vrijdag 19 augustus 2011

Liebe und Schönheit

Onze eerste trip dit seizoen zit er al weer op.
Zondagmiddag landden we vanuit San Sebastian op Zestienhoven, sorry Rotterdam The Hague Airport.
Een uur te vroeg, als was het om alle vertraging van de vorige reis te compenseren.

Bijna zou ik nog op tijd thuis gekomen zijn om een documentaire over Herbert von Karajan op de televisie te zien. "Beauty as I see it." 
Karajan is een naam die hoort bij mijn jeugd. Ik luister zelden meer naar zijn opnames, die destijds de platenmarkt domineerden, maar een documentaire over dit fenomeen zie ik graag. En aan de enorme kwaliteiten van de man, op velerlei gebied wil ik ook niets afdoen. Alleen de mooie klank die hij nastreefde en hoogste prioriteit had interesseert me tegenwoordig minder. Toch had ik hem graag een keer live meegemaakt en er zijn opnames, zoals Meistersinger of Mahler 9, die nog steeds favoriet zijn.

De documentaire, die ik gelukkig ook op youtube aantrof, bleek interessante, voor mij onbekende, fragmenten te bevatten. Ze bevestigden het beeld van de 'controlfreak' en de waarde die hij hechtte aan uiterlijke zaken. Hij moest vooral zelf vaak en mooi in beeld zijn. Maar het was ook een eenzame man en op het eind van zijn leven lichamelijk een wrak. De kwetsbaarheid die toen ontstond leidde nog tot bijzondere uitvoeringen, zoals een van de mooiste Nieuwjaarsconcerten die de Wiener Philharmoniker ooit gaf.
Je ziet en hoort hier een diepe emotionele band tussen orkest en dirigent die al heel veel samen hebben meegemaakt. Ieder orkest zal zoiets nastreven, en ik denk dat we in Rotterdam met Valery een eind gekomen zijn. De dvd met Brahms Requiem laat daar zeker iets van zien en horen. En ook met Yannick komen we steeds dichter bij elkaar. San Sebastian was weer een stap in de goede richting.

Een prachtige zaal waarin je heel mooi zacht kunt spelen. En dat hebben we dan ook gedaan, zoals in de finale van de Derde Mahler. Was uns die Liebe erzählt.
Maar ook het eerste deel was al een eensgezind avontuur. Vooral Pierre Volders ging in zijn trombonesolo heel diep. 
Ik had hem die dag nog gefeliciteerd met zijn Mahler-prijs uit Italië, maar hij wist van niets. 
Der Internationale Schallplattenpreis Toblacher Komponierhäuschen werd deze zomer uitgereikt aan Neeme Järvi en het Residentieorkest voor hun cd van de Zevende symfonie van Mahler, waarvoor hulde, maar een belangrijk aandeel daarin is de tenortuba-solo. En ik had gehoord hoe Pierre die toen speelde.
Dus toch ook een beetje een Rotterdamse onderscheiding.
Misschien is dat wel een voorbeeld van de samenwerking die de minister voor zich ziet.

Welke ontwikkeling Karajan veroorzaakt en meegemaakt heeft bij het maken van geluids- en vooral beeldopnames is onderwerp van een andere documentaire, die ik ook op internet aantrof, Maestro for the screen uit 2008. Je ziet daarin hoeveel hij leerde van filmmakers als Clouzot en Niebelung, en er uiteindelijk zijn eigen, wellicht wat egocentrische, draai aan gaf. Een van de opmerkelijkste uitspraken, die ik nauwelijks kan geloven, is hoe Karajan ook aan het uiterlijk van zijn orkestleden extreme eisen stelde. De heren van het orkest, dames telde zijn Berlijnse orkest niet, moesten zorgen dat ze goed geschoren waren, baarden werden niet gewaardeerd, aldus concertmeester Brandis. En kalende mannen kregen pruiken! Voor wie het niet gelooft: (http://www.youtube.com/user/MaestroStark#p/c/649B71775CCCB3A6/3/WlkMoPcc96o) De uitspraken zijn te vinden rond de 3'.Ik weet niet precies in welke periode deze esthetische voorkeur bepalend was, maar ik ga zeker zoeken naar de haarstukjes.

Het is natuurlijk een leuke anecdote in een documentaire die boeiende vragen aan bod laat komen.
Hoe breng je een concert in beeld?
Welke beelden ondersteunen de muziek het beste? 
En in die kunst heeft Karajan een hele belangrijke rol gespeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten