zondag 5 juni 2011

Die Zeit.... (Rosenkavalier 9 en slot)

En toen was het weer voorbij.
Gisteren de laatste voorstelling van Der Rosenkavalier en warme woorden na afloop.
Wat overblijft is de herinnering.
En een televisie-registratie, vermoedelijk ook een dvd.
Was drum und dran hängt, ist mit dieser Stund vorbei.
Ik heb ervan genoten, en velen met mij.
En iets ervan zal toch wel blijven hangen. Het werken met topdirigenten is voor een orkest als vitamines.



Om af te kicken hebben we allemaal de heruitgave op cd van de opname uit 1976, onder leiding van Edo de Waart, gekregen. Ik had weleens naar de platen geluisterd maar nooit erg zorgvuldig. En nu ik de partituur inmiddels zo goed ken is het extra overweldigend welke enorme kwaliteit er uit de boxen komt.
En opwinding! Het moet een enerverende ervaring geweest zijn voor het orkest, net als dat destijds voor Strauss was tijdens het componeren.
Er staat een indrukwekkende lijst met solisten als Frederica von Stade, Ruth Welting (mevrouw de Waart) en José Carreras, maar het is vooral het orkest dat de sterren van de hemel speelt. Veel tijd en aandacht hebben ze besteed zijn aan deze grote onderneming, de eerste plaatopname van een complete opera in Nederland. Daarover kun je ook lezen in het informatieve boekje dat erbij zit. Edo de Waart verdient een groot compliment, maar zeker ook opnameleider Wilhelm Hellweg. En achter de schermen blijkt Ed Spanjaard al zijn steentje te hebben bijgedragen. Daar zal Opera Zuid, waar hij de opera afgelopen jaar dirigeerde, nog van geprofiteerd hebben en indirect dus ook DNO, op zoek naar invallers.



In bijna elke organisatie zul je achter de schermen mensen tegenkomen die zeker zo belangrijk voor de resultaten zijn als de mensen in de schijnwerpers. Dat geldt ook voor ons orkest en voor Alie Mink, die als artistic administrator vorige week afscheid  van het orkest nam. Ik weet niet hoe lang ze bij ons gewerkt heeft en welke titels tijdens die jaren bij haar functie hoorden, maar zij was degene die de contacten onderhield met de dirigenten en solisten. Ze is ook een tijdlang tourmanager geweest maar ik heb haar vooral leren kennen en waarderen in mijn werk voor de artistieke commissie, in soms moeilijke tijden. Ze had altijd aandacht voor het belang van de orkestleden. Iedereen, binnen het orkest en in de internationale orkestenwereld kende Alie en Alie kende iedereen. Vele oud-collega's kwamen dan ook naar haar afscheidsreceptie. Dat waren de musici die destijds met Edo de Waart Der Rosenkavalier opnamen en die er ook voor gezorgd hadden dat Simon Rattle zich prettig voelde in Rotterdam.

Je hebt, zelfs als orkest, de neiging om vooruit te kijken en het verleden te vergeten maar voor een gezonde ontwikkeling is het noodzakelijk om regelmatig stil te staan bij dat verleden. Dat verleden blijft een essentieel onderdeel van de identiteit. Een orkest ontwikkelt zijn kwaliteit in de loop van vele jaren. En hoe kwetsbaar dat is, hoe snel dat afgebroken kan worden, realiseren we ons des te meer in deze politiek zware tijden.
Voor Alie Mink zal wel weer een goede opvolger komen, maar we zullen haar zeker missen.
En de collega's van nu zullen ervoor moeten zorgen dat we over dertig jaar weer met de Rattle's van de toekomst kunnem werken.

Maar ik hoop ook dat we Simon de afgelopen maand voldoende aanleiding hebben gegeven in de toekomst een plek voor ons in zijn agenda in te ruimen. Dat zal zeker van meerdere factoren afhangen.
Wat rest zijn mooie herinneringen.
Zoals de manier waarop hij het accoord onder 'sonderbar'  neerlegde, fluisterzacht: 'Die Zeit ist ein sonderbar Ding.'
En dat is het!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten