zaterdag 20 augustus 2022

Vainberg alias Weinberg

Het is alweer een tijd geleden dat ik me met veel interesse gebogen heb over de briefwisseling tussen Sjostakovitsj en zijn vriend Isaak Glikman: Story of a Friendship. Wat mij betreft verplichte literatuur voor iedereen die een goed beeld wil krijgen van deze componist. Over zijn standpunten en ideeën lopen nog altijd veel meningsverschillen. Net als over de vraag hoe belangrijk die zijn bij het beluisteren van zijn werk. Daar zouden nogal wat aanwijzingen in verstopt zijn. Ook over de authenticiteit van Testimony, zoals opgetekend voor Solomon Volkov wordt nog steeds heftig gediscussieerd. Daarin staan nogal wat negatieve opmerkingen over collega-componisten en musici die je in de brieven niet tegenkomt. Een enkele positieve vermelding daarin herinner ik me in het bijzonder: Moisei Vainberg. Ik kende hem van naam als pianist van de eerste uitvoering van de prachtige Suite op gedichten van Alexander Blok samen met Vishnevskaja, Oistrach en Rostropovitsj. Had geen idee wie hij was maar zeker geen kleine jongen dus: 


 Uit die brieven bleek dat Vainberg ook en vooral componist was. Een vriend van Sjostakovitsj, waarvoor hij meerdere malen in de bres sprong, en gewaardeerd collega: 'Kondrashin and his orchestra are on tour to Leningrad and are including Vainberg's Fourth Symphonyin their programme. I strongly urge you to hear this marvellous work.' Sjostakovitsj op 27 januari 1962. Zeven jaar later: 'If Barshai's orchestra comes on tour to Leningrad, and if this programmes include Vainberg's Symphony 10 or Boris Tchaikovsky's Sinfonietta, do make sure you go and hear them.'  In de rest van de briefwisseling is hij niet zo scheutig met complimenten dus dit betekent wel iets. Wat hierbij overigens ook opvalt is de gewoonte in de Soviet Unie om de orkesten niet met hun officiële naam aan te duiden maar met de naam van de chef. Meer dan hier bepaalden zij in vaak jarenlange samenwerkingen de klank het karakter van zo'n orkest. Overigens vormde deze Boris Tchaikovsky met Vainberg vaak het pianoduo dat een nieuwe symfonie van Sjostakovitsj aan de autoriteiten of de componistenbond ter beoordeling voorspeelde, voordat het op de lessenaars van een orkest geplaatst mocht worden.  

Voor de rest bleef Vainberg voor mij nog een grote onbekende. Zelfs in de biografieën van Sjostakovitsj ben ik zijn naam nauwelijks tegengekomen, of ik heb het over het hoofd gezien. Dat gaat vast veranderen. Enkele jaren geleden trok hij, toen gespeld als Weinberg, weer mijn aandacht toen dirigent Mirga Grazinyte-Tyla werk van hem uitvoerde en opnam voor Deutsche Gramophon, samen met violist Gidon Kremer. Niet die symfonieën die Sjostakovitsj noemde maar nummers 2 en 21. Komend seizoen staat ze met de Derde voor het KCO in Amsterdam, dus er zal nog wel veel meer aankomen. Zo beperkt was mijn kennis toen ik dit jaar een boek in handen kreeg met als titel : Weinberg, Sjostakovitsj en Stalin. Een muzikaal trio. Van een Nederlandse auteur die ik nog niet kende: Jan Auke Walburg. Deze vakantie ben ik gaan lezen en inmiddels weet ik gelukkig veel meer. En ik heb het vooral opgevat als een uitnodiging om te gaan luisteren. En de aanleiding om hier een stukje over te schrijven. 

Op het boek valt wel het een en ander aan te merken, als je kritisch leest, maar waarom zou ik dat doen? Ik heb alle bewondering voor de auteur, die zo te zien uit een heel ander vakgebied komt dan de muziekwetenschap en de literatuur. Hij heeft een ongelooflijke hoeveelheid informatie naar boven gehaald, ook over Sjostakovitsj, en ik hoop dat het een bijdrage kan leveren aan een opwaardering van het werk van Weinberg en daarmee ook meer inzicht in de muziek van Sjostakovitsj. Stalin had daar voor mij niet bij gehoeven, hoe belangrijk ook in beider leven. Tot zijn dood in 1953, en als ik het goed begrijp was dat overlijden de redding van Weinberg, die toen gevangen zat. Van mij had het boek zich mogen concentreren op beide componisten, op de interactie en wederzijdse beïnvloeding. Ik noemde al de symfonieën maar het is de kamermuziek van Weinberg die mij vooralsnog meer aanspreekt dan het orkestrale repertoire, hoewel ik bijvoorbeeld zijn Celloconcert ook best eens bij ons in Rotterdam zou willen horen. Iets voor Nicholas Altstaedt wellicht?
17 strijkkwartetten componeerde Weinberg, twee meer nog dan Sjostakovitsj. Walburg beschrijft een soort wedloop als Sjostakovitsj zijn Tiende kwartet aan zijn vriend opdraagt: 'Hij schreef negen kwartetten en met die laatste nam hij de leiding omdat ik er toen nog maar acht had. Ik heb mezelf daarom uitgedaagd om hem in te halen, wat ik nu heb gedaan.'
Weinberg zal in zijn eigen Tiende kwartet de opbouw van dit werk volgen.

Dit boek geeft vormt een mooie basis voor verder onderzoek, van vakmensen wellicht. Maar misschien zijn het vooral de musici die het werk moeten gaan doen. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat je in de combinatie van beide componisten een aantal prachtige kwartetprogramma's kunt samenstellen die dieper inzicht bieden in het idioom van de degene die we al denken te kennen en zijn minder bekende collega de grotere aandacht geven die hij ongetwijfeld verdient. Het onvolprezen Quatuor Danel heeft alle 17 kwartetten opgenomen en als cyclus ooit in Amsterdam gespeeld, maar het lijkt me ook wel iets voor het Matangi Quartet, dat deze zomer internationaal hoge ogen gooide met de combinatie Schnittke-Silvestrov-Sjostakovitsj op hun laatste cd. Of het jonge Animato Kwartet dat het deze maand in Banff gaat opnemen tegen de buitenlandse concurrentie. Ik zou graag komen luisteren.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten