Er is voor alles altijd maar één eerste keer, een unieke ervaring die je nooit meer kunt herhalen. Hoogstens de herinnering eraan koesteren. Ik moet toegeven dat die wat was weggezakt, maar de eerste keer dat ik muziek van Gustav Mahler speelde was in het Zeeuws Orkest, eind jaren '70 in de Concert- en Gehoorzaal aan de Singelstraat in Middelburg. Met dirigent Louis Stotijn repeteerden we op de donderdagavonden de Lieder eines fahrenden Gesellen, met als solist Bernard Kruysen, een van de grote, maar ondergewaardeerde, Nederlandse zangers van die tijd. Dat voor mij nog onbekende idioom van Mahler, een merkwaardige mix tussen het bekende, het volksliedachtige, en toch ook weer nieuwe, soms wat ongemakkelijke, fascineerde me. Nu ik na vele jaren terugkeer in de zaal en dezelfde liederen op het programma staan, dit keer met Nederlands talent Raoul Stefani, komt dat gevoel weer boven. Alle reden om even terug te denken aan die tijd, waarin het voor mij als musicus allemaal begon.
Zelfs het allereerste begin, de cellolessen op de muziekschool, vond toevallig op hetzelfde adres plaats: Singelstraat 13. De toegang was een grote statige groene deur als van een herenhuis en vervolgens een brede trap naar boven. Over hoogpolig rood tapijt op de woonverdieping van de beheerder, een vriendelijke wat gezette man, kwam je bij een onopvallende deur, waarachter een volgende trap naar de muziekschool leidde. Daarvan herinner ik me geen beelden meer, alleen nog de geluiden van alle verschillende instrumenten. Merkwaardig hoe een geheugen werkt. Dat de muziekschool daar was kan ik overigens nergens meer verifiëren maar als ik het gedroomd heb is dat met sterke beelden. Ik ga het navragen als ik er volgende week ben.
De ingang aan de Singelstraat is er overigens niet meer. Die grote deur leidt inmiddels naar een woonhuis. Dat was het oorspronkelijk ook, voordat er eind 19e eeuw een concertzaal achter gebouwd werd, midden tussen de huizen, als een soort schuilkerk. Het was onze buurt. Wij woonden aan het Noordbolwerk en als je langs de Schouwburg liep was je er binnen een paar minuten. Ik dacht dat we toen voor de orkestrepetities ook de achteringang aan de Verwerijstraat gebruikten. Iets minder ver lopen en nog iets smaller dan de Singelstraat maar ik begrijp dat daar tegenwoordig de hoofdingang is. Dat wordt een trip down memory lane.
Ook al als jongetje in het Zeeuws Jeugdorkest met dirigent Han Beekman speelde ik regelmatig in de zaal. Ouverture Egmont, de Onvoltooide van Schubert, dat soort repertoire, waar eindeloos op gerepeteerd kon worden. Het zijn die vroege ervaringen waar ik nog steeds van profiteer en die ik iedereen kan aanbevelen. Natuurlijk was het ook de zaal waar we naar andere musici gingen luisteren. De koffieconcerten in de foyer, internationale ensembles als het Lasalle Quartet met Schönberg en late Beethoven bij het Holland Festival. Het Festival Nieuwe Muziek, ook een vormend element in mijn muzikale jeugd, speelde zich elders af. De Kuiperspoort, de Kloveniersdoelen, de Vleeshal. Middelburg kent zoveel prachtige culturele gebouwen. Dat de foyer aan de Singelstraat ook nog het decor vormde voor de danslessen op de maandagavond, waar ik als schuchtere puber met klasgenoten heen ging is een van de minder vrolijke herinneringen. Ik weet niet meer of ik het heb volgehouden tot het afdansen, maar ik bakte er niet veel van, die Engelse wals en de chachacha.
Ik zie nog zo voor me dat ook het Rotterdams Philharmonisch, nu inmiddels 'mijn' orkest, naar de Concertzaal in Middelburg kwam. Waarschijnlijk niet in de allergrootste bezetting maar ik was helemaal verkocht toen ik de Hebriden Ouverture hoorde. David Zinman dirigeerde zo aanstekelijk dat ik dat ook wel wilde. Dat is bij een droom gebleven. En in Middelburg speelt het orkest niet meer - extra reden voor een concert van Domestica Rotterdam - maar natuurlijk wel veel Mahler. Zoals vorige maand nog de Vierde in de beroemde Elbphilharmonie in Hamburg, waar een recensie over luidruchtig in slaap gevallen publiek internationaal de aandacht trok. Die redelijk nieuwe zaal heeft al een beroemde akoestiek maar aan de klank van de Zeeuwse Concertzaal heb ik ook hele goede herinneringen. Ik krijg binnenkort de gelegenheid om te checken hoe accuraat mijn geheugen op dat punt is en verheug me zeer op het concert van 27 mei. Geboren en getogen voel ik me nog steeds Middelburger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten