donderdag 26 oktober 2017

Turangalila

Ik dacht dat ik, na een intensieve periode met het Quatuor pour la fin du temps, wel een beetje thuis zou zijn in het idioom van Messiaen, maar Turangalila blijkt vooral uit andere vaatjes te tappen.
Er zitten niet veel jaren tussen de stukken, het kwartet was in 1941 voltooid, vijf jaren later begon hij aan de symfonie, maar de omstandigheden en het medium zijn wel totaal verschillend.
Als opmaat voor de symfonie schreef hij een liederencyclus, Harawi, een gezang over liefde en dood. Hij componeert het in de eerste maanden na de bevrijding.
De titels lijken wel wat op elkaar, maar Harawi komt uit het Quechua (een oude taal uit Peru) en Turangalila is Sanskriet. De verbinding ligt vooral in de Tristan-mythe die aan beide ten grondslag ligt. De legende die symbool staat voor alle grote liefdes en liefdesverhalen in de literatuur.
Een Franse Wagner zo vlak na de ondergang van het Derde Rijk?
Misschien meer nog een ont-wagnerde, een bevrijde versie van het eeuwenoude verhaal. 
De opdracht kwam overigens uit Amerika, uit Boston, van Serge Koussevitzky die daar chef-dirigent was. We kennen zijn naam tegenwoordig vooral van zijn Concert, vaste prik is op contrabasaudities.
Hij begon als bassist maar behaalde zijn grootste successen als dirigent.
Maar echt een monument heeft hij verdiend met de composities die hij mogelijk heeft gemaakt.
Deze Messiaen is natuurlijk zo'n topstuk, maar de bewerking die Ravel maakte van Moessorgski's Schilderijententoonstelling is helemaal niet meer weg te denken van de orkestprogramma's. En Bartok zou zijn Concert voor orkest niet op papier hebben gezet als Koussevitzky hem daar niet toe had uitgenodigd.
Een monument!
En een monument is het stuk zelf eigenlijk ook.
Steeds als het 'standbeeld'-motief in de trombones terugkeert zie ik een soort Commendatore uit Don Giovanni, een sculptuur van een strenge man voor me. Mozart gebruikte ook trombones. Messiaen maakt zelf een vergelijking met de beangstigende brutaliteit van oude Mexicaanse monumenten.
Een ander karakteristieke klank, die je niet snel zult vergeten is de ondes martenot, waar een electronisch geluid uit een ouderwetse luidspreker komt, doorgaans met een indringend vibrato, maar vaak toch ook heel ontroerend. De dame die het apparaat hanteert, een internationale specialiste, is naast ons geplaceerd. Ze kent niet alleen het instrument maar ook het werk op haar duimpje: ze speelt het helemaal uit haar hoofd!

Een mooie rol heeft het instrument ook in het lyrische langzame zesde deel, Jardin du sommeill d'amour. De geliefden zitten in de tuin, door hun roes bevangen. Één lange betoverende melodie.
Die doet me dan wel weer denken aan de beide Louanges in het Quatuor.
Merkwaardig genoeg blijkt deze veel vermoeiender, uitputtender voor je strijkarm te zijn dan het kwartet. Maar misschien vergt dat nog enige studie- en repetitietijd.
Een hoogtepunt van het stuk:



6 opmerkingen:

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Interessant blogpost weer, Eelco. Het heeft me altijd verbaasd dat Bernstein, die de premiere dirigeerde, het stuk daarna nooit meer heeft gedaan, geen idee waarom. Ik heb de Turangalila een aantal keren live gehoord, vooral olv Reinbert de Leeuw (met Jeanne Loriod op de ondes martenot en Yvonne Loriod op de piano), toch een beetje voor mij de referentie, de Leeuw doet dat ook als geen ander. Ik kon niet bij het concert zijn, ik zat in de Parijse Opera (in het waanzinnig mooie en overdadige Palais Garnier) voor een (o.a.) spectaculaire uitvoering van de Sacre olv Esa-Pekka Salonen, ik heb het nog nooit zo opwindend horen uitvoeren. Wat vooral opviel en wat me verraste is dat hij de laatste slotnoot van de tuba van het 1e deel iets langer aanhield dan andere uitvoeringen die ik heb gehoord, die houden die slotnoot van de tuba allemaal kort, maar in de partituur staat die noot toch echt iets langer genoteerd dan altijd wordt gespeeld. Ok, Salonen houdt die misschien ietsje te lang aan maar het had wel een impact op me, het had iets vulgairs bijna (zoals de tuba ook vulgaire klinkt in het Dies Irae uit de Symphonie Fantastique). Op Youtube is een uitvoering onder Salonen te vinden waarbij hij die zelfde noot ook langer aanhield dan gebruikelijk is. En wat een brok blijft het toch, met die flitsende strijker passages. En wat is die Salonen toch een multitalent (ook als componist timmert hij flink en succesvol aan de weg. Helaas in Nederland nog weinig bekend, in Amerika, Frankrijk en de UK dirigeert hij talloze concerten en regelmatig eigen werk.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Interessant Gerard. Ga ik eens naar luisteren. Het celloconcert van Salonen bijvoorbeeld is zeker een prachtig stuk. Ik zou het niet erg vinden als hij ons orkest eens kwam dirigeren met eigen of andermans werk.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. het zou best wel eens mogen. Salonen zet klassiek en modern vaak slim naast elkaar, hij kan het allemaal.

      Verwijderen
  5. Salonen kwam ooit naar Rotterdam, nota bene mèt de Turangalîla. Eind jaren '80. Ik was daar zelf niet bij ivm examen-perikelen. In 1995 is hij ook geweest met oa Graal Théâtre van Saariaho met Gidon Kremer. Na de pauze de complete vuurvogel. Concert ging ook in de Matinee. Ik herinner me dit nog levendig. Evenals een concert met de fantastische Susanna Mälkki die werken van Salonen dirigeerde, oa Gambit. Waar is zij gebleven? De Finnen zijn me nooit genoeg. Ik zie zeer uit naar J P Saraste die binnenkort Sibelius 5 dirigeert. Kan niet wachten.
    Overigens was ik afgelopen vrijdag bij de Turangalîla en heb uitzinnig genoten. Ook al was YNS er niet. (voor veel mensen kennelijk een reden om niet te komen...onbegrijpelijk..) Een vervanger kan prima uitpakken. Was het niet diezelfde J P Saraste die YNS enige tijd geleden (alweer...?) verving? En ons trakteerde op een werk dat me behoorlijk fascineerde (le ciel d'hiver, middendeel uit Orion van Saariaho).

    BeantwoordenVerwijderen