maandag 30 maart 2015

Traditie of vernieuwing

Tsja, misschien had ik het niet moeten schrijven.
Dudamel in Berlijn leek me, tegen de mening van velen in, een goede optie.
Hij past perfect bij een orkest dat nieuw en jong publiek wil aanboren, streeft naar een voortdurende aanwezigheid in de media, een sexy uitstraling. Dat soort zaken. Een van de snelst rijzende sterren van de afgelopen decennia.
En uitgerekend deze week tekent hij bij in Los Angeles, tot 2022, met de duidelijke boodschap dat hij zich wil focussen op zijn twee muzikale families (Simon Bolivar is de andere).
Zo werd gemeld vanuit Tokyo.
Een derde orkest erbij is misschien niet helemaal uitgesloten, zoals hij met Göteborg een aantal jaren heeft gedaan, maar voor Berlijn is dat geen optie.
De Philharmoniker zullen een flinke claim op hun artistieke leider willen leggen, en dat lijkt me ook terecht.
Het voordeel dat Berlijn als toporkest heeft - wie wil er niet chef zijn van het beste orkest ter wereld? - is tegelijk ook hun nadeel. Wie durft het aan, wie zet er alles voor opzij, bij wie past het in het loopbaanbeleid op de langere termijn?
En wie blijft er dan nog over?
Christian Thielemann wordt het meest genoemd.
Een terugkeer naar de klank en het repertoire van Karajan, waar menig orkestlid naar schijnt te smachten. De vraag is dan of Thielemann zijn operawerk in Dresden los wil laten, terwijl dat zijn grote liefde en kracht is. Of zou hij nog ergens een opera-job erbij kunnen krijgen? Wenen is net vrijgekomen. Dat zou nog meer een terugkeer naar de Karajan-era zijn.
Zijn repertoire lijkt wat beperkt en hij heeft in politiek opzicht een enigszins discutabele reputatie, maar dat hoeft de Berlijners niet te weerhouden van een stem op hem.
De manier waarop hij, na een conflict over autoriteit, vertrok uit München, en waar hij in Dreden ook tegenaan liep, verhoogt zijn kansen niet.
Maar dit weekend laat hij in de Duitse pers doorschemeren, dat hij er wel oren naar heeft. Zo lees ik het tenminste. En de onderhandelingen over een verlenging in Dresden moeten nog plaatsvinden.
Als het repertoire, de band met het verleden en de klank waar Berlijn beroemd mee werd, prevaleert zou Daniel Barenboim een alternatief kunnen zijn. Dat was hij ook al toen Rattle werd uitgekozen en inmiddels is hij de 70 al gepasseerd. Barenboim geldt overigens meer als aanhanger van Wilhelm Furtwängler dan van Karajan, maar dat mag de pret niet drukken. Hij zou dan wel een tussenpaus worden, maar misschien past dat ook wel bij de moderne tijd.
Is leeftijd een issue?
Misschien is te oud dan minder een bezwaar dan te jong. Barenboim kan er vast nog een aantal jaren mooie dingen doen, Dat geldt ook voor Jansons, en misschien zelfs voor Haitink (86), die onvermoeibaar doorgaat en al jaren een goede band met het orkest heeft,
Het voordeel is dat deze heren zich niet druk hoeven te maken over wat ze na Berlijn nog kunnen doen. Na het bereiken van de top kun je tenslotte alleen nog naar beneden.
Rattle heeft op die afdaling voor het London Symphony Orchestra gekozen, wat in zijn zoektocht naar avontuur en nieuw publiek, een goede keus zou kunnen blijken. Voor dirigent en orkest.
Yannick wordt genoemd, maar die heeft zich vast verbonden aan Philadelphia, (naast Rotterdam en Montreal) en zelfs onlangs bijgetekend tot 2022. Zal Berlijn die vier jaar willen overbruggen met een Barenboim of een Jansons, totdat Dudamel en Yannick tijd hebben?
Of eerder voor Nelsons, die net in Boston is begonnen aan een contract voor vijf jaar.
Hij heeft al gezegd dat hij nu niet geïnteresseerd is, maar hij is eerder beschikbaar dan zijn generatiegenoten.
The Guardian bood deze maand een helder overzicht van kanshebbers voor de stemming op 11 mei.
Ook Chailly, Muti en Petrenko worden genoemd.
Die laatste, Kirill Petrenko wel te verstaan, is een apart geval.
De Berliner Morgenpost noemde hem een half jaar geleden nog als een van twee kandidaten.
Maar de laatste keer dat hij de Berliner zou dirigeren haakte hij onder onduidelijke omstandigheden op het laatste moment af. Het was Daniel Harding (geen kandidaat?) die insprong voor Mahler 6.
Inmiddels heeft Petrenko zich ook bij de Bayreuther Festspiele voor de hele Ring afgemeld.
De ene keer dat ik hem in de Met hoorde dirigeren, overtuigde me wel van zijn unieke kwaliteit, maar hiermee prijst hij zich uit de markt, althans de markt waar we het nu over hebben.

Auteur Tom Service van The Guardian ziet in een keus voor Barenboim of Jansons de beste oplossing.
Voorlopig houd ik het maar even veilig bij Thielemann, maar blijf de pers ook op de voet volgen.
En wat gaat er gebeuren bij de New York Philharmonic, de Weense Staatsopera, de Metropolitan om maar een paar interessante (bijna) vacatures te noemen?

Naschrift: nog een interessante aanvulling op het thema in Die Welt van 2 april, met opmerkelijke uitspraken van Rattle!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten