Ik kwam een paar weken geleden een boek tegen in de bibliotheek, bijna 600 pagina's dik, over slechts één symfonie. Symfonie van honger, dood en hoop, geschreven door Brian Moynahan over de Zevende van Sjostakovitsj. Ik besefte weer hoe ongelooflijk veel er over juist dit werk te vertellen is. Het boek was niet te leen dus ik heb het alleen doorgebladerd. Kopen had gekund, maar mijn boekenplanken raken een beetje vol. En op internet is natuurlijk ook een hoop te vinden.
De symfonie staat volgende week bij ons op de lessenaars, dus alle reden om er weer eens over te lezen en na te denken. Bijvoorbeeld over de vraag hoe deze symfonie uitgegroeid is tot een waar monument. In feite is het gewoon één van de vijftien die Sjostakovitsj schreef, hoewel het waarschijnlijk wel de langste is en voor de grootste bezetting. Al vanaf de Eerste, die hij nog als conservatoriumstudent schreef, had hij de aandacht ook internationaal op zich gevestigd. En sindsdien was eigenlijk elke nieuwe symfonie een event, in een Sovjet Unie waar muziek een belangrijke plaats innam in het culturele en het politieke leven. Waar discussies gevoeld werden over de waarde van de muziek voor de communistische heilstaat. Toen hij in 1936 van formalisme beschuldigd werd, n.a.v. een opera, durfde hij de Vierde niet uit te voeren. Die zou voor decennia in een diepe la verdwijnen. Met de Vijfde revancheerde hij zich en de originele Zesde was in 1939 een redelijk succes, met voor en tegenstanders. Daarna was het natuurlijk tijd voor een Zevende, maar toen hij daar in 1941 aan begon zag de wereld er heel anders uit. De oorlog had Rusland bereikt. Hitler was, ondanks een niet-aanvalsverdrag in juni het land binnengevallen, en de stad Leningrad was een van de belangrijkste aanvalsdoelen. Vanwege zijn status, zijn strategische ligging, zijn symbolische waarde als vroegere hoofdstad, en misschien ook nog wel vanwege de naam Lenin. Het was de stad waar Sjostakovitsj was geboren, opgegroeid, opgeleid, de revolutie had meegemaakt. en waar hij nog steeds woonde en als leraar aan het conservatorium werkte. Hij had daar natuurlijk ook het schrikbewind, met vele slachtoffers in zijn directe omgeving, meegemaakt, maar het was een stad waar hij van hield.
Toen hij begon met componeren, op 19 juli, waren de Duitse troepen nog niet genaderd maar al wel op weg. Je weet niet wat hij anders voor Zevende geschreven zou hebben, maar het is wel logisch dat de dreiging en de strijd een plaats in de muziek kregen, hoewel het ook goed kan zijn dat hij muzikale ideeën van eerdere datum erin verwerkt heeft. Toen hij eenmaal voor een klassiek vierdelige schema had gekozen bedacht hij titels als: Oorlog, herinnering, de weidsheid van ons land en overwinning, die hij later weer schrapte. Het zijn de unieke omstandigheden waaronder het componeren heeft plaatsgevonden, in een belegerde stad, die enorm zouden bijdragen aan de reputatie van de symfonie. Maar natuurlijk ook de status van de componist, want al die andere composities van collega's uit die tijd, die ook opgesloten zaten in de stad, een stad die bijna 2,5 jaar belegerd is geweest en waar door bommen en honger voortdurend slachtoffers vielen, zijn inmiddels vergeten.. Sjostakovitsj wilde aanvankelijk niet vertrekken en leek vervolgens de boot te missen maar werd vanwege zijn waarde voor het land en de strijd van hogerhand in oktober geëvacueerd naar Koejbysjev, achter de Oeral, waar ook de regering zich gevestigd had. Daar voltooide hij de symfonie, opgedragen aan Leningrad, op 27 december en vond ruim twee maanden later de eerste uitvoering plaats. Ik kan me voorstellen dat het boek van Moynahan vol getuigenissen van deze heftige tijd staat. Voor de beelden kan men bij verschillende documentaires terecht zoals deze of een langere van de BBC
Hij had in Koejbysjev niet het Philharmonisch Orkest van Leningrad, die in Novosibirsk zaten, tot zijn beschikking maar het orkest van het Bolsjoi Theater uit Moskou met dirigent Samuel Samosoed. Desondanks, vanwege de monsterbezetting, moesten er ook nog soldaten van het front worden teruggeroepen om tot een volwaardige uitvoering te komen, die daarvoor politiek belangrijk genoeg werd geacht. Die vond plaats op 5 maart 1942. Een halve maand later speelden ze de symfonie ook in Moskou, niet onderbroken, ondanks een luchtalarm, en voor de radio opgenomen. Zo trok de muziek de aandacht van de hele wereld. Voor een verspreiding werd de partituur op microfilm gezet om vervoerd te kunnen worden naar Amerika, Engeland en en ook Leningrad.. Het belangrijkste, alleen al voor de symbolische waarde, werd natuurlijk de uitvoering in de nog steeds belegerde stad, waar het helemaal lastig was om de musici bij elkaar te krijgen. En als ze al gevonden werden, moesten ze in leven blijven en over voldoende conditie beschikken voor de repetities en het concert. De zware symfonie werd in korte fragmenten gerepeteerd en pas op de generale repetitie, drie dagen voor het concert, helemaal doorgespeeld. Een uur voor het concert openden de Russische kanonnen een zwaar spervuur op de Duitse stellingen, om te zorgen dat het tijdens de muziek stil zou blijven. Dat het allemaal lukte was een wonder en ongelooflijk belangrijk voor het moreel van de Geallieerden op het slagveld, waar het in die tijd nog niet erg goed mee ging.
De Amerikaanse première is weer een verhaal apart. Sjostakovitsj had daar al in de dertiger jaren een reputatie opgebouwd en voor deze gebeurtenis stonden alle grote dirigenten in de rij. Sergej Koussevitzky in Boston had al in januari 1941, voordat er nog maar een noot op papier stond, om de rechten gevraagd. Eugene Ormandy in Philadelphia volgde in september met het argument dat de meeste premières van eerdere symfonieën door zijn orkest waren gespeeld. Stokowsky wilde zelfs Hollywood erbij betrekken voor een grote muziekfilm en Artur Rodzinski in Cleveland schaarde zich ook in de rij op basis van zijn werk als voorvechter van Sjostakovitsj' muziek. Maar het werd uiteindelijk Arturo Toscanini die met zijn NBC Symphony Orchestra op 19 juli in New York de primeur kreeg, snel gevolgd door alle anderen, met in totaal 62 uitvoeringen in seizoen 1942/43. Sjostakovitsj bleek overigens niet erg gelukkig met de interpretatie van Toscanini. Voor hem kwam Jevgeni Mravinski het dichtst bij zijn ideaal.
Wij hebben als orkest natuurlijk ook nog onze eigen geschiedenis met het werk van Sjostakovitsj. Ik herinner me indrukwekkende uitvoeringen met dirigenten die direkt met de componist hadden gewerkt, zoals Roshdestvensky en Kurt Sanderling. Maar natuurlijk ook vele malen met Gergiev. Wat ik me van de Zevende vooral herinner is een gezamenlijke uitvoering met het Mariinsky Orkest tijdens het Festival van 2000. Twee verschillende orkesten, tradities, culturen die het podium deelden en gebroederlijk onder onze gedeelde chef-dirigent hun muziek speelden. Niet alleen Russische muziek maar ook nog een symfonie die zo verbonden is met hun geschiedenis en hun stad. Voor mij is het een mooie herinnering maar hoe moet je daar, onder de huidige omstandigheden naar kijken? Is het bezoedeld of maakt het de muziek en dus ook de concerten van deze week nog extra actueel? Ik vraag me weleens af hoe het nu gaat met die collega's in Sint Petersburg en ik hoop van harte dat de muziek ooit nog weer die verbindende factor kan spelen, maar dat lijkt nog erg ver weg.
De Zevende symfonie is een monument geworden tijdens de oorlog, door de ontstaans- en uitvoeringsgeschiedenis en een monument is het nog steeds. Wat er van die verhalen doorklinkt in de muziek zal voor elke luisteraar op elk moment weer verschillend zijn. Zo'n boek van Moynahan kan daar zeker bij helpen. Maar uiteindelijk is het ook gewoon één van de symfonieën van Sjostakovitsj. Niet eens mijn favoriet, maar wel hele goede muziek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten