dinsdag 2 juni 2015

Origineel

Ik had graag nog willen schrijven over Berlioz en zijn Cellini, over de verwijzingen naar andere componisten, over Mahler als schatplichtige, het belang van zijn muziek en zijn originaliteit.
Maar de laatste voorstelling was zondag en dan is het ook echt weer even afgelopen.
Het was een mooie tijd met Hector.
Deze week is het bijvoorbeeld de beurt aan Alban.
Bij DNO worden we afgelost door de collega's van het KCO, die zich op Lulu storten.
Wij spelen komend weekend het Vioolconcert van Berg.
Wat mij betreft een van de absolute meesterwerken van de twintigste eeuw.
Ook Berg staat natuurlijk in een traditie.
Veel Mahler zit er in zijn muziek, maar ook wel Schubert, als je goed luistert.
Ondanks de dodecafonie, heeft hij een prachtig lyrisch en romantisch stuk geschreven.
Met een opvallend citaat van Bach: Es ist genug.
Niet alleen de noten komen van Bach, zelfs de klank van een orgel wordt 'geciteerd' in een combinatie van klarinetten en saxofoon, zoals te horen in een link in dit artikel over het werk.
Het merkwaardige bij Berlioz was overigens dat ik meer hoorde van componisten na hem dan van zijn voorbeelden. Er zal vast het een en ander terug te voeren zijn op Beethoven en Gluck, de inspiratiebronnen die vaak bij Berlioz genoemd worden, maar ik hoorde Verdi en Wagner.
Bij Wagner is dat vanuit de geschiedenis nog wel te verklaren. Zijn schoonvader en compagnon Liszt heeft in Weimar een belangrijke rol gespeeld in het uiteindelijke succes van de opera. Toch zal het vermoedelijk muziekwetenschappelijke onzin zijn als ik de cabaretier, die weigert het gezelschap nog verder wijn te schenken voordat er betaald wordt, te verbinden met Mime, die zich staande probeert te houden tegenover zijn pleegzoon Siegfried. In beide opera's hebben een kundig metaalbewerker als titelrol.
En die Verdi zat toevallig in de volgende scene, als het koor blij is dat het geld er is.
Het is een gevoel, dat onder meer zit in het tempo, dat als het ware net iets te langzaam gehouden wordt en daarmee een mooie spanning opbouwt. Maar juist dat tempo fluctueerde noch al eens van voorstelling tot voorstelling. Het is inmiddels geschiedenis.

Een van de sterkste voorbeelden van muziek die een ander stuk uit de toekomst 'citeert' is misschien wel de Tweede symfonie van Brahms. In de finale zit een kwartenmotief, unisono in het orkest, waarbij menigeen meteen  aan de inleiding van de Eerste van Mahler wordt herinnerd. Het merkwaardigs is dat dat omgekeerd nooit gebeurt.
Het begint rond 5:08

Dit weekend speelde ik een vroeg werk van Mozart, met een onverwacht mooi middendeel in mineur. Het was een van de kwartetten die hij zal zestienjarige voor een reis naar Milaan schreef.


En het deed me zo denken aan de aria van Barberina waar Mozart zijn laatste acte van Le nozze di Figaro mee opent, veertien jaar later.
Ik leerde het ooit kennen als filmmuziek voor Kaos  van de broers Taviani:


Het was bij de tiener Wolfgang al met een ongelooflijke diepgang aanwezig.
Een wonder.
En voor mij weer een grote verrassing.

Komende zaterdag klinkt muziek van een ander zestienjarig genie.
Mendelssohn en zijn octet.
Ook daar kan ik alleen maar in verwondering naar luisteren, of, in dit geval, spelen.
Met de Rotterdam Philharmonic Strings in Delfshaven 


1 opmerking:

  1. Weer een erg goed artikel! Is het niet treurig dat het RphO op de sociale media alleen maar rept over Julia en King of Games. Een beetje achtergrond over de klassieke meesterwerken is vrijwel niet te vinden. Op de website word ik verwezen naar een inleiding in de Doelen zelf (die om 19.15 veel te vroeg begint) en waarvoor ik voor 4 euro een kaartje moet kopen.

    BeantwoordenVerwijderen