woensdag 3 oktober 2012

Encore

Het zijn van die momenten dat je op het podium even onderuit mag zakken.
Je strijkstok op je lessenaar.
Je ogen dicht, en wegdromen.
Geen dirigent meer die je aandacht vraagt, maar alleen nog een solist.
Een solist waar het publiek nog geen genoeg van heeft.

Pianisten hebben het dan makkelijk, bij hun keuze.
Het grootste deel van hun repertoire is geschreven voor soloklavier.
Bij strijkers, violisten, cellisten, ligt dat al minder voor de hand. Die spelen hun recitals meestal met een pianist samen. Bach is dan, met de partita's en cellosuites, een rijke bron.
Hoeveel hebben we daar niet van gehoord?
En dan kan een overtuigende Tsjaikovsky soms ruw contrasteren met een hulpeloze Bach.
Vaker gebeurt misschien toch dat iemand in de toegift juist zijn sterkste kant laat horen. Voor een soloconcert wordt je gevraagd, de encore kun je zelf uitzoeken.

Maar niet altijd beperken ze zich tot een solo-stukje. Het enthousiasme van het publiek kan tenslotte de gezamenlijke prestatie gelden. Emanuel Ax is zo iemand, die na uitvoeringen van Brahms' 2e Pianoconcert steevast een deeltje cellosonate met de betreffende solocellist ten gehore brengt.
Celliste Sol Gabetta had voor haar Elgar-concert een speciale toegift van Elgar (Sospiri) meegenomen, met begeleiding van strijkorkest. Maar je kunt zo'n begeleiding ook ter plaatse opzetten, zolang het bij eenvoudige noten blijft, quasi improviserend, zoals Vadim Repin met zijn Il Carnevale di Venezia van Paganini, dat in verschillende versies op youtube staat:

Het zijn voor ons overigens niet alleen momenten om onderuit te zakken.
Het zijn ook momenten waarop repertoirekennis getest wordt, want zelden noemen de solisten hun keuze.
En als het dan om stukken voor je eigen instrument gaat, valt dat meestal nog wel mee. Maar het pianorepertoire is voor de meesten van ons toch iets verder weg.
Cédric Tiberghien koos afgelopen week na zijn Gershwin voor Franse muziek, waar ik niet direkt een titel bij wist. Ravel, dacht ik, of toch Debussy? Collega's waren ook niet eenduidig in hun vermoedens.
Uiteindelijk bleek het om een van Debussy's bekendste Preludes te gaan: La cathédrale engloutie.



Dat had ik misschien wel moeten weten.
Maar ik bleef het antwoord schuldig aan de opvallend veel bezoekers die me de vraag in de pauze stelden.
'Wanneer horen we dat?' vroeg iemand. 'Kan het niet op de website?'.
Ik vind het leuk als mensen zo geïnteresseerd zijn, omdat ze het blijkbaar bijzondere muziek vonden, dus dat zou gehonoreerd moeten kunnen worden.
Ik weet niet of zoiets nog eens op de RPhO-website komt. Het is wel een leuke service, maar wie houdt het bij en voor hoeveel mensen zal het belangrijk zijn.
Ik heb wel beloofd dat ik de vraag bij ons op kantoor neer zou leggen, en dat heb ik gedaan.

Ondertussen geef ik zelf op deze plaats alsnog het antwoord op de vraag. Althans wat de donderdag en vrijdag betreft. Op zaterdag speelde hij iets anders. Ook Debussy, geloof ik......
Voor de liefhebbers nog eens La cathédrale engloutie, door een van de meest legendarische Debussy-vertolkers:





Geen opmerkingen:

Een reactie posten