maandag 9 mei 2016

De oude Prokofjev en de jeugd

Ik weet nog niet hoe ik ernaar moet luisteren.
Prokofjev schreef zijn laatste symfonie in opdracht van de Russische omroep als muziek voor een kinderprogramma!
Het was 1952, Prokofjev ziek en armlastig, sinds hij in 1948 in ongenade was gevallen bij het communistische regime. Zijn Zesde symfonie, volgens mij een van zijn meesterwerken, was afgekraakt en verguisd. Zijn eerste vrouw zat, op beschuldiging van verraad, opgesloten in een werkkamp.
Was de Zevende symfonie een poging om het goed te maken?
Is het een stuk vol ironie en verborgen boodschappen?
Was de jeugd, nog onschuldig, het enige publiek waardoor hij zich nog een keer kon laten inspireren?
Of keert de componist, die ooit met Peter en de wolf  de jeugd van vele generaties en nationaliteiten optimaal bediend heeft, terug naar zijn eigen kindertijd?
De zes concerten van onze laatste tournee hebben me daar geen antwoord op gegeven.
Het stuk past wel bij het beeld van eenvoud, die vele componisten in hun late werken bereiken.
Prokofjev zou een jaar later zijn laatste adem uitblazen. Overigens vrijwel ongemerkt want alle aandacht ging naar Stalin, die dezelfde dag het leven liet.
Het lijkt alsof diepgang ontbreekt, maar tegelijkertijd verwijst Prokofjev met opusnummer en toonsoort, opus 131 in cis klein, rechtstreeks naar een van de grootste en diepste werken van Beethoven, het zevendelige, Veertiende strijkkwartet.
Als Prokofjev iemand van getallen was, waar ik nooit iets over gehoord heb, zal 7 wel iets hebben betekend. 1952 was het jaar waarin hij 61 (6+1) werd.
Misschien is die Zevende niet het ideale tourneestuk, muziek waarmee je meteen indruk maakt op een zaal, muziek waarmee je veel van jezelf kunt laten horen.
In dat opzicht zou de Vijfde veel effectiever geweest zijn, of een Symphonie Fantastique, stukken waarmee we vaker op reis zijn gegaan.
Maar het is wel zinvol, als onbekende muziek van een bekende componist.
Aan de kwaliteit ligt het niet
Yannick maakte er een meeslepend verhaal van en het publiek, van Zürich tot Wenen en Brussel, reageerde met veel enthousiasme.
Terwijl men voor de pauze ook al het onbekendere Tweede celloconcert van Sjostakovitsj had moeten verteren.Volgens biograaf Meyer 'misschien het beste van al zijn instrumentale concerten'. Meer een symfonie dan een celloconcert, met alle kenmerken van zijn symfonische stijl: sterke cantabiliteit, grote spanningsbogen, vitaal, met humoristische en groteske elementen. Toch is het blijkbaar zo weerbarstig dat het nog weinig wordt uitgevoerd.
Nog net geen late Sjostakovitsj, zou ik zeggen.
Wat ik mij voorafgaand aan de reis niet gerealiseerd had was dat Zürich een belangrijke stad is geweest in het leven van Richard Wagner.
Villa Wesendonck, waar hij hevig verliefd werd op de vrouw van zijn weldoener en zich liet inspireren tot Tristan und Isolde, ligt op een steenworp afstand van de zaal.
Maar ook hotel Baur au Lac waar hij zijn kring bewonderaars Der Ring des Nibelungen heeft voorgelezen iis nog in bedrijf.
Bij Musik Hug, inmiddels vijf etages aan de Limmatquai, moet hij ook al klant geweest zijn.
Ik vond er in de ramsj een mooi boek over de dramaturgie van de leidmotieven bij Wagner: Ahnung und Erinnerung.
Daar kan ik nog een paar jaar mee voort.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten