maandag 17 november 2025

Namen leren (seizoensbrochure 7)

 Het is de hoogste tijd om dieper te duiken in mijn stapel seizoensbrochures. Er was even een tegenslag want 78/79 en 79/80 ontbreken in mijn stapel. Een teleurstelling, maar niet getreurd. Het wordt voor mij een sprong naar de tijd waarin ik regelmatig als publiek in de zaal zat, want in 1980 verhuisde ik van Middelburg naar Den Haag om daar aan het conservatorium te studeren. En de Doelen beviel me beter, om een aantal redenen, dan de Haagse PWA-zaal, waar het Residentieorkest meestal speelde. Ik zal deze brochure, nog steeds in de vorm van een affiche, vast op mijn studentenkamer hebben gehad om uit te kiezen waar ik heen wilde. En misschien ook wel om namen van orkestleden te leren en dan te zien wie er als solo-blazers waren ingedeeld. Dat ik later dat podium mijn thuis zou mogen noemen kon ik toen nog niet vermoeden.


Dat namen leren werd ons makkelijk gemaakt, want op acht foto's stonden alle orkestleden afgebeeld, ingedeeld per sectie: vijf voor de strijkersgroepen en dan nog hout, koper en slagwerk harp. Afwezigen, maximaal één per groep, staan in dit geval nog wel met naam genoemd. Een foto van chefdirigent David Zinman staat op de andere kant tussen de concertprogramma's, net als vaste gast Simon Rattle, met de intrigerende mededeling dat hij, wegens studieredenen, slechts één week aanwezig zal zijn. Kom daar tegenwoordig nog maar eens om. Dat jaar had hij gereserveerd om in Oxford Engelse taal en literatuur te studeren, wat hem tekent als mens en musicus. Geen haast om alle grote orkesten, die toen vast al in de rij stonden, te dirigeren maar rustig bouwen aan repertoire en een carrière, en daarbuiten. Ik kan me voorstellen dat zijn manager, Martin Campell-White, later de grote baas van Askonas Holt, daar een belangrijke rol in heeft gespeeld. En die ene week dirigeerde hij de Derde van Prokofjev, een nog steeds zelden gehoord werk. Ook dat was tekenend voor hem.

Zinman staat met veel programma's en een breed repertoire op de lijst. Fantastique, Wonderbaarlijke Mandarijn, Petroesjka, Mis van Schubert, Heldenleben (met Wiktor Liberman), Negende Beethoven, Brandenburgs Concert en niet alleen de Notenkraker maar ook het Sneeuwmeisje van Tsjaikovski. Alleen in de Z-serie ontbrak hij. Het vertrouwen in hem moet groot geweest zijn bij de planning van het seizoen maar volgens 'de kroniek' duurde dat niet zo lang. Al na drie maanden bleek dat hij niet zou verlengen (na 1 september 1982) en dat de samenwerking eigenlijk al heel moeizaam was.   

Van die concerten met Zinman heb ik er overigens, als ik het me goed herinner, niet veel gehoord. Wel het programma waarin Yo-Yo Ma debuteerde met zowel de Rococo-variaties en het Concert in D van Haydn. Ik zat niet ver van de solist en was meteen verkocht. Van de dirigent heb ik toen niet veel gemerkt. Overigens dirigeerde hij eerder in het seizoen ook al Alfred Brendel in twee pianoconcerten van Mozart, maar daar was ik niet bij. Blijkbaar een succesvolle formule. Dierbare herinneringen voor mij zijn Tennstedt met de Negende Schubert, fenomenaal! Vooral het Trio is me bijgebleven. Himmlische Länge. Het Gewandhausorkest kwam met Masur de Vijfde Beethoven spelen. Die had ik nooit eerder in de zaal gehoord. En ik herinner me nog de heel jonge Anne Sophie Mutter met de oude Ormandy. Toch ook een gebeurtenis.

En dan besef je dat ze tijdens dat seizoen op zoek moesten naar een nieuwe chef. Net zoals wij nu maar het zijn wel andere tijden. Leuk om te lezen welke namen toen als kandidaat werden gezien. Walter Weller, Eduardo Mata, Klaus Tennstedt, James Conlon. Conlon zou het worden als grote onbekende die in maart 1980 indruk had gemaakt met een Achtste Beethoven. Een constructie met Rattle en De Waart als vaste gast-dirigenten werd opgetuigd om te zorgen voor meer zekerheid. Ik denk dat de keuze, achteraf gezien, best een gelukkige was. Gelukkiger dan die voor Zinman.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten