zondag 25 november 2012

De tijdgeest

We zijn allemaal een kind van onze tijd.
Wie kan zich voorstellen hoe er over vijftig jaar naar de jaren 2010 gekeken wordt?
Of hoe er tegen die tijd wordt gemusiceerd?
Zouden er nog veel orkesten over zijn?
Het lijkt er sterk op dat dat aantal internationaal de komende jaren flink gaat dalen.
En als dat zo is, komt daar dan iets moois voor in de plaats?



Symfonische orkesten zullen met hun tijd mee moeten gaan en het publiek moeten blijven aanspreken en aantrekken. Daar wordt veel over nagedacht en mee geëxperimenteerd.
Ook bij ons in Rotterdam zullen zeker in de nabije toekomst nieuwe concertformats worden gepresenteerd.
Een opvallende noviteit in het functioneren als orkest kwam onlangs uit Brussel, waar ze de bladmuziek overbodig willen maken en langzaam aan overstappen op de tablet, in dit geval de Samsung Galaxy Note 10.1: http://blogs.bibliotheek.rotterdam.nl/blog/muziek-maken/orkest-ruilt-bladmuziek-voor-tablet
Ik kan me voorstellen dat daar toekomst in zit, hoewel er nog wel wat hobbels genomen moeten worden.
Wat je gaat missen is een ontmoeting met het verleden, de musici die eerder hun aantekeningen hebben achtergelaten in de partij. Niet alleen vingerzettingen, maar ook humoristische opmerkingen, of jaartallen en dirigentennamen van concerten.
En hoe langer je in het orkest zit, hoe vaker je je eigen handschrift weer eens tegenkomt.
Dat zal dan verdwijnen.

Hoe snel ontwikkelingen gaan, merk je ook aan de omgang met oude muziek.
Brahms zal op een heel andere manier met Bach omgegaan zijn, dan Webern of Casals, en hoe zal Beethoven Das wohltemperierte Klavier gespeeld hebben?

Een dergelijke confrontatie met de tijdgeest had ik gisteren bij het zoeken naar opnames van een concert dat ik woensdag in de Laurenskerk ga spelen (www.domesticarotterdam.nl); Vivaldi's dubbelconcert in d, het voorlaatste uit zijn opus 3, L'estro armonico.
Het zal bij ons geen hele 'authentieke' uitvoering worden, we spelen op moderne instrumenten, maar de ontwikkelingen van de laatste decennia zijn natuurlijk niet aan ons voorbij gegaan.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik moeite heb met opnames van befaamde ensembles als Saint-Martin-in-the-Fields of I Musici, terwijl ik daar vroeger van smulde.
Maar curieus wordt het om te luisteren naar grootheden als Willy Boskovski, in 1964 concertmeester van de Wiener Philharmoniker:



Of nog anders die van Toscanini, die hele orkestgroepen inzet om de solopartijen te spelen:

Grote musici, maar met deze muziek op dit moment moeilijk te verteren. Tempo is te laag, elke noot wordt vol gevibreerd.Toch was dat ooit de standaard en zullen latere generaties hun vraagtekens bij onze uitvoeringspraktijk zetten.
Nog eentje van Nathan Milstein, waarbij de cello, toch de derde solopartij volledig wordt ondergesneeuwd:
En Milstein staat hoog op mijn lijstje van 'grote violisten'.
De TIJDGEEST....

Ter compensatie dan maar even een 'moderne'opvatting:
 met onze landgenoot Jaap ter Linden in de cellopartij.
Geniale onverwoestbare muziek!

woensdag 14 november 2012

Bach in de finale

De afgelopen weken heb ik me voornamelijk bezig gehouden met oude muziek.
Dat doen we meestal wel, als orkestmusici, maar nu was het echt oud.
Veertiende-eeuws zelfs, met stukjes Landini.
Maar ook de eerste helft van de achttiende eeuw van Vivaldi valt meestal buiten het het repertoire dat we in het orkest spelen.



Het najaar is, inmiddels al bijna traditioneel, het seizoen dat we met Domestica Rotterdam onze serie Lof&Lust in de Laurenskerk spelen.
Dat betekent doorgaans tot op het laatste moment passen, meten en schuiven met muziek en tekst totdat alles werkt.
De komende twee weken betekent dat nog veel Vivaldi (zie: http://www.laurenskerkrotterdam.nl/programma/agenda/punt/247/).
En tegelijkertijd moeten we ook plannen maken voor volgend jaar, om weer op tijd alles rond te krijgen.
Het thema hebben we inmiddels bepaald, we stappen af van Italië, maar het vergt nog vele uren luisterplezier voordat we componistennamen kunnen noemen.

Dan besef je ook meteen hoeveel makkelijker die research de laatste jaren geworden is.
Hoeveel partituren kun je niet op internet vinden, tot aan de oude handschriften en eerste drukken toe, om maar te zwijgen van de geluidsopnames op Spotify en Youtube.
Een interessant studie-object voor later: de invloed van internet op de programmering van klassieke muziek.



In de negentiende eeuw was dat een ander verhaal.
Johannes Brahms was zo iemand die zich verdiepte in de oude meesters, waarvan hij vooral als koordirigent ook veel uitvoerde. Beethoven wordt altijd genoemd als zijn grote voorbeeld, zijn Eerste Symfonie wordt ook wel de Tiende van Beethoven genoemd, maar Johann Sebastian Bach moet zeker zo belangrijk zijn geweest.
Aanvankelijk was veel van zijn muziek nauwelijks toegankelijk totdat de Bach-Gesellschaft in 1850 werd opgericht. In een halve eeuw zou het complete oeuvre bij Breitkopf&Härtel worden uitgegeven, waarvan Brahms niet alleen abonnee was maar later ook lid van de redactie.
In de periode dat cantate nr. 150 ( Nach dir, Herr, verlanget mich) uitkwam zat Brahms midden in de compositie van zijn Vierde symfonie. Het thema van het slotkoor (Meine Tage in dem Leide), een chaconne, nam hij als basis voor de finale van zijn symfonie, die de vorm van een passacaglia kreeg.





Ik moet eerlijk zeggen dat ik het verschil tussen beide vormen niet goed kan maken. In beide gevallen is sprake van een serie variaties op een baslijn.
En heel hoorbaar is het verband tussen beide stukken misschien niet.
Maar ik vind het wel zinvol dat beide stukken deze week samen in één programma klinken.
Ook zo'n prachtige fluitsolo in de finale moet geïnspireerd zijn op het voorbeeld van de Thomascantor.
Die blik in de richting van oude muziek en contrapunt zie je ook bij de late werken van Mozart en Beethoven, die dan fuga's gaan componeren. Schubert nam zelfs in zijn laatste levensjaren nog les.
Bij Brahms zit Bach ook al in de DNA van zijn vroege werken. De Eerste Cellosonate bijvoorbeeld, met zijn   fugatische finale, of het Eerste Pianoconcert.
Het is wel steeds het laatste deel. Zou daar een betekenis achter zitten?