vrijdag 23 maart 2018

Verbinden

Deze week kunnen we met recht spreken van een 'event'.
Groots, al weken uitverkocht, duur, de televisie is erbij, 'einmalig'.
En toch wil ik proberen Mahler 8 in perspectief te zetten, te verbinden.

In zekere zin is het gewoon de volgende stap in Yannicks Mahler-reeks.
Niet de laatste, althans van een voltooiing kunnen we niet spreken.
De Zevende ontbreekt nog.
En er zijn natuurlijk ook nog liederen die we nog niet speelden met hem, en Das klagende Lied.
Het begon ooit met de Lieder eines fahrende Gesellen in november 2007.
Ruim tien jaar later is er een hele reis afgelegd met, wat mij betreft de Tiende als een van de hoogtepunten. Dat belooft wat voor deze week.
Voor ons is het ook gewoon de volgende Mahler-symfonie, na de Zevende vorige maand met Gergiev.
Beide horen tot de middenperiode, hebben wat weerbarstigs, zijn iets minder populair dan de rest.
En toch blijkt er dan weer zoveel moois, intiems, lyrisch, van een ongekende schoonheid in die Achtste te zitten. Dat nog weleens makkelijk vergeten.
En wat ik ook vergeten was is het Meistersinger-idioom uit de Zevende dat ook duidelijk aanwezig is in het eerste deel van Achtste. De hang naar oude tijden, naar de Middeleeuwen, de tijd van Faust en van de kerkmuziek.
Waar de Zevende last heeft van zijn finale, overheerst bij de Achtste in de herinnering de massaliteit van het begin en het eind van het eerste deel.
Verbinden heeft Yannick ook hoog in het vaandel staan.
Het verbinden van de verschillende koren en alle solisten met het orkest.
Het verbinden van het Latijnse eerste deel met het Duitse tweede deel.
En ik was verrast hoe natuurlijk het voelt als aan het eind het begin weer terugkomt.
Een spanningsboog die Yannick fantastisch kan opbouwen, misschien ook geholpen door zijn Parsifal-uitvoeringen in de Met, afgelopen maand.
Elektra heeft hij ook gedaan, maar dat is toch een hele andere wereld.
Hoewel Mahler en Strauss in 1906 in Salzburg bij elkaar waren om Mozarts 150e geboortejaar te vieren terwijl ze hun werk aan de Achtste en Elektra even moesten onderbreken. De fascinatie voor een uit zijn voegen barstend orkest hing blijkbaar in de lucht.
Maar we kunnen ook een verbinding maken met de concerten vorige week, waarbij Truls Mork met een prachtige toegift eindigde: Waldesruhe van Dvorak. Mahler was ook een Bohemer en hield zeer van de natuur, de bossen en de bergen. En daar begint het tweede deel van de Achtste mee.
En de passiemuziek van volgende week is ook niet ver weg.
Mahler gebruikt weliswaar een pinksterhymne voor zijn eerste deel, maar moet in het gebruik en de afwisseling van de beide koren, en het kinder/jongenskoor, toch zeker naar de Mattheus Passion gekeken hebben.
Bovendien brengt Goethe in zijn tekst een vrouw naar voren, Magna Peccatrix, de zondige vrouw uit Lucas 7, die me erg doet denken aan de vrouw uit Mattheus 26, die Bach inspireert tot het Du lieber Heiland du, en Buss' und Reu' .  Bij Bach b mineur, bij Mahler (Bei der Liebe)  B majeur.
Maar de hemelse moment zijn bij Mahler, zoals ook al in de Vierde, in E majeur (24:59):



Geen opmerkingen:

Een reactie posten