We hebben de symfonie met Yannick nog niet zo lang geleden voor DG op cd gezet.
Die opname maakte vooral juichende recensies los (this is without question one of the finest Pathétiques to have come my way in the last 30 or so years. Gramophone) .
En we hebben het natuurlijk met Gergiev gespeeld, hoewel pas tijdens het Festival in 2004.
Maar ook Haitink en Saraste hebben ons in het recente verleden door de emotionele uitersten van de partituur geleid.
Russische muziek kleeft aan ons orkest.
De ultieme symfonie, het unieke meesterwerk van de Russische symfonische muziek.
De Pathétique.
Niet alleen een muzikaal meesterwerk, overigens.
Ook een intrigerend onderwerp om over te schrijven.
Speculaties en zinvolle analyses.
En dat heeft allemaal te maken met de omstandigheden en het moment waarop Tsjaikovski zijn laatste adem uitblies.
Te vroeg om ons te kunnen bijpraten over de gedachten en gevoelens achter deze muziek.
De titel lijkt vooral een open deur. Welke muziek van Tsjaikovski is niet pathétisch?
De dedicatie zegt vermoedelijk veel meer. Het is namelijk de naam van zijn neef Vladimir (Bob) Davidov, die op de titelpagina prijkt.
Tsjaikovski dirigeerde zelf de premiere op 28 oktober 1893 in Sint-Petersburg.
Geen mislukking maar zeker ook geen daverend succes.
Negen dagen later was hij dood, onder op zijn minst, twijfelachtige omstandigheden.
En dan beginnen de verhalen.
Er heerste cholera in de stad en toch dronk Pjotr Iljitsj een glas ongekookt water.
Was het zelfmoord? Wilde hij dood, of werd hij ertoe gedwongen?
Wie een beetje op internet zoekt kan er van alles over vinden.
Maar wat is de muzikale boodschap van de muziek? Heeft die er iets mee te maken?
En - voor de laatste keer dit seizoen - past het stuk onder de noemer late style, zoals de Missa Solemnis, de Vierde van Brahms, de Achtste Bruckner, Mahler Tien?
Kenmerken van een 'late style' hebben we niet vastgesteld, maar er is wel wat langsgekomen.
Een hang naar religie, naar contrapunt, naar de muziek van Bach (of Händel) hoorde daarbij, evenals een versobering van de middelen. Daar lijkt bij Tsjaikovski niet echt sprake van.
De melodieën zijn nog net zo romantisch als in zijn Eerste pianoconcert.
Het is meer de vorm waarin hij afwijkt van zijn eerder symfonieën.
Wel weer een wals als middendeel, maar met zijn 5/4-maat onmogelijk om te dansen.
Het derde deel krijgt het karakter van een luidruchtige finale, inclusief een applaus van het publiek, en het langzame deel, het emotionele hoogtepunt, volgt pas als vierde deel, als finale, eindigend in een diepe stilte.
Daarmee heeft Tsjaikovsi een baanbrekend werk geschreven, dat Mahler weinig jaren later bij zijn Negende zal hebben geïnspireerd.
Religie blijft niet helemaal buiten beeld, met het citaat uit de Russische dodenmis in de trombones, halverwege het eerste deel.
Maar het belangrijkste wat deze symfonie voor mij maakt tot Spätstil-werk (ik weet er geen Nederlandse term voor) is eerlijkheid. Recht uit het hart. Jezelf bloot geven zonder je nog te hoeven storen aan de reacties van de (boze) buitenwereld.
Want boos moet die buitenwereld voor Pjotr Iljitsj zeker geweest zijn.
In een tijd en een land waar van je verwacht wordt dat je gaat trouwen en een gezin stichten.
Op homoseksualiteit stonden strenge straffen.
Wat hem er niet van weerhouden heeft om er verschillende relaties met mannen op na te houden.
In een aantal gevallen vast platonisch.
Maar de muze van zijn laatste jaren was niet alleen een man, hij was ook nog familie.
Neef Bob, zoon van zijn zuster.
Hartstochtelijke brieven heeft Tsjaikovski hem geschreven.
Hij bleek na het overlijden een van zijn belangrijkste erfgenamen.
En aan hem werd deze Zesde symfonie opgedragen.
Zouden ze hun verhouding hebben ervaren als incest?
Zou dat teveel geweest zijn voor de gevoelige componist?
We kunnen het hem niet meer vragen.
Bob ook niet. Die maakt in 1906 een eind aan zijn leven.
Wat Pjotr Iljitsj heeft nagelaten is muziek van een ontroerende intensiteit, die geen musicus of toehoorder in de koude kleren gaat zitten.
Maar ook in zijn originaliteit verbluft de partituur nog steeds.
Een van de mooiste vondsten, die alleen zichtbaar maar, indien goed uitgevoerd, nauwelijks hoorbaar is, is het begin van de finale, het Adagio lamentoso.
Wat je hoort is een dalende melodie, zoals Tsjaikovski menige dalende melodie componeerde.
Niets bijzonders, eigenlijk.
Ware het niet dat hij de melodie over beide vioolstemmen verdeelt.
Als twee gelijken die elkaar omarmen......
Dat dat niet vanzelfsprekend is bewijst deze opname van de Wiener Philharmoniker met Karajan, toch niet de minsten.
Als je beide groepen tegenover elkaar op het podium zou plaatsen en dichtbij gaat zitten wordt het als het volgen van een potje tennis.
Maar de hele partituur staat vol prachtige vondsten, zoals te volgen is op het volgende youtube-filmpje:
Ik verwacht dat we deze week met Lahav Shani weer een interessante uitvoering aan onze lijst kunnen toevoegen.
Als afsluiting van een mooi seizoen.
Mijn eerste ervaring in een concertzaal was met Tchaikovsky-6. De Doelen, april 1987. Net voor eindexamen middelbare school.
BeantwoordenVerwijderenRphO onder leiding van Mariss Janssons. (Kwam ooit veel in Rotterdam; herinner me o.m. ook een Alpen Symfonie en Concert voor orkest) Voor de pauze het derde pc van Prokofiev met Thibaudet, nog piepjong.
Ik ben dit nooit vergeten. Heb nadien deze symfonie niet meer live willen horen, om deze herinnering niet te vertroebelen.
Heb me vrijdag toch laten overhalen om Shahan te horen. Het heeft bij mij heel wat losgemaakt. Dit was van hetzelfde niveau als bijna 30 jaar terug. Hoogst enerverende ervaring.
Mooi verhaal over, zo heb ik me laten vertellen, indrukwekkende debuut van Janssons bij ons orkest. Ik zelf kan het niet vergelijken met deze concerten, maar Shani heeft zeker ook bij ons een grote indruk gemaakt. In augustus zien we hem terug.
Verwijderen