Het overlijden van Mariss Jansons.
En zelden zal er zo met superlatieven en warme woorden zijn gereageerd door collega's als in dit geval.
En dat verbaast me niet.
Ik herinner me dat Concertgebouworkest hem als chef koos en hoe goed dat voelde.
Je wist dat ze een mooie periode tegemoet zouden gaan, ook al was zijn gezondheid toen al een punt en moesten ze hem delen met de Bayerische Rundfunk in München.
Het was een dirigent die zijn vak serieus nam. Misschien weleens te serieus. Hij heeft, met de beste bedoelingen, het leven van zijn orkestmusici niet altijd makkelijk gemaakt. Maar hij bleef studeren in zijn partituren, wilde zijn interpretatie nog beter maken.
Hij had het vak van en bij zijn vader geleerd. Van jongs af veel kijken bij repetities. En dat bleef hij doen. Ik weet nog dat we, in een periode dat hij in Nederland was, met Kurt Sanderling, de oude maestro aan het repeteren waren en hij luisterend in de zaal zat.
Waarschijnlijk kenden ze elkaar uit hun tijd in Leningrad, maar ik vond een mooi en respectvol gebaar. En tekenend voor zijn houding.
In Leningrad heb ik hem voor het eerst meegemaakt, eind tachtiger jaren, waar ik met een kamerorkest op tournee was. Op een vrije avond gingen we naar zijn orkest in de Filharmonie luisteren. Een prachtige Mahler 3. In een bijzondere zaal. Zijn zaal. De zaal waar hij vorige week ook opgebaard lag.
Later speelde ik een aantal producties die hij bij ons in Rotterdam dirigeerde.
Alpensymfonie, Wonderbaarlijke Mandarijn, Tijl Eulenspiegel, dat soort repertoire.
Een belevenis. En het leek erop dat er nog veel zou volgen.
Concerten met Mahler 5 en met Bruckner 4 stonden gepland.
Toen kwam een ernstige hartaanval, april 1996, en moest hij heel veel afzeggen.
Rotterdam zou niet meer in zijn agenda terugkeren, helaas.
Maar ik voel me bevoorrecht met hem te hebben mogen spelen.
In Amsterdam heb ik hem weinig in de zaal beluisterd. Daar komt het dan weer veel te weinig van. Maar wat veel indruk maakte was een productie van Sjostakovitsj' Lady Macbeth bij DNO.
Natuurlijk vanwege de prestatie van Eva Maria Westbroek maar zeker ook van de intensiteit uit de orkestbak. Eigenlijk wel jammer dat hij relatief zo weinig in het theater heeft gedirigeerd.
Hij zal herinnerd worden als de man die in het begin van zijn carrière het orkest van Oslo groot heeft gemaakt, voor zijn aandacht voor detail en zijn enorme energie en passie, niet afgeremd door zijn lichaam.
Een kort afscheidsportret van de Bayerische Rundfunk:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten