Je stapt er in, je wordt meteen gelanceerd, en stapt een paar uur later duizelig weer uit.
Soms krijg je even tijd, maar niet voor lang.
That's what we call opera.
Benvenuto Cellini heet de opera dit jaar, de componist Hector Berlioz.
Die kennen we wel.
Zijn Symphonie Fantastique hebben we al talloze malen uitgevoerd, waaronder gedenkwaardige concerten met Yannick (inclusief een cd-opname), Gergiev en Rattle.
En er gaat zelden een seizoen voorbij zonder een van zijn virtuoze ouvertures.
Zoals Benvenuto Cellini, en Le Carnaval Romain, die Berlioz later brouwde uit verschillende thema's van dezelfde opera.
Dat zorgt dan toch weer voor menig Aha-Erlebnis.
Maar de rest blijft fris en verrassend.
En verdraaid lastig, als je de excentrieke aanwijzingen van de componist serieus neemt.
En dat doet dirigent Mark Elder.
Sir Mark had ons al gewaarschuwd.
Een van de moeilijkste opera's uit het repertoire, volgens zijn inschatting.
Dat hadden we zelf ook kunnen weten, want we zijn met dit stuk ooit op reis gegaan.
In mei 1999 speelden we de opera concertant, met Gergiev in Amsterdam en de Londense Festival Hall. De solisten kwamen grotendeels uit de Kirov-stal, met een nog jeugdige en relatief onbekende Anna Netrebko als Teresa.
Veel tijd om van haar schoonheid te genieten hadden we niet, want de repetitietijd was, als gebruikelijk, beperkt gebleven en de uitgave waar we van speelden was een gloednieuwe Urtext-uitgave, de inkt nog nat, met alle versies (Parijs1, Parijs2 en Weimar) verenigd in een dikke partij.
Dat is smullen voor de liefhebbers van wetenschappelijk verantwoorde uitgaven, maar een jungle voor de praktische orkestmusicus, die in één oogopslag wil zien welke noten hij moet spelen.
Dit keer staat dezelfde editie op onze lessenaars, maar zijn de overbodige noten er grotendeels uitgeknipt. Dat levert hier en daar nog wel een chaotisch beeld op, maar daar is mee te werken.
Deze spectaculaire enscenering van regisseur Terry Gilliam, bekend bij de vele Monty Python liefhebbers, is dit seizoen al in Londen gegaan, maar met een andere dirigent.
Elder heeft zijn eigen keuzes gemaakt in de samenstelling van onderdelen uit de verschillende versies dus er moest nog tijdens de repetities flink geknipt, geplakt en gegumd worden.
Maar daar kunnen we dan ook even een paar weken mee vooruit.
Dat achtbaan-effect zal dan ook wel steeds minder worden.
Zo'n partij van een opera, dit keer toch ook weer over de honderd pagina's, heeft ergens ook iets weg van een stadsplattegrond. Als je een paar dagen ergens in een hotel zit komt zo'n kaart steeds meer tot leven en krijgt reliëf. Je leert waar je op moet letten en vindt de weg tenslotte bijna blindelings.
Met alle valkuilen die Berlioz voor ons in petto heeft.
En moderne effecten.
Cellini is een van de allereerste partituren waarin de basklarinet werd voorgeschreven.
Ook de ophicleïde, die de rol van de tuba op zich neemt, was nog betrekkelijk nieuw, maar zou vooral een Franse aangelegenheid blijven.
Maar ook voor ons cellisten had Berlioz iets nieuws bedacht: belletjes aan de sourdine. Verzin daar maar eens een praktische oplossing voor. Gelukkig heb ik creatieve collega's en waren er in de Stopera voldoende wasknijpers voorhanden. Het effect is bedoeld voor de scene waarin de buurvrouwen en dienstmaagden dreigen Fieramosco, de liefdesrivaal en artistieke concurrent van Cellini, in bad te stoppen: Ah! Maître drôle, ah! Libertin!
Tegelijkertijd moet de paukenist een stapeltje tamboerijnen op zijn paukenvel leggen, dus hoeveel van onze inspanningen in de zaal nog hoorbaar blijft is even de vraag. Maar geen moeite is ons te veel.
Komende week werken we naar de premiere toe, met tussendoor nog even een uitstapje richting Parijs.
Yannick is er weer en vergeet ook zijn Rotterdamse publiek niet: dinsdagmiddag een gratis Bevrijdingsconcert!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten