook al bij was. Het doet me weer een beetje terugdenken aan de ervaringen met Siegfried die we ook ooit tussen de zangers op het podium speelden en waar Graham Clarke als Mime je elke keer weer meevoerde het verhaal in. Stage presence in optima forma. 

De opstelling heeft niet alleen als voordeel dat wij de zangers kunnen zien, blijkbaar is het orkest ook in alle details bijzonder goed te horen, zonder de zangers te overstemmen. Wat wil je nog meer? Ik moet zeggen dat ik er een hard hoofd in had, maar ben toch blij dat het doorgegaan is. En we mogen nog twee keer. In het bescheiden programmaboekje, blijkt het verhaal van Alex Ross, uit zijn The rest is noise, passend als achtergrondartikel te zijn opgenomen. Tussen een eigen bijdrage van de componist en een passage uit de bijbel, Marcus 6. Het zijn tenslotte bijbelse tijden waarin het verhaal zich afspeelt.

Overigens zorgt Strauss er wel voor dat we in het orkest ook doordrongen raken van de karakters die aan het woord zijn. Of waarover gezongen wordt. De zeer onhandige heletoonstoonladders van de karakterloze Herodes zijn bepaald onaangenamer dan de rustgevende diatoniek van de strenge Jochanaan. Bij Herodias zijn het vooral van die gemene loopjes die even snel tussendoor moeten klinken. Het motief waarmee Salome haar opkomst heeft, wie eine verirrte Taube, zoals Narraboth zingt keert bij ons talloze malen terug, maar de kwint tussen de tweede en derde noot blijft een uitdaging voor de articulatie: 


Een mooi voorbeeld waar dit motief onverwacht in de violen opduikt is als Herodes tegen zijn vrouw verklaart dat hij voor niemand bang is. Al snel zal blijken dat hij doodsbang is voor overledenen, als die weer tot leven gewekt zouden kunnen worden, maar de muziek laat hier horen hoe zijn stiefdochter hem angst inboezemt. En daar zit de partituur vol mee. Dat wordt weer genieten vanavond!

zondag 6 februari 2022

Salome 2

 In Salome vallen best wat slachtoffers. Niet alleen Jochanaan, die onthoofd wordt. Het begint al met Narraboth, die het allemaal teveel wordt en de hand aan zichzelf slaat. Eigenlijk is het einde van de titelheldin minder duidelijk. Weliswaar zijn de laatste woorden, van Herodes, 'Man töte dieses Weib!' , zijn stiefdochter dus, maar wat zijn soldaten vervolgens doen is haar 'begraven onder hun schilden'. Je zou zeggen dat dat eerder een manier is om haar te beschermen of uit het zicht te brengen. Of toch zoals je ongedierte vertrapt? Zo klinkt het wel in het orkest, waar toonsoorten Cis groot en c klein heftig met elkaar botsen. En het zat ook al in de voorspelling van Jochanaan over de dochter van Babylon, oftwel Herodias, de moeder van Salome: 'sie werden sie mit ihren Schildern zermalmen!' . Alsof zij op deze manier moet boeten voor de zonden van haar moeder, die, als de woorden van de profeet kloppen, een liederlijk leven heeft geleid en met iedere stoere soldaat in haar omgeving het bed heeft gedeeld. Hoe zou haar leven na het slotakkoord verder gaan? Zonder dochter en waarschijnlijk verstoten door haar man. Of misschien ook gewoon ter dood gebracht. Is zij ook slachtoffer of vooral dader en aanstichter?

De slachtoffers op het podium kent iedereen uit het verhaal. Wat onvoorspelbaar blijft is hoeveel leden van het orkest, overigens ook op het podium, het einde van deze productie gaan halen. Ik heb nog nooit eerder meegemaakt dat er zoveel uitvallers zijn, elke repetitie weer. En een verrassing of en hoe die worden vervangen. Een groot avontuur. Niet alleen voor ons als uitvoerenden maar zeker ook voor het management. Maar het schijnt overal in de muziekwereld momenteel zo te gaan. Het is zeker heel wat waard om voorstellingen door te laten gaan, maar waar is de grens? We zullen er alles aan doen. En het maakt het ook wel weer bijzonder.

Met de première voor de boeg wordt voor mij steeds duidelijker waar de gevaarlijke passages zijn. Waar ik extra moet opletten. Op zangers, op collega's, op de dirigent en welk tempo hij kiest. Kansen genoeg om een verkeerde afslag te nemen, maar als je dat eenmaal een keer gedaan hebt ben je gewaarschuwd en onthoud je dat wel. Ik stel me voor dat je leven als nieuwkomer in een vast operaorkest er zo uitziet. Zeker als daar een systeem gehanteerd wordt waar elke week verschillende opera's van het vaste repertoire worden uitgevoerd, zoals in veel Duitse theaters. 

Hoe meer ik vertrouwd raak met mijn eigen partij hoe meer ik van de rest kan genieten. En dan valt bijvoorbeeld op hoeveel Strauss met zijn lage blazers doet. De heckelfoon, de lage hobo, zit vlak achter ons. We delen nog weleens eenzelfde melodie in hetzelfde register. Bij een enkele solo kun je het karakteristieke geluid goed horen, zoals wanneer Salome de wijn van Herodes afslaat: Ich bin nicht durstig, Tetrarch. De basklarinet is wat minder uitzonderlijk en heeft een wat grotere rol in de diepte, zoals wanneer Salome zich voorstelt hoe het beneden in de gevangenis is: in einer schwarzen Höhle. Maar het is vooral de contrafagot die opvalt met een paar uitgebreide passages in de schijnwerpers. De eerste keer aan het eind van de 3e scene, als Jochanaan weer naar beneden is afgedaald en voordat Herodes met zijn gezelschap naar buiten komt.  Hij speelt daar het motief van Salome zelf, waarmee de opera ook begon, maar dan heel laag. Strauss schrijft voor dat als de betreffende speler niet goed genoeg is het door de 1e fagot gespeeld moet worden. Dat gebeurt vast nooit meer, maar het zal dus wel lastig zijn. Een verkorte versie klinkt nog een keer als Salome het aanbod afslaat om op de troon van haar moeder te gaan zitten: Ich bin nicht müde, Tetrarch. En een afgeleide klinkt vlak voordat de beul zijn werk doet. Dat is ook een belangrijke scene voor de contrabassectie, te beginnen met een herhaalde hoge noot door één speler. De componist beschrijft hier precies hoe de klank gemaakt moet worden, tussen duim en wijsvinger. Een toon die 'dem unterdrückten Stöhnen und Ächzen eines Weibes ähnelt. Op dat moment staat Salome aan de rand van de cisterne te wachten totdat ze hoort hoe het hoofd wordt afgehakt: Es ist kein Laut zu vernehmen. Een geweldig effect van Strauss. Het zijn voor mij vooral de lage instrumenten die de bijzondere kleur van deze opera maken. Uiteraard ook als tegenstelling van wat er in de hoogte gebeurt. Schreckliches kann geschehn!





 

dinsdag 1 februari 2022

Salome

En dan was het uiteindelijk toch zover, hoe onwaarschijnlijk het ook lange tijd leek. Salome van Strauss bij DNO. Inmiddels wel met een andere dirigent en zonder de enscenering, maar de noten en de solisten blijven dezelfde. Drie uitvoeringen voor een paar honderd mensen zullen het worden, maar de samenwerking tussen Lahav Shani en Ivo van Hove is dus voorlopig helaas van de baan. Had interessant kunnen zijn. Gelukkig kan het orkest zich nu nog wel op de geweldige partituur van Richard Strauss storten. Hoe leuk en uitdagend dat voor ons is heb ik al kort proberen aan te geven in mijn laatste column voor Intrada. Ik zal ook nog een poging doen dat hier nader toe te lichten. 

Hoe uniek het idioom van Strauss is kennen we natuurlijk uit zijn symfonische gedichten, hoewel we die de laatste jaren wat minder vaak lijken te spelen. Twee van de sterkste wat mij betreft, Don Juan en Till Eulenspiegel, lijken alweer een eeuwigheid geleden. Relatief recent dan weer waren de opera's Der Rosenkavalier met Rattle bij DNO en Die Frau ohne Schatten met Yannick op tournee. Opera spelen, concertant of scenisch, is natuurlijk nog iets anders dan het symfonische werk, maar bij Strauss raakt dat elkaar ook wel weer. De opera's voelen heel symfonisch van opzet en in de symfonische gedichten worden bij uitstek verhalen tot klinken gebracht en becommentarieerd. 

Het orkestaandeel bij Salome zit zo vol met details, met verschillende stemmen en talloze instrumenten, zoals een heckelfoon, orgel, harmonium en celesta en talloze slagwerkinstrumenten, dat je nauwelijks van een begeleiding kunt spreken. Een van de grootste uitdagingen is dan ook om dat allemaal tot klinken te brengen, met de benodigde uitdrukkingskracht en toch de zangers niet te overstemmen. Dat is nog extra lastig aangezien we geen operaorkest zijn, als orkest in deze corona-tijden minder samen spelen en de akoestiek in het Muziektheater nog moeten leren kennen. We zitten nu niet in de bak, zoals gewoonlijk, maar op het podium, waar ze voor de projectie een nieuwe houten wand om ons hebben gebouwd. Dat zou best eens mooi kunnen gaan werken.

Wat meteen opvalt als je de cellopartij bekijkt is het grote aantal aanwijzingen dat je moet lezen. In de eerste plaats natuurlijk de noten, de dynamiek en het tempo. Daarnaast heeft Strauss heel specifiek bedacht welke noot door welke cellist gespeeld moet worden, uitgaande van vijf lessenaars met tien cellisten. De aanvoerder heeft een groot aantal passages alleen te spelen, maar ook de achterste lessenaar krijgt hier en daar een eigen rol. Gelukkig zijn er verschillende partijen voor de eerste twee en voor de laatste drie lessenaars, maar het blijft opletten om de juiste noten uit het aanbod te kiezen. Het toont de grote kennis en subtiliteit waarmee Strauss zijn orkest inzet. En er zijn passages waarin ik zijn achterliggende gedachten niet helemaal kan volgen, zoals wanneer een enkele concertmeester als enige een melodie een octaaf lager met de rest van de violen meespeelt. Zou dat effect te horen zijn? Waar we heel druk mee zijn is het, soms in grote haast, op en af zetten van de demper. Dat is me nog niet foutloos gelukt.

Maar de partij staat ook vol suggestieve aanwijzingen die ongebruikelijk zijn. Zoals hierboven, redelijk aan het begin van de opera, waar we van een hoge naar een lage noot moeten glijden. Glissando is dan een gebruikelijke term, die hij elders wel gebruikt, maar bij Strauss wordt het hier herunterschleifen en nog specifieker: heulend. Enig acteerwerk in klank wordt er van ons gevraagd. Het is het moment dat het geruzie van de Joden over hun geloof vanuit de feestzaal even hoorbaar wordt. Een thema van Jochanaan, dat we al vaak gespeeld hebben, moet ineens stolz klinken als hij Salome, die hem wil aanraken, afweert: de vrouw heeft ooit het kwaad in de wereld gebracht. En daar zal deze jonge vrouw nog een behoorlijke portie aan toevoegen.
Verderop kom ik nog de aanduiding wiegend tegen, als Herodes over zijn edelstenen zingt, maar dat blijkt in de partituur vooral voor de dirigent te zijn, die dit overigens met een knipoog de 'juwelenaria' noemde. Een enkele drukfout hebben we er ook nog uit kunnen halen. Voorlopig zal het proces vooral nog zijn te zorgen dat je je eigen noten op het juiste moment en met de juiste expressie kunt plaatsen en dan langzaamaan het verband met alles wat er verder omheen gebeurt gaan meevoelen. Dan wordt het leuk. Dan wordt het theater.

De trailer van de productie de vorige keer: