Is het toeval? De verdeling van Das Rheingold in 4 scenes, twee hoog in de bergen en twee diep beneden (onder de aarde en onder water) komt terug in de verdeling van de Ring in vier opera's, drie dagen en een vooravond. En die vooravond spelen we ook weer vier keer. Na een feestelijke première in onze eigen zaal, waar opvallend veel oud-collega's kwamen luisteren, live uitgezonden op medici-tv, volgde zaterdag een triomfantelijke avond in het Théâtre des ChampsElysées.
Het theater aan de Avenue Montaigne in Parijs voelt ook een beetje als onze eigen zaal. We hebben daar in de loop van de jaren vele gedenkwaardige concerten mogen geven, vaak twee of drie keer per seizoen. Die reeks werd met covid onderbroken dus dit voelde als thuiskomen. Een veel drogere akoestiek dan de Doelen, wat meestal betekent dat je meer moeite moet doen om een mooie klank te maken, maar in Parijs valt dat in de praktijk meestal erg mee. Het zorgt er met name voor dat je in het orkest andere stemmen beter hoort en voor de zangers is het vast ook gunstig. Het publiek, dat wel gewend is aan concertante opera op hoog niveau, brak na afloop de tent af en de Franse radio heeft het opgenomen voor latere uitzending. Het kan interessant zijn om later met enige afstand nog eens rustig de kwaliteit te beluisteren en te beoordelen. Al spelend ontgaat ons toch een groot deel van wat de zangers voor moois laten horen.
Dat moois van de zangers is beter te genieten als je het verhaal een beetje kunt volgen. Zanger Michael Volle noemt deze opera een 'Kammerspiel', waarbij dus de tekst en de verstaanbaarheid belangrijk zijn. Meer dan in de latere delen van de Ring , die meer en meer de lyrische kant op gaat. Daardoor kun je de gevoelige momenten misschien missen, hoewel ze er wel degelijk in zitten. Als Fasolt zingt over zijn liefde voor Freia dan ontroert Stephen Milling met een gevoelige diepe bas en als Fricka wanhopige pogingen doet haar man aan zich te binden, hem te overtuigen hoeveel ze van hem houdt raakt Jamie Barton zeker ook een gevoelige snaar. Maar de nadruk ligt waarschijnlijk meer op bijvoorbeeld het fysieke acteren van Samuel Youn, die als Alberich steeds een groot applaus krijgt. De interactie tussen Wotan en Loge, Volle en Gerhard Siegel blijft ook elke keer boeien.
Deze week is overigens ook de beurt aan het 'tussenprogramma' met Mahler, Alma en Gustav, en wat Silvestrov, als steun voor de Oekraïne. Met Mahlers Vierde gaan we het publiek in de Elbphilharmonie overtuigen en dat is wel toepasselijk. Mahler heeft als dirigent een belangrijk deel van zijn carrière aan de opera in Hamburg gedirigeerd, de jaren voordat hij aan de Hofoper in Wenen werd aangesteld en de opera's van Wagner, inclusief de Ring, vormden een belangrijk deel van zijn repertoire daar. Ook toen al had hij een grote reputatie als Wagner-dirigent en werd er nergens zoveel Wagner gespeeld als in Hamburg. Het seizoen eindigde altijd met een Wagner-cyclus in mei met steeds tien van de grote opera's, avond aan avond. Dirigent Bruno Walter, die daar zijn vriendschap en bewondering voor Mahler begon, noemt de Ring en de Meistersinger als de werken die het meeste indruk maakten. Hadden we daar nog maar wat van kunnen meemaken.
De Vierde symfonie componeert hij pas daarna als hij naar Wenen verhuisd is, maar iets van zijn Hamburgse ervaringen zal daar vast in verwerkt zijn. Ik verdenk Mahler er sowieso van veel elementen uit het opera-repertoire en dan vooral Wagner in zijn symfonieën te hebben verweven. Wie weet ontdekken we dit keer nog wat Rheingold in de Vierde. We hebben in ieder geval onze Freia als zangeres in het laatste deel, Das himmlische Leben. En die heeft het zelfs nog met Mahler zelf gezongen: