Aan hypes heb ik een hekel, die wekken mijn weerstand op.
Boeken die iedereen leest, laat ik meestal links liggen.
Maar als de Late Rembrandt in Amsterdam hangt, dan wil ik die niet negeren.
In de media is het event niet te missen, dat heeft het Rijksmuseum goed gedaan.
Maar de berichten uit Londen, waar de tentoonstelling eerder was te zien, waren dermate juichend dat een Rembrandt-liefhebber, zo beschouw ik mezelf wel, dat niet voorbij kan laten gaan.
Dus togen we vorige week, met tickets, hoge verwachtingen en fikse tegenwind, in alle vroegte richting Amsterdam.
Ik zal hier op de tentoonstelling niet te diep ingaan.
Het is een unieke verzameling hoogtepunten, en enkele minder geniale werken, uit zijn oeuvre, die je nooit meer zo samen zal zien. Ook niet los van elkaar, overigens. Verschillende schilderijen komen uit verzamelingen waar je niet zo snel bij komt.
Een must voor iedere geïnteresseerde, die er dan wel tegen moet kunnen dat er nog talloze mensen op dat moment hetzelfde willen zien.
Ik kom er vast nog wel een keer voor half mei.
Een tweede bezoek aan een expositie kan soms een bijzondere meerwaarde bieden.
Wat voor dit verhaal misschien interessanter is, is een vraag die bij me opkwam: is Rembrandt te combineren met Bach?
Dat je, bij wijze van spreken, vanuit de tentoonstelling rechtstreeks het museumplein oversteekt en je in het Concertgebouw laaft aan de Mattheus-Passion? Als totaal-ervaring.
Een Nederlandse schilder uit de Gouden Eeuw en een Duitse componist uit de barok.
Rembrandt (1606-1669) was toch al 16 jaar dood toen Bach werd geboren.
En had hij wat met muziek?
De Gouden Eeuw was in Nederland niet een tijd van grote componisten, vergelijkbaar met het genie van een Rembrandt. Sweelinck kwam daar misschien nog het dichtste bij in de buurt, maar die was toch een generatie ouder
Misschien werd zijn muziek nog wel gespeeld in de Amsterdamse kerken waar de schilder kwam. Ik weet het niet. Het ging waarschijnlijk toch meer om componisten als Jacob van Eyk of Constantijn Huygens. Luisteren naar die muziek staat voor mij te ver af van het kijken naar een Rembrandt.
Dan liever Bach.
Ik bekijk ze natuurlijk vanuit de tegenwoordige tijd, en de enorme bewondering voor beider werk.
Voor hun tijdgenoten was dat anders.
Voor zover ze hoog in aanzien stonden, waren ze dat in de laatste jaren van hun leven wel kwijtgeraakt. Rembrandt schilderde in een stijl die als verouderd gold en als men het halverwege de 18e eeuw over de grote Bach had dan sprak men over zijn zoon Carl Philip Emanuel.
Beide meesters waren overtuigd van hun kunnen en hielden vast aan wat zij goed vonden, in weerwil van hun omgeving.
Maar Rembrandt is niet de eerste schilder die je met muziek zou associëren.
Het Metropolitan Museum in New York had dit jaar een kleine expositie rond De Musici van Carravagio opgesteld, waarbij je wat instrumenten kon zien en horen op je koptelefoon.
Iets dergelijks had de Londonse National Gallery een paar jaar geleden met Vermeer
Ik vermoed dat in de levens van deze schilders, misschien niet thuis maar zeker bij de mensen waarmee ze te maken hadden, muziek een veel grotere rol speelde dan bij Rembrandt.
En bij het beschouwen van de schilderijen van Vermeer, waar niet gemusiceerd wordt, biedt de stilte van de getoonde scene volop ruimte om muziek in je hoofd te laten klinken.
Rembrandt toont een andere energie, een andere beweging.
Bovendien is hij niet scheutig met muzikale onderwerpen in zijn schilderijen.
Een voorbeeld dat ik me herinner is David, die voor koning Saul op de harp speelt:
Erg mooi staat die harp er overigens niet op.
De aandacht gaat toch vooral naar de emoties van de koning, die zijn tranen droogt.
Het is wel na 1655 geschilderd, en hangt in het Mauritshuis, maar ik zag hem niet in het Rijksmuseum hangen. Misschien geen authentieke Rembrandt?
Er blijkt ook een vroegere versie te zijn, uit 1630, die in Frankfurt hangt:
Met de harp meer op de voorgrond, maar de musicus nauwelijks zichtbaar.
De harpen lijken veel op elkaar en ook hier is het de koning die de aandacht trekt.
Niet te vergeten De fluitspeler:
Een ets uit 1642, waar de fluit van de jongen, waarmee hij onder de rokken van een herderinnetje gluurt, vooral een fallische betekenis lijkt te hebben.
En de trommelaar op de Nachtwacht.
Die past misschien wel het beste bij zijn maker.
Wat mij bij de tentoonstelling meer dan anders frappeerde was Rembrandts kunst van de suggestie.
Met een enkele veeg, een klodder verf, of juist het weghalen daarvan weet hij een enorme wereld op te roepen. Een wereld van licht, een gezichtsuitdrukking, een menselijk karakter, een beeld van zichzelf.
Dat is toveren.
Die magie is prima te vergelijken met de Bach van de cellosuites. Daar zijn het vaak maar een paar noten, maar met de suggestie van prachtige harmonieën en tegenstemmen. Het oor verzint er, gestuurd door de componist, een hele wereld omheen.
Grote kunstenaars.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten