zondag 27 mei 2018

Tussen Milaan en München

We zijn alweer een tijdje terug van onze reis en wat valt er eigenlijk over te melden?
Er ging een filmer mee die elke dag een aardig item voor de achterblijvers maakte, en de recensies staan inmiddels ook online dus kunnen we over tot de orde van de dag.
De orde van DNO, inmiddels, met komende week de premiere, maar daarover later meer.

Ik denk dat we tevreden kunnen terugkijken op de concerten.
En elke stad had zo zijn aantrekkelijke kanten en mooie momenten.
Zo'n Scala in Milaan ademt een flinke brok geschiedenis. Natuurlijk de voetsporen van legendarische zangers, regisseurs en dirigenten, maar voor mij in de eerste plaats toch Verdi. En die kon ik deze reis verbinden met die andere operagigant, Mozart in München: het Cuvilliés-Theater, waar ooit de Idomeneo werd gecreëerd.
Daar hebben we weliswaar niet gespeeld, maar ik kon er wel in om een idee van de omstandigheden te krijgen. Uiteraard heeft het de Tweede Wereldoorlog niet overleefd.
Terugkijkend blijkt de reis voor mij in het teken van de verbinding te hebben gestaan.
Een tournee werkt eigenlijk altijd verbindend, binnen het orkest, maar dat was hier tussen Yannick en ons zeker ook weer het geval. Op het podium leverde de communicatie steeds mooiere momenten op, met als hoogtepunt waarschijnlijk Wenen, of toch München. En in een tijd dat we bijna afscheid van hem gaan nemen is dat een belangrijke constatering. Een afscheid dat geen afscheid is. Want we gaan hopelijk nog jaren met elkaar door. Er staat een mooie tournee in augustus en een prachtig programma volgend jaar maart. Zorg dat je op tijd kaarten hebt!
Ook mooi was de vertoning van de film Yannick in Parijs waar 'ons' theater en onze ambassade een feestje voor het honderdjarige orkest hadden aangericht. Een verbinding om te koesteren.
Daardoor hadden we in Parijs een dag extra en vond ik de moed om weer eens de mensenmassa in het Louvre te trotseren. Met een paar specifieke doelen. Die leken alweer deels in het water te vallen toen suppoosten me verzekerden dat de vleugel met Noord-Europese schilderkunst die dag gesloten was. Dat bleek gelukkig mee te vallen, maar eerst stonden er een paar Italianen op het menu: Mantegna en Piero della Francesca. Piero volg ik al jaren, sinds begin jaren 90, toen een vakantie in de buurt van Arezzo een rijke oogst opleverde. En Rimini verlaat ik nooit zonder even langs de Tempio Malatestiano te lopen. Dan verbaast het me telkens weer hoe weinig mensen zich op dat moment aan die sublieme kunst laven. Niet beroemd genoeg. Dat was zo bij het altaarstuk in de Brera in Milaan, die natuurlijk niet op maandag, maar wel dinsdagochtend vroeg openging, en dat was zo bij het krachtige portret van dezelfde Malatesta uit Rimini in het Louvre.
Dan kun je ongestoord een kwartier voor een schilderij blijven staan. Heerlijk. En met de luxe van deze reis om verbindingen te leggen, met overal orachtige musea. Caravaggio, sinds vorig jaar Napels toegevoegd aan mijn favorieten, maakte op mij meer indruk in Milaan dan in Parijs, maar fascineert steeds door zijn directheid, zijn contact met de onderkant van de samenleving en met de onderbuik. Rubens is een nieuwe liefde. Een onverwacht kado was een hele zaal in het Louvre - toch niet afgesloten - met meer dan twintig schilderijen voor Maria de Medici. Wat een energie, fantasie en kleurenrijkdom! En rust. Iedereen in het Louvre lijkt alleen maar geïnteresseerd in Da Vinci en zijn Mona Lisa. En dan vooral om op de foto te zetten. Dat is dan wel weer ontluisterend.
Later in de Alte Pinakothek in München, als verrassing en kers op de taart, bleken studies voor de cyclus te hangen.
Waar ik wel weer op voorbereid was: twee geschilderde zelfportretten van Dürer. En in de juiste volgorde. Eerst de versie uit 1493 met distel. Baanbrekend in die tijd. Een jonge twintiger. En dan dat Jezus-portret uit 1500, frontaal, intrigerend in alle details. Waar zou dat zelfbewustzijn vandaan komen?
Rembrandt kwam dit keer wat minder aan bod dan anders.
Maar natuurlijk ben ik zaterdag wel vanuit het Muziektheater naar de Hermitage gelopen om de nieuwste aanwinst met eigen ogen te zien. Een prachtig verhaal, en dan nog wel van een Six.
Maar bij het zien kon ik me ook wel voorstellen dat niet iedereen deze als Rembrandt heeft herkend. Hoe mooi hij in veel opzichten ook is. Kwaliteit herkennen is geen sinecure.
En dat geldt natuurlijk ook in ons vak.