Bij het Eerste was hij pas achttien, bij het Tweede bijna tachtig.
Allebei staan ze in Es groot, net als de meeste concerten van Mozart.
Vast een geschikte toonsoort voor het instrument.
Het Eerste hoor je het meest. Een virtuoos, effectvol stuk, maar nog niet zo lastig als het Tweede.
Hij schreef het voor zijn vader, Franz Strauss, een vermaard hoornist, die zelf ook voor zijn instrument had gecomponeerd.
Als solohoornist bij de Hofopera in München kwam hij regelmatig met Wagner in aanvaring.
Hij had een hekel aan de man en aan zijn opera's, maar scheen ze toch fantastisch te kunnen spelen.
Mozart en Beethoven waren zijn helden, en dat gaf hij aan zijn zoon door.
Net als de liefde voor de hoorn, die altijd Richards favoriete instrument zou blijven.
Dat is hem niet alleen met de paplepel ingegoten, hij moet er al in de moederbuik mee besmet zijn geraakt.
Hoe werkt dat dan als je daar na zoveel jaar naar terugkeert?
Niet alleen dezelfde toonsoort, ook in opbouw lijken de stukken erg op elkaar, en zelfs de stijl zou je eerder in de 19e eeuw plaatsen dan in de jaren '40 van de 20e eeuw.
Voor oudere mensen worden de gebeurtenissen uit hun jeugd vaak steeds belangrijker, en misschien ook wel de ouders. Zeker na de verschrikkingen van de oorlog zal de oude Strauss gezocht hebben naar houvast en verlangd hebben naar de gelukkige jaren toen hij nog jong en ambitieus was.
Vaker zijn het bij de grote componisten vaders geweest waartegen de zoon zich moest afzetten.
Beethoven, zoon van een zanger, die Ludwig als wonderkind wilde uitbuiten en zelf ten onder ging aan de drank. Of Schubert, die onderwijzer moest worden in de school van zijn vader.
Zij zullen hun vader niet liefdevol in hun muziek hebben laten terugkeren.
Mozart misschien wel, als hij ouder geworden was.
In de film Amadeus komt Leopold meer als boeman naar voren, als strenge vader die zich zorgen maakt over zijn losbandige zoon. De film is geen geschiedsgetrouw verhaal, maar de associatie met de muziek uit Don Giovanni, en dan vooral de rol van de Kommendatore, vind ik mooi gevonden.
Bij elke componist, elke kunstenaar speelt de vaderfiguur natuurlijk een rol in het werk, maar meestal is dat moeilijk te traceren. Het zou nog een interessante studie kunnen opleveren.
Voor zover de hoornsolo's bij Strauss terug te voeren zijn op zijn vader, heeft hij daarin tijdens zijn laatste jaren nog veel inspiratie gevonden.
Al in zijn laatste opera, Capriccio, dat hij al als zijn afscheidswerk beschouwde:
En misschien nog wel de mooiste in September uit Vier letzte Lieder.
Met de hoornist die deze week bij ons dat concert komt spelen:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten