dinsdag 14 oktober 2014

Vijftig

Niet alleen wìj vieren tegenwoordig de jubileumjaren van de grote componisten, ze hebben ze zelf natuurlijk ook gevierd.
Meestal weten we daar weinig meer van, maar Brahms schreef een uitnodiging aan zijn vrienden voor 7 mei 1883. Hij zou Abraham gaan zien, en wilde dat graag doen in het vertrouwde gezelschap van Eduard Hanslick, Theodor Billroth en Arthur Faber.
Een kleine Trauerkommers, noemt hij het in die brief aan Billroth, de beroemde chirurg en amateurmusicus.
Een besloten, wellicht weemoedig, feestje op maandagavond in zijn Weense appartement aan de Karlgasse.
Met ongetwijfeld veel champagne en sigaren.
Bij mij persoonlijk is die leeftijdsgrens een paar jaar geleden tamelijk geruisloos gepasseerd.
Wel gevierd natuurlijk, maar zonder de gewichtige lading die anderen er nog weleens aan verbinden.
Het moment waarop je terugkijkt op je leven, de balans opmaakt, gaat inhalen wat je gemist denkt te hebben. Is dit het nou?
Brahms was succesvol en beroemd, en na het overlijden van zijn antipode Wagner, eerder dat jaar, onbetwist de belangrijkste levende Duitse componist.
En hij was weer verliefd.
Hermine Spies, een jonge zangeres, had begin dat jaar zijn hart veroverd met de uitvoering van zijn lied 'Vergebliche Ständchen', opus 84 nr.4.
Brahms was nog altijd vrijgezel en wist ook eigenlijk wel dat hij dat zou blijven.
Bovendien was zij half zo oud als hij. Toch heeft hij nog vele hartstochtelijke brieven aan haar geschreven. En samen met dichter Klaus Groth, eveneens een bewonderaar van haar, componeerde hij Komm bald (opus 97, nr.5).

Maar hij viert zijn vijftigste verjaardag pas echt met het componeren van zijn Derde symfonie.
Een rijpe, zelfbewuste symfonie, gekleurd in milde herfsttinten.
Hij betrok hiervoor een schildersatelier in Wiesbaden, waar hij de zomermaanden doorbracht.
In de buurt van Hermine, vlak bij het wijngoed van een goede vriend in Rüdesheim, en in de nabijheid van zijn beste vriendin Clara Schumann en aan de oever van de Rijn.
Robert Schumann schreef ooit een 'Rheinische' symfonie, zijn Derde.
Maar waarom heeft Brahms daaruit geciteerd in zijn Derde?
Een terugblik op zijn leven, als vijftigjarige, waarin Schumann een beslissende rol speelde, of een hommage aan Clara, de liefde van zijn leven, waar hij de symfonie ook aan heeft opgedragen?
Of ging het alleen maar om de Rijn?
In dat geval zouden we ook nog eens kunnen gaan zoeken naar een verborgen verwijzing naar Wagners Rheingold...
We spelen de symfonie deze week als laatste van de Brahms-werken die we met Yannick inmiddels hebben gedaan. Dus niet als eerste, zoals The Gramophone onlangs ten onrechte vermeldde.
Misschien wel de mooiste symfonie van Brahms, als afsluiting.
Maar ook de minst gespeelde.
Is het omdat ie zacht eindigt?
Dat is meestal niet bevorderlijk voor het applaus.
Terwijl er wel wat te vieren valt.
Met twee veertigjarige jubilarissen.
Martin van de Merwe en Ad van Zon.
Dat is nog eens wat anders dan een vijftigste verjaardag.
Voor Brahms lag dat dicht bij elkaar, want in datzelfde jaar 1883 componeerde hij een lied op tekst van Rückert: Mit vierzig Jahren ist der Berg erstiegen.
Zo'n loopbaan in een orkest is misschien wel te vergelijken met het beklimmen van een berg: Wir stehen still und schauen zurück. Met trots op wat ze op het podium hebben mogen later horen!
Misschien is het nog eens een idee om een festival te vullen van vijftigjarige componisten.
Mozart en Schubert vallen dan al af en Beethoven zat halverwege zijn Missa Solemnis.
De Negende van Mahler mag er bij. De Vierde van Bruckner. La Chasse (nr. 73) van Haydn.
En de Derde van Brahms.

Wij spelen deze week ook nog de Siegfried Idyll van Richard Wagner (57 jaar) en de Vier letzte Lieder van Richard Strauss (84 jaar) 
De programmatoelichting uit Intrada is tegenwoordig als extra service op de vernieuwde website van het RPhO toegankelijk.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten