29 mei.
De Sacre is honderd!
Over de hele wereld bereikt het aantal uitvoeringen deze week vast een hoogtepunt.
Niet bij ons.
Het Rotterdams Philhrmonisch speelt de Sacre pas weer in juni.
Eerst maken wij ons klaar voor een reis naar het Verre Oosten.
Het moderne leven in China en Zuid-Korea in plaats van de oeroude rites van de Russische steppe.
Hoewel we bij dat laatste best een vraagteken mogen zetten.
Zou het jaarlijkse offer van een maagd aan de goden van de vruchtbaarheid werkelijk tot het leven van die heidense tijd hebben behoord? Volgens Alex Ross (The rest is noise) is het een bedenksel van Stravinsky, die zich overigens wel uitgebreid heeft laten informeren en beïnvloeden door oude Russische volksmelodieën en -ritmes.
Maar het verhaal is niet essentieel voor de verklaring waarom dit stuk honderd jaar na dato zoveel tongen los maakt. En waarom het toen zo shockeerde.
Dat zal niet alleen de muziek geweest zijn, maar zeker ook de dans.
Voor het eerst bleek het mogelijk om een groot werk te maken, voor een groep dansers, zonder het traditionele ballet-idioom. Vaslav Nijinsky!
We kunnen ons moeilijk verplaatsen in het Parijse publiek van 1913, om de sensatie na te voelen, maar de reconstructie maakt wel wat duidelijk:
Ook de scene waar de NTR-documentaire mee begint brengt ons iets dichterbij, hoewel ik niet zeker weet hoe betrouwbaar de componist een halve eeuw later nog is.
'Go to hell'
Het programma laat mooi zien wat het betekent om zo'n stuk te gaan spelen, de voorbereidingen, de stress. Maar ook de verschillen met honderd jaar geleden. De fagot heeft sindsdien meer klepjes gekregen, waardoor de hoge noten makkelijker worden. Maar die beginsolo, vanuit het niets, helemaal alleen, is inmiddels zo beroemd en beladen, dat het weer moeilijk wordt.
Stravinsky zoekt de grenzen van het mogelijke van de instrumenten op. De moeite die je als speler moet doen vormt een essentieel onderdeel van het beoogde effect.
Dat was natuurlijk in Beethovens tijd ook al zo maar wordt door musici te vaak vergeten.
Ik vind het leuk om de collega's te zien in hun voorbereiding, allemaal op hun eigen manier, en reagerend op Hans Haffmans, die weet hoe je goede muziek moet benaderen. Met nieuwsgierigheid, kennis, maar ook een zekere naïviteit. Zo wordt het nooit zwaar en krijg je toch voldoende extra informatie mee, en een band met een aantal musici, om tijdens de uitvoering optimaal van de muziek te genieten.
Ik hoop dat hij nog veel van dit soort programma's mag maken.
Nog leuker wordt het als je daarvoor ook nog naar het item over Yannick en de Sacre van Moois kijkt.
Moois heeft acteur Jack Wouterse als interviewer. Een cultuurbeest die in vele soorten kunst oprecht geïnteresseerd is en met onverwachte vragen verrassende reacties losmaakt.
Ook hier weer fagottist Pieter Nuytten aan het woord.
Natuurlijk over die solo. Maar ook over zijn favoriete moment: een roffel van de grote trom!
En weer Yannick, die op dat moment overigens met de Zevende van Sjostakovitsj bezig was.
Geen repetitiefragmenten van de Sacre dus, want het was bedoeld als aankondiging van de concerten en moest dus eerder gemaakt worden.
Maar wel een vergelijking, voorzover mogelijk binnen dit korte tijdsbestek, met twee eerdere concerten van het Rotterdams Philharmonisch (Gergiev, Dudamel) die veel vertellen over hoe je zo'n stuk ook kunt spelen, en hoe wij dat als orkest steeds weer anders moeten doen.
Hier niet over onderbuikgevoelens en ondergewaardeerde tederheid, maar aandacht voor elk detail en de dansbaarheid. En het is allemaal belangrijk in de opvatting van Yannick.
Ik merk wel dat ik mijn aandacht makkelijker bij zijn woorden kan houden als de camera rustig op zijn gezicht gericht blijft, zoals bij Moois, dan als er voortdurend naar afwisseling in detail gezocht wordt, zoals steeds meer de gewoonte lijkt van televisie maken. Maar ik zal wel ouderwets zijn.
Ik verlang alweer naar de volgende verjaardag van een stuk, of een componist.
Of een orkest.
95 jaar gaan we als orkest dit jaar geworden.
Reden voor een feestje.
En veel mooie programma's van NTR en van Moois.