zondag 15 januari 2012

Idioom

Bij de keuze van een dirigent voor het Weense Nieuwjaarsconcert kan Oostenrijks, of zelfs Weens bloed een pre zijn, aldus Franz Welser-Möst (Linz) in het ORF-interview (zie vorige post).
Willy Boskovsky (Wenen), ooit concertmeester van het orkest, was jarenlang de vaste dirigent en Karajan (Salzburg) dirigeerde zeker een van de mooiste afleveringen. Toch waren voor mij Kleiber en Harnoncourt de, zeer verschillende, hoogtepunten. Beiden weliswaar Oostenrijker, maar geboren in Berlijn.
De Weense wals - de timing van de tweede tel, de opmaat, dat soort dingen - moet je voelen. Dan heb je vast een voorsprong als je het land en het volk door en door kent. Ik begrijp ook dat Haitink en Rattle niet staan  te trappelen om die muziek te dirigeren. Maar ook Oostenrijkers gaan zeer verschillend met hun muziek om en een Russische dirigent, om maar een alternatief te noemen, kan interessante bijdragen en invalshoeken laten horen. Bovendien zit de muziek bij de spelers zo in het bloed.

Dat kan bij Dvorak ook meespelen. Boheems, Slavisch. Het karakter van de muziek heeft veel met de volksmuziek te maken. Zelfs als je de 'Nieuwe Wereld' speelt, die hij in Amerika schreef, toen hij een paar jaar direkteur van het conservatorium in New York was. Hij zal vast wat van de neger-melodieën, de songs van de zwarte slaven, hebben verwerkt en de energie van de maatschappij daar. Maar in essentie blijft het Tsjechische muziek, het werk van een musicus vol heimwee. Of om Harnoncourt te citeren: "Diese Musik geht mir unter die Haut. Das ist sicher das slawische Element, das Abschiedhafte, diese riesige Träne." En altijd heerlijk om te spelen. Je merkt dat Dvorak zelf orkestmusicus was en ervoor zorgt dat alle partijen leuke dingen te spelen hebben.

Je kon die Negende dit weekend overal in Nederland horen, niet alleen bij ons. Bij ons stond een jonge Deense dirigent, Thomas Sondergard, maar Jaap van Zweden deed hem in de Zaterdagmatinee. Ook hij is muzikaal min of meer naar Amerika geëmigreerd dus heeft misschien een voorsprong. Of had het Nedpho de beste uitgangspositie met Jakub Hrusa? Hij is tenslotte een talentvolle Tsjech. Allemaal goede dirigenten en goede orkesten, dus er zal overal veel te genieten zijn geweest.
Extra attractie bij ons was de invalbeurt van Benjamin Schmid in het Tweede vioolconcert van Bartok.
Ook voor dat stuk, voor die componist is een klik met de Hongaarse cultuur, taal en volksmuziek onontbeerlijk. En een flinke dosis techniek. Bovendien kent hij de kunst van het improviseren, waar hij zelfs cursussen in geeft.
Het was indrukwekkend om te zien hoe zijn spel zich tijdens de repetities ontwikkelde tot het niveau van het concert. Ik wil Vilde Frang graag een keer horen, maar een betere invaller hadden we niet kunnen hebben.

En hoe Frans moet een dirigent zijn om Daphnis et Chloé te dirigeren?
Yannick heeft zijn band met het idioom van Ravel inmiddels wel bewezen.
Onze eerste cd, met alle lof en een Edison, bevatte de beroemde Tweede suite uit Daphnis maar deze week gaan we het hele ballet doen.
Zonder dans, maar met koor, en windmachine!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten