zaterdag 20 november 2010

Don Carlo

Gesualdo, of voluit 'Don Carlo Gesualdo di Venosa' was voor mij tot nu toe niet veel meer dan een naam uit de geschiedenisboeken. Een adellijke componist die zijn vrouw en haar minnaar vermoord had. En Strawinsky had er weleens wat mee gedaan. Zijn Monumentum pro Gesualdo ging, als ballet van Balanchine, precies vijftig jaar geleden in premiere, om de vierhonderdste geboortedag van de componist te vieren.
Hoog tijd voor de 450 dus!

Probleem is dat geboortejaren uit die tijd zelden betrouwbaar zijn, dus kunnen we nog een paar jaar doorgaan met die 450. Tot 2013, dan is hij 400 jaar dood.

Welk jubileum dan ook, woensdag klinkt er volop Gesualdo in de Laurenskerk. Hij schreef zijn madrigalen meestal voor vijf vocale stemmen, maar Jan Willem Nelleke heeft er een paar op een stijlvolle manier voor strijkorkest omgewerkt. Die vormen een belangrijk, en voor vele ongetwijfeld verrassend, onderdeel van onze laatste aflevering van Lof&Lust( http://www.laurenskerkrotterdam.nl/?fId=262&uId=2955). Vooral  'Moro lasso' is een klein wonder!
En dan blijkt dat oude muziek ook heel modern kan klinken. Vol chromatiek en extraverte contrasten. En dat het even duurt voordat we tot de kern kunnen doordringen.

Maar velen zijn ons voorgegaan. Niet alleen Stravinsky, maar ook Louis Andriessen en Jan van Vlijmen, Peter Maxwell Davies, Brett Dean, Ligeti en Schnittke. Dalbavie voltooide onlangs een opera over hem. Pollini speelt zijn muziek in zijn recitals. Abbado organiseerde een Gesualdo Festival en werd zo beïnvloed door de muziek dat hij sindsdien anders tegen de bekende meesterwerken van Bach en Mozart aankijkt. Allemaal gefascineerd door de figuur en de muziek van Gesualdo.

Zo'n fenomeen verdient een meer prominente plaats in onze muziekcultuur en ik ben blij dat we daar met Domestica, op onze eigen manier, een kleine bijdrage aan kunnen leveren.
Misschien vindt deze muziek ook nog weleens een plaats binnen de programmering van het RPhO.

Voorlopig houdt Yannick zich intensief met een andere Don Carlos bezig.
Maandag dirigeert hij de premiere van een gloednieuwe produktie aan de Met van Verdi's vijf-akter.
Ook Italiaanse muziek, ook met een hele eigen kleur, een unieke 'tinta', maar veel bekender dan die andere Don van Venosa.
We wensen hem veel succes.

maandag 15 november 2010

Revolutie

Het lijkt erop dat vandaag de dag de afstand tussen klassieke muziek en steeds groter wordt. Terwijl belangrijke politieke omwentelingen in het verleden vaak verbonden zijn met opera's en symfonieën.
Alleen al de onafhankelijk van België, de tien-daagse veldtocht, begon met een avondje in de opera. Het was een uitvoering van La Muette de Portici van Auber op 25 augustus 1830 die de opstand ontketende. Zo stom was dat vissersmeisje dus niet, want de vlam sloeg behoorlijk in de pan.
Voor de bestorming van de Bastille was geen opera nodig geweest, maar in de jaren die erop volgden was zeker behoefte aan muziektheater om de strijdbare idealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap uit te dragen. De grote Franse namen waren toen Cherubini, Grétry en Méhul. Tegenwoordig net zo onbekend als Auber, maar voor Beethoven vormden ze een belangrijke bron van inspiratie. Niet alleen zijn Fidelio, maar ook zijnVijfde symfonie is zonder deze Franse voorbeelden ondenkbaar.

Alleen al daarom was het opmerkelijk nieuws dat de Vierde van Méhul afgelopen week in Londen in premiere ging. Niet helemaal premiere, want het stuk is in 1810 wel een keer uitgevoerd maar vervolgens verdwenen. Totdat iemand in 1979 een stapel partijen vindt in de bibliotheek van het Orchestre de Paris. Hij stelt een partituur samen en constateert dat hij een voorganger van de Symphonie Fantastique heeft ontdekt.
Je kunt je afvragen waarom het dan nog zo lang moest duren voordat het werk in Londen werd uitgevoerd.
Bovendien lijkt het erop dat het stuk wel in 1992 in Lissabon is opgenomen. Telt dat dan niet?
Volle zalen trek je er niet mee, maar toch is het wel interessant om te horen wat er in die woelige tijd geschreven is, wat de omgeving was van genieën als Beethoven en Berlioz.

Komende week gaan we een andere revolutie herdenken. Sjostakovitsj wijdde zijn Elfde symfonie aan de gebeurtenissen van 1905, de zogenaamde Eerste Russische Revolutie, die nog niet erg succesvol was en vele slachtoffers geëist heeft. Hij componeerde het in 1957, niet vijftig jaar na 1905, maar veertig jaar na 1917. En één jaar na Boedapest, het neerslaan van de Hongaarse opstand, als de Sovjet Unie, na de dood van Stalin, haar ware gezicht laat zien. Het zit allemaal in de muziek, in die zin actueel en belangrijk om te worden gespeeld en gehoord. Socialistische liederen, muziek van de revolutie klinkt in de muziek door. Eenvoudig en strijdlustig. Maar het waren ook de liederen die de gevangenen in de goelag zongen. Dat dubbele hoort bij Sjostakovitsj.

Het zullen geen vrolijke concerten worden deze week. Of het zou moeten zijn vanwege Simone Lamsma, een viooltalent waar we in Nederland trots op kunnen zijn.