zondag 26 april 2015

New York en de opvolging

Het is, zoals gezegd, niet alleen Berlijn, waar een nieuwe chef-dirigent gezocht wordt.
Ook bij het Philharmonisch Orkest van New York heeft de artistiek leider aangegeven aan het eind van zijn periode te willen vertrekken.
Het contract van Alan Gilbert loopt tot 2017, dus daar zullen ze iets meer haast moeten maken.
Dat de keus destijds op hem viel was overigens een grote verrassing, die niet door iedereen met groot enthousiasme werd ontvangen. Daar kan zijn relatief snelle afscheid, na een periode van acht jaar, vanaf 2009, mee te maken hebben.
Toch krijg ik de indruk dat hij het niet slecht gedaan heeft en dat hij, zeker qua programmering, een duidelijke stempel heeft achtergelaten.
Bovendien was zijn aanstelling, als zoon van twee (voormalige) orkestleden, zeker uniek.

Ook in New York zullen ze nu moeten kiezen tussen iemand die de huidige lijn voortzet en op zoek gaat naar uitbreiding van het repertoire, waarbij veel van na 1900, of een grote naam die de speelcultuur van de grote romantische werken gaat koesteren, in navolging van voorgangers als Masur en Mehta.
De namen die genoemd worden vormen daardoor een ander lijstje dan de line-up voor Berlijn, waar binnen een paar weken witte rook verwacht wordt.
Twee mensen die goed voor de hedendaagse muziek zouden zijn, zijn Esa-Pekka Salonen en David Robertson. Salonen gooit waarschijnlijk de hoogste ogen, maar heeft na zijn periode in Los Angeles , verwend met de Walt Disney Hall, misschien weinig zin in een periode met een orkest zonder zaal, want Avery Fisher Hall wordt gerenoveerd voor een grote som geld, van een sponsor die ook zijn naam aan de zaal wil verbinden.
Robertson kennen we in Europa minder goed. Hij staat al een tijd in St.Louis, maar was de vorige keer ook al in de race voor deze post.
Een outsider in deze hoek, en bovendien een vrouw, zou Susanna Mälkki kunnen zijn.
Manfred Honeck, de Wener die Mariss Jansons met veel succes in Pittsburgh is opgevolgd, zou passen in een keus voor meer traditie.
Daniel Harding wordt genoemd, wat een verrassing zou zijn, maar die heeft wel aangegeven met zijn ervaringen uit het verleden te willen breken. Misschien past New York daar wel in.
En laten we onze landgenoot Jaap van Zweden ook niet vergeten. Hij kent New York, past bij de mentaliteit van Manhattan en wil vast, na een paar jaar Dallas, wel weer hogerop.
Ik weet niet wanneer ze in New York gaan kiezen, maar dat kan toch niet lang meer duren.
Ze zijn nu op tournee door Europa, met vorige week twee juichend ontvangen concerten in Amsterdam.
Eerder deze maand gaf Gilbert een lezing in London, de Royal Philharmonic Society Lecture 2015.
Een zinnig verhaal van een dirigent met visie op de toekomst. Een visie die hij in New York in de praktijk heeft kunnen tonen.
Hij gaat in op de speculaties rond de opvolging in Berlijn en natuurlijk ook bij zijn eigen orkest, waarbij hij constateert dat de meeste commentatoren vooral geïnteresseerd zijn in namen, minder in de vraag wat zo'n orkest eigenlijk nodig heeft. Een grote naam en een fantastische dirigent is niet altijd de garantie voor succes.
Modern repertoire moet je niet spelen uit plichtsbesef, maar omdat je vindt dat het stuk het verdient en omdat het zin heeft in de context van het programma. Hij meldt vervolgens met trots dat ze op deze Europese tournee uitsluitend twintigste-eeuwse muziek uitvoeren, behalve de stukken die van recenter datum zijn. Dat zie ik ons orkest, maar ook het KCO, nog niet zo makkelijk doen.
Het is wel hoopgevend dat het kan.
De belangrijkste voorwaarde is dat je bij je publiek, en ook bij de eigen musici, vertrouwen opbouwt dat de gekozen stukken het waard zijn om gespeeld en beluisterd te worden. En dat je naar de zaal moet om het mee te kunnen maken.
Het zijn bij onze concerten vaak de onbekende werken, zoals een Vioolconcert van Ligeti of een Symfonie van Suk, en zeker ook het nieuwe werk van Jeths, die veel bijval krijgen van de mensen die het hebben aangedurfd te gaan luisteren.
Zijn verhaal over de productie van Petrushka, die ze ook mee naar Londen hebben genomen, met poppen en andere visuele middelen is nieuwsgierigmakend. Misschien lijkt het op de Vuurvogel die wij ooit met Theater Terra deden, maar als hij zegt dat het voor het orkest 'fundamentally transformative' is geweest, ben ik wel benieuwd naar de rol van de orkestmusici in deze productie.
De trailer laat daar helaas niet veel van zien.
Ik ben ervan overtuigd dat er de afgelopen jaren in New York belangrijke ontwikkelingen zijn geweest, net als in Berlijn met projecten als Rythm is it en de geënsceneerde Mattheus Passion. Het zou goed zijn als er door beide organisaties opvolgers gekozen worden die op deze voedingsbodem verder kunnen creëren, en zo een voorbeeld blijven voor andere orkesten.  `

Naschrift: de Berliner Morgenpost houdt vandaag een enquête onder haar lezers. Ook een leuk spelletje. Het betekent in ieder geval dat het leeft onder de bevolking. Ik ben benieuwd hoe hoog Yannick eindigt. Tot vanmiddag (26 april) 17.00 uur.

3 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. David Robertson heeft meerdere keren het KCO gedirigeerd in de A-serie. Zou een goede keuze zijn voor New York, Susanna Mälkki ook.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ondertussen in Berlijn: "Der neue Chefdirigent soll erneuern - wie einst schon Rattle.
    Jung und unkompliziert soll er sein, der Nachfolger von Simon Rattle. Das wünscht sich das Berliner Publikum. Man setzt abermals auf die Kraft der Erneuerung - genau die hatte Rattle damals gebracht." (Berliner Morgenpost

    BeantwoordenVerwijderen