zondag 16 april 2017

Lijdenstijd

De Lijdenstijd is weer voorbij voor dit jaar.
Een lijdenstijd in de kerkelijke kalender maar voor menige (barok)musicus een drukke tijd vol passies, en daarmee een gevulde beurs.
Van Mattheus naar Johannes en weer terug.
Ook ons orkest doet de laatste jaren weer mee aan de 'Mattheus-traditie', die inmiddels kan worden beschouwd als een stevig onderdeel van onze Nederlandse culturele identiteit.
Fantastisch om te spelen voor de musici en ook het publiek waardeert het steeds weer.
En het biedt de kans om met verrassende dirigenten voor de dag kunnen komen, zoals dit jaar.
Nathalie Stutzmann, een succesvol zangeres, is gaan dirigeren en blijkt het in de vingers te hebben.
Haar Nederlandse debuut smaakt naar meer, als je het mij vraagt.
Misschien de Johannes in de nabije toekomst. Of iets heel anders.
Want er zijn nog zoveel alternatieven, ook voor de dagen voor Pasen.
Het Stabat mater  bijvoorbeeld.
De pijn van Maria, als moeder van Jezus, bij het kruis.
Hoeveel componisten hebben die tekst niet op muziek gezet?
Pergolesi natuurlijk, maar ook Vivaldi, Poulenc (een paar seizoenen geleden nog met Yannick gespeeld, in december!), en zelfs Rossini en Verdi.
Komende week spelen wij de versie van Dvorák, met niemand minder dan Jiri Belohlávek.
Deze heeft al vaker bij ons een lans gebroken voor de muziek uit zijn vaderland.
Dat lijkt bij Dvorak misschien niet nodig, maar vreemd genoeg klinkt er van deze terecht populaire componist altijd maar een handjevol kaskrakers. De laatste drie symfonieën uiteraard, het Celloconcert en misschien eens een enkele Slavische Dans als toegift.
Met Belohlávek hebben we De Houtduif, een van die late symfonische gedichten, gedaan en de prachtige Symfonische Variaties.
Het Stabat Mater stamt uit dezelfde periode, als de componist tegen de veertig loopt, en het noodlot hem zwaar treft. Hij wordt dan een rouwende vader en de muziek onder de Latijnse tekst komt rechtstreeks uit zijn gepijnigde hart. Ook hij verliest een zoon, maar binnen korte tijd bovendien twee dochters en blijft met zijn vrouw kinderloos achter.
Deze indringende muziek zorgde destijds voor zijn internationaal doorbraak, maar klinkt relatief zelden in Nederland.
Misschien komt dat ook wel door de Mattheus Passion, die de lijdenstijd als het ware voor zich opeist. In het buitenland zijn prachtige opnames gemaakt met dirigenten als Harnoncourt, Herreweghe en Jansons.
Ik zou het niet erg vinden als we het onderhouden van de Nederlandse identiteit de komende jaren aan de talloze koren en orkesten in den lande overlaten en ons op de mooiste Stabat Maters (kan dit meervoud?) gaan richten. Daar kunnen we dan nog lang mee vooruit.
Van mij mag dat, zoals nu, dan ook nog wel buiten de week van de lijdenstijd.
Volgend jaar staat nog gewoon de Mattheus op het rooster, maar dan wel tot en met stille zaterdag.
Toch al een beetje over de grens dus.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten