dinsdag 12 maart 2019

Van Parsifal tot Petroesjka

Er zijn van die combinaties tussen componisten, ofwel composities die schuren, die ongemakkelijk voelen, die pijn doen aan je ogen.
Door zo'n combinatie werd ik onlangs verrast: Wagner en Stravinsky.
Muziek die je niet snel op één programma zult tegenkomen.
Of het zou te maken moeten hebben met Venetië, waar Richard overleed en Igor begraven is.
Nee, waar het hierom gaat is Petroesjka.
Je zou zeggen: wat heeft Wagner daarmee te maken?
Het was Debussy die, vol enthousiasme over het nieuwe ballet, de componist een brief schreef, die begint met: Dankzij jou bracht ik een heerlijke paasvakantie door in het gezelschap van Petroesjka, de verschrikkelijke Moor en de verrukkelijke ballerina. En verderop: Bovendien is er een orkestrale onfeilbaarheid die ik enkel nog vond in Parsifal. U zult begrijpen wat ik bedoel natuurlijk. (...).
Ik weet niet of Stravinsky dat begreep maar voor mij is het nog niet zo helder.
Wat kan Parsifal nog voor Debussy betekenen?
Zijn enige opera Pelléas et Mélisande is doordrenkt van de wonderklanken uit Parsifal en ook wel uit Tristan, maar dat was 1902. Deze brief  schreef hij tien jaar later, als hij inmiddels met La Mer, Images, La martyre de saint Sébastien en de klarinetrapsodie duidelijk afstand lijkt te hebben genomen van die invloedssfeer. Ook Jeux, uit 1912, hoort bij die categorie, wat mij betreft.
Interessant dat Debussy juist in verband met die laatste partituur Parsifal weer aanhaalt in een brief die hij vier maanden later schreef. Hij heeft het dan over de problemen van de wereld, die hij bij het componeren even kon vergeten. Zo werd het vrolijke muziek, met vreemde bewegingen, waarvoor hij een orkest zonder voeten zou moeten uitvinden. En hij denkt daarbij aan een orkestklank, dat 'van achteren lijkt te worden belicht, waarvan enkele prachtige voorbeelden te vinden zijn in Parsifal.'
Is het de meesterlijke beheersing van het orkest, de perfectie die Wagner op dat gebied in zijn laatste opera bereikt had?
Ik had er nooit bij stil gestaan, maar natuurlijk kende Stravinsky Parsifal. Valery Gergiev had het er laatst nog over hoe belangrijk Wagner juist ook voor het Russische muziekleven was. De jonge Igor bezat een partituur en heeft die zeker intensief bestudeerd. De opera mocht tot 1913 niet buiten Bayreuth worden uitgevoerd, dus gehoord heeft hij hem niet, maar hij heeft zich er wel door laten inspireren bij zijn Scherzo fantastique. In Bayreuth zou hij hem nog wel te horen krijgen, maar pas in de zomer van 1912, toen hij daar met Diaghilev had afgesproken. Diaghilev zag er wel wat in om na 1913 met deze Wagner te touren, maar daar is het nooit van gekomen.
Sterker nog. Stravinsky hoorde Parsifal een half jaar later ook nog in Monte Carlo bij een besloten voorstelling, die men wegens juridische redenen maar een repetitie noemde, maar daar kon hij niets van het gebeuren zien. Wat misschien nog wel een voordeel was.
Maar toen was Petrushka al lang en breed, in 1911, in premiere gegaan.
Hopelijk krijg ik deze week bij de repetities en de concerten met Lahav nog een helder moment over de gedachten van Debussy.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten