woensdag 13 december 2017

Nog een keer kiezen

Je kunt natuurlijk nog eindeloos doorgaan met de keuzes van de vorige blogpost.
En misschien is het nadenken erover, het afwegen, wel boeiender dan de uiteindelijke keuze.
En kunnen we ons tegelijkertijd gelukkig prijzen met de ongelooflijke rijkdom aan schitterende muziek die we kunnen beluisteren en kunnen spelen.
En dan toch weer even een keus: Mahler of Bruckner.
Ze zaten allebei ruimschoots in de documentaire Yannick, die afgelopen zondag weer in Lantaren/Venster draaide. Bruckner domineert, met uitgebreide fragmenten uit repetities en concerten met de Achtste, maar ook Mahler biedt mooie momenten in de film, met muziek uit de Eerste en de laatste, de Tiende symfonie. Vooral de emotionele beelden in de dirigentenkamer na het concert in Edinburgh blijven hangen.
Bijna alle Mahlers hebben we met Yannick inmiddels gedaan, de Achtste komt nog dit seizoen, maar dat geldt zeker niet voor Bruckner. Een ondergeschoven kind?

De belangstelling voor de muziek van Mahler is de laatste decennia enorm gegroeid. Vroeger gold het als moeilijke muziek, tegenwoordig lijkt het bijna een garantie op een volle zaal. Misschien is dat wel te ver doorgeschoten.
Daar heeft Bruckner geen last van, en daarom alleen al verdient hij op dit moment mijn voorkeur.
Bruckner staat meer buiten de tijd, Bruckner is meer in evenwicht, Bruckner wordt nergens banaal, zoals Mahler bij tijd en wijle. Bruckner is ruimte, diepgang, zorgvuldige zich opbouwende climaxen.
Bruckner is het wonder van beginnen met een nauwelijks hoorbare klank, een harmonie van zachte strijkerstremoli, alsof het aura zichtbaar wordt, de atmosfeer voelbaar.
Het is religie en het is mystiek.
En Bruckner wint het omdat hij deze week op onze lessenaars staat.
De Vierde, met dat magische begin van strijkers waarop een eenzame hoorn zijn thema kan uitvouwen.
Yannick is voor beiden in de wieg gelegd, maar elke goede Bruckner-dirigent is automatisch goed in Mahler. Drie van mijn favoriete dirigenten, Furtwängler, Celibidache en in zekere zin Harnoncourt bereikten grote hoogtes en peilloze diepten in Bruckner, terwijl ze Mahler praktisch links hebben laten liggen.
Celibidache verklaarde zelfs dat de hele Mahler hem gestolen kon worden.
Dat kan ik niet met hem eens zijn, helemaal niet, toch blijft hij voor mij een inspirerende musicus.
Je moet dirigenten ook niet altijd horen praten over hun werk.
Meestal geeft Celibidache af op andere dirigenten als ignoranten, die geen idee hebben van hoe je muziek moet maken. En zijn uitleg over hoe het wel moet is vaak moeilijk te volgen. En hij vond opnames maar onzin, een slap aftreksel van de ware ervaring. Ik heb het twee keer meegemaakt in Amsterdam, Bruckner 8 en 4, met zijn orkest uit München. En hij heeft mij met die concerten overtuigd.
Furtwängler had ik ook graag mee willen maken, maar daar ben ik dan weer te jong voor.
Ik luister nog graag naar zijn opnames, in het besef dat ook dat maar een deel van het verhaal is, zeker ook zijn Bruckner. Hij heeft er wel zinnige dingen over te zeggen, toen hij in 1939 het Duitse Bruckner Gesellschaft toesprak. Het was natuurlijk de tijd van Hitler en hij sprak over het Überzeitliche in de muziek van Bruckner, waar op dat moment zoveel behoefte aan was. Er arbeitete nicht für das Heute; er dachte in seiner Kunst nur an die Ewigkeit. So wurde er der missverstandenste der grossen Musiker. 
Hij gaat ook in op de kritiek van vormloosheid en een overmaat aan sequenzen. Dat wil zeggen, hij gaat er eigenlijk niet op in, dat zou te ver voeren, maar zegt wel dat een kunstwerk niet bepaald wordt door het ontbreken van fouten, maar door die Kraft und Grösse der Aussage.
Furtwängler was natuurlijk ook een kind van zijn tijd. Harnoncourt kijkt er al weer heel anders tegen aan. Die ziet een persoonlijkheid die last heeft van een opvoeding en zich schuldig voelt als hij Wagner mooi vindt, ja zelfs vereert. En dat hij dat dan ging biechten. Een eenzame man. Maar ook iemand die geen voorgangers en geen navolgers heeft gehad: er ist in die Musikgeschichte hineinexplodiert. 
Een fascinerende figuur in de muziekgeschiedenis. En altijd weer fascinerend om zijn muziek te spelen. Zoals het moment dat hij in de finale van de Vierde naar het coda gaat. Volgens Yannick een visionaire passage:

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten