zondag 6 februari 2022

Salome 2

 In Salome vallen best wat slachtoffers. Niet alleen Jochanaan, die onthoofd wordt. Het begint al met Narraboth, die het allemaal teveel wordt en de hand aan zichzelf slaat. Eigenlijk is het einde van de titelheldin minder duidelijk. Weliswaar zijn de laatste woorden, van Herodes, 'Man töte dieses Weib!' , zijn stiefdochter dus, maar wat zijn soldaten vervolgens doen is haar 'begraven onder hun schilden'. Je zou zeggen dat dat eerder een manier is om haar te beschermen of uit het zicht te brengen. Of toch zoals je ongedierte vertrapt? Zo klinkt het wel in het orkest, waar toonsoorten Cis groot en c klein heftig met elkaar botsen. En het zat ook al in de voorspelling van Jochanaan over de dochter van Babylon, oftwel Herodias, de moeder van Salome: 'sie werden sie mit ihren Schildern zermalmen!' . Alsof zij op deze manier moet boeten voor de zonden van haar moeder, die, als de woorden van de profeet kloppen, een liederlijk leven heeft geleid en met iedere stoere soldaat in haar omgeving het bed heeft gedeeld. Hoe zou haar leven na het slotakkoord verder gaan? Zonder dochter en waarschijnlijk verstoten door haar man. Of misschien ook gewoon ter dood gebracht. Is zij ook slachtoffer of vooral dader en aanstichter?

De slachtoffers op het podium kent iedereen uit het verhaal. Wat onvoorspelbaar blijft is hoeveel leden van het orkest, overigens ook op het podium, het einde van deze productie gaan halen. Ik heb nog nooit eerder meegemaakt dat er zoveel uitvallers zijn, elke repetitie weer. En een verrassing of en hoe die worden vervangen. Een groot avontuur. Niet alleen voor ons als uitvoerenden maar zeker ook voor het management. Maar het schijnt overal in de muziekwereld momenteel zo te gaan. Het is zeker heel wat waard om voorstellingen door te laten gaan, maar waar is de grens? We zullen er alles aan doen. En het maakt het ook wel weer bijzonder.

Met de première voor de boeg wordt voor mij steeds duidelijker waar de gevaarlijke passages zijn. Waar ik extra moet opletten. Op zangers, op collega's, op de dirigent en welk tempo hij kiest. Kansen genoeg om een verkeerde afslag te nemen, maar als je dat eenmaal een keer gedaan hebt ben je gewaarschuwd en onthoud je dat wel. Ik stel me voor dat je leven als nieuwkomer in een vast operaorkest er zo uitziet. Zeker als daar een systeem gehanteerd wordt waar elke week verschillende opera's van het vaste repertoire worden uitgevoerd, zoals in veel Duitse theaters. 

Hoe meer ik vertrouwd raak met mijn eigen partij hoe meer ik van de rest kan genieten. En dan valt bijvoorbeeld op hoeveel Strauss met zijn lage blazers doet. De heckelfoon, de lage hobo, zit vlak achter ons. We delen nog weleens eenzelfde melodie in hetzelfde register. Bij een enkele solo kun je het karakteristieke geluid goed horen, zoals wanneer Salome de wijn van Herodes afslaat: Ich bin nicht durstig, Tetrarch. De basklarinet is wat minder uitzonderlijk en heeft een wat grotere rol in de diepte, zoals wanneer Salome zich voorstelt hoe het beneden in de gevangenis is: in einer schwarzen Höhle. Maar het is vooral de contrafagot die opvalt met een paar uitgebreide passages in de schijnwerpers. De eerste keer aan het eind van de 3e scene, als Jochanaan weer naar beneden is afgedaald en voordat Herodes met zijn gezelschap naar buiten komt.  Hij speelt daar het motief van Salome zelf, waarmee de opera ook begon, maar dan heel laag. Strauss schrijft voor dat als de betreffende speler niet goed genoeg is het door de 1e fagot gespeeld moet worden. Dat gebeurt vast nooit meer, maar het zal dus wel lastig zijn. Een verkorte versie klinkt nog een keer als Salome het aanbod afslaat om op de troon van haar moeder te gaan zitten: Ich bin nicht müde, Tetrarch. En een afgeleide klinkt vlak voordat de beul zijn werk doet. Dat is ook een belangrijke scene voor de contrabassectie, te beginnen met een herhaalde hoge noot door één speler. De componist beschrijft hier precies hoe de klank gemaakt moet worden, tussen duim en wijsvinger. Een toon die 'dem unterdrückten Stöhnen und Ächzen eines Weibes ähnelt. Op dat moment staat Salome aan de rand van de cisterne te wachten totdat ze hoort hoe het hoofd wordt afgehakt: Es ist kein Laut zu vernehmen. Een geweldig effect van Strauss. Het zijn voor mij vooral de lage instrumenten die de bijzondere kleur van deze opera maken. Uiteraard ook als tegenstelling van wat er in de hoogte gebeurt. Schreckliches kann geschehn!





 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten