Ik had het onderwerp al even aangeraakt toen we met de opnames van de Zevende Bruckner bezig waren in juni. Bruckner is voor mij onlosmakelijk verbonden met één bepaalde dirigent. Een legendarische naam die ik gelukkig nog in de concertzaal heb mogen mee maken. Twee keer was hij met zijn Münchner Philharmoniker in Amsterdam en beide keren zat ik in de zaal. Bevoorrecht. Maar in zekere zin ook verpest. Niets komt meer in de buurt van die ervaringen, van die herinneringen. En eigenlijk sluit dat naadloos aan bij zijn overtuiging van de onmogelijkheid die ervaring op een geluidsdrager vast te leggen. Toch wil ik onderzoeken wat nog wel overblijft van het werk van Celibidache. Wat de waarde is van de films en de cd's. Te beginnen met een film die gemaakt is tijdens de voorbereidingen van concerten in 1992 met de Berliner Philharmoniker. Voor het eerst sinds Karajan in de jaren 50 tot chef gekozen was stond Celibidache weer voor zijn oude orkest en repeteerde de Zevende van Bruckner. Een documentaire onder de titel The triumphant return laat de repetities zien, beperkt tot het eerste deel, en blikt met orkestleden uit die tijd terug op de na-oorlogse jaren. Ik heb geen abonnement op de digital concerthall maar vond op youtube een versie die ook nog prima te volgen is:
De film geeft niet alleen een inkijk in het repetitieproces en in de persoon Celibidache maar ook een terugblik op de samenwerking in de jaren vlak na de Tweede Wereldoorlog. Een tijd en omstandigheden die nu moeilijk meer voorstelbaar zijn. Een stad waar geen huis meer overeind stond, waar gebrek aan alles was, waar de bezettingslegers bepaalden wat er gebeurde. Een tijd ook waarin de behoefte aan muziek veel groter geweest zal zijn dan nu. Moeilijke omstandigheden waarin een orkest als de Berliner Philharmoniker probeert te overleven. Een van de problemen is dan het vinden van goede dirigenten. Wilhelm Furtwängler zat in Zwitserland in afwachting van zijn Entnazifizierung. Dat gold voor de meeste dirigenten van zijn niveau voor zover ze in Duitsland waren blijven dirigeren. De gevluchte en geëmigreerde collega's stonden niet meteen klaar om naar Berlijn af te reizen. Duitsland zou door veel musici lange tijd om begrijpelijke redenen gemeden worden. Iemand als Yehudi Menuhin, die ook in deze film te zien is, was een uitzondering. Hij vond het belangrijk om juist wel terug te keren en heeft een belangrijke rol gespeeld in het proces van verzoening. Onder deze omstandigheden werd Leo Borchard tot chefdirigent werd gekozen. Borchard was in Moskou geboren en als assistent van Klemperer bij de Kroll-opera in Berlijn gekomen. Vanaf 1933 dirigeerde hij bij de Berliner Philharmoniker maar het nazi-regime vertrouwde hem niet en spoedig werd hij in de ban gedaan. Hij was tijdens de oorlogsjaren zelfs lid van de verzetsgroep Onkel Emil. Een ideale kandidaat dus. Maar het mocht niet lang duren. Dat zijn naam zo onbekend is komt zeker door het noodlottige ongeval eind augustus 1945 waarbij hij per ongeluk werd doodgeschoten bij een controlepost.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten