vrijdag 25 december 2020

December Beethovenmaand 3

De kamermuziekversies zijn inmiddels bijna allemaal gemonteerd en online gezet. Alleen de Achtste zit nog in het vat. Dat was een interessant proces, waarbij de spelers zelf ook intensief zijn betrokken. Ik zat er een beetje tussenin en vaak ook een keer aan de montagetafel. Beelden, die niet altijd van dezelfde take als het geluid kwamen, overal synchroon krijgen was een uitdaging, die we, denk ik, steeds beter onder de knie kregen. Tijdsdruk speelde daarbij zeker ook een rol. Dat was onderdeel van de hele opzet, zowel aan de kant van de musici als bij de filmers. Voor mij was het bijzonder en mooi om de collega's zo bezig te zijn. Door het oog van de camera zit je er soms lekker dicht op en dan merk je hoe muziek maken een intieme bezigheid is. Musici leggen hun ziel bloot voor elkaar en voor de kijker. En ik realiseer me dan weer hoeveel, zeer uiteenlopende, maar allen unieke en getalenteerde collega's er in mijn orkest zitten. Dat zal bij andere orkesten net zo zijn, ik wil Rotterdam niet op een voetstuk zetten, maar je vergeet het weleens in de dagelijkse gang van zaken. Die bestaat op dit moment ook nauwelijks. Ik krijg wel een trots gevoel als ik zie hoe we deze uitdaging als orkest aan zijn gegaan en wat er dan als resultaat uit rolt.

Dat geldt zeker ook voor de Negende, die we vorige week met alle toeters en bellen in de RTM-stage van Ahoy speelden en opnamen. Het materiaal dat ik daarvan gezien heb ziet er al heel mooi uit, dus mijn verwachtingen zijn hoog, maar dat vergt nog wel vele uren werk voor het eindresultaat het internet op kan. Mooi werk, waar ik me zeer op verheug. Het betekent ook dat ik de partituur nog niet weg hoef te leggen, zoals meestal, als de concerten eenmaal geweest zijn. En zeker het handschrift, waarin ik in alle drukte de finale nog niet bereikt had, wacht ook nog op verdere bestudering. Vol fascinerende details. 

Misschien wordt het soms overdreven maar ik geloof wel dat het lezen van een manuscript je dichter bij de componist, bij de schepper van het meesterwerk zou moeten kunnen brengen. De emotie die in het hoofd van Beethoven klonk kleurde vast het karakter van de handgeschreven noten en aanwijzingen. Als de muziek wilder wordt zie je dat vaak voor je neus gebeuren. Aan de andere kant is dit zeker niet de eerste versie van de partituur en ongetwijfeld alweer gekopieerd van een voorbeeld. Doorhalingen en verbeteringen, die hij heeft aangebracht, zeggen wel wat, voor zover het geen vergissingen zijn maar voortschrijdend inzicht. Een voorbeeld is vanaf 288 in het eerste deel, waar hij de verdeling tussen 1e en 2e violen verandert en een ritme in de hoorns toevoegt:

Nog interessanter misschien is de ritmische variatie, toegevoegd onderaan de pagina's, die hij voor celli en bassen bedenkt als even later het dramatische hoogtepunt van de reprise bereikt wordt, want dat heeft de definitieve versie niet gehaald:

Binnenkort nog wat meer voorbeelden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten