En we hebben elkaar de afgelopen weken inderdaad beter leren kennen.
Met elkaar gerepeteerd, gereisd, onder zeer uiteenlopende omstandigheden concerten gegeven en met elkaar gespeeld. Want met de pianist Lahav Shani krijgen we als musici op een andere manier contact dan met de dirigent. Een extra dimensie in het naar elkaar toegroeien van orkest en toekomstig chef-dirigent.
Het doet wel een beetje denken aan een jaar of tien geleden toen we met Yannick begonnen.
En toen ook zijn naam nog niet overal een bel deed rinkelen.
Inmiddels staan ze overal voor hem in de rij.
Het zou kunnen dat Shani wat dat betreft, althans in Europa, een stukje verder is, hoewel de presentator van het concert in Amsterdam het presteerde om herhaaldelijk de naam te verbasteren tot Shahav Lani. Het zal Shani zeker niet vaak meer gebeuren. En die arme presentator waarschijnlijk ook niet.
Het publiek in Rotterdam, Amsterdam en Ravello heeft hem in hun armen gesloten en ook de pers liet zich niet onbetuigd. Er konden heel wat ballen verzameld worden.
En natuurlijk wordt Lahav ook door ons vergeleken met zijn voorganger, maar eigenlijk lijken ze helemaal niet zo op elkaar. De techniek van dirigeren doet eerder aan Valery denken, minder energiek, in zekere zin soberder, maar heel efficiënt. Hij biedt ruimte, diepte en duidelijkheid.
En zo zijn ook de repetities. Zelfs voor de openluchtconcerten wordt nog op details gewerkt die toch gedeeltelijk zullen vervliegen in de omgeving. Maar het levert een prachtig resultaat op.
Een investering in de kwaliteit van zijn toekomstige orkest.
Vooral zijn aandacht voor ritme is opvallend.
Wellicht is het een en ander terug te voeren op zijn mentor Daniel Barenboim, maar die ken ik niet goed als dirigent. Het meeste zal zuiver Shani zijn.
In de keuze van het lichtere Amerikaanse repertoire, met een intrigerende symfonie van Weill als meest serieuze element, heeft hij ook al snel voor de hand liggende kwalificaties onderuit gehaald.
Ik zag hem in de eerste plaats als dirigent voor het diepzinnige Duitse repertoire, Brahms, Bruckner, Mahler, Beethoven en in de toekomst vast ook een zinderende Wagner, maar zijn Gershwin en Bernstein blijken ook onweerstaanbaar.
Spannend bovendien om dan te openen met een iconisch Ives: The unanswered question.
En met gevoel voor humor kwam die onbeantwoorde vraag, het trompetthema, in Rotterdam nog even tijdens de cadens van Gershwin om de hoek kijken.
Een aantal vragen zijn met deze reeks concerten wel beantwoord.
De dialoog wordt in november voortgezet met Brahms en Ravel.
Een must voor degenen die de opkomst van dit bijzondere talent niet willen missen.
dinsdag 29 augustus 2017
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten