Het concert van morgen, 440Hz met Mahler-bewerkingen van Beethoven en Schubert, was een gelukkige aanleiding om weer eens in de platenkast te duiken en een oude geliefde terug te vinden.
Tussen de fans van Heifetz, Kreisler, Oistrach en Menuhin, die ik alle vier enorm bewonderde, had ik zelf lange tijd een eenzame voorkeur voor Adolf Busch. Geen violist die indruk maakte met zijn virtuositeit of een gouden toon, maar er was altijd een soort vanzelfsprekendheid, van 'zo moet het' met af en toe een magisch moment. Inzicht in de structuur van een stuk zonder behoefte om te epateren.
Ik concentreer me nu vooral op de Schubert, ' Der Tod und das Maedchen' en raak gefascineerd door zijn rubato-spel en variëren van tempo.http://www.youtube.com/watch?v=p8ilcLpI9LE . Die vrijheid is zeker lastiger te bereiken met een strijkorkest maar iets daarvan moet kunnen lukken. Kavakos heeft op dat vlak als dirigent een paar weken geleden bij het Philharmonisch ook meer bereikt dan ik had verwacht. Het zijn de meesters waar we van kunnen blijven leren en ons door kunnen laten inspireren. Een paar extra porties Busch de komende tijd zullen zeker geen kwaad kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten