Het is goed dat het weer eens wordt gezegd, in deze tijd waarin de helft van de mensen op straat met oortjes in lopen. Met 'oortjes' die niet zijn om mee te horen maar om geluid naar je oren te brengen. En misschien nog meer om je van andere geluiden af te kunnen sluiten. Ik hoorde het Fokke Obbema, auteur van De zin van het leven gisteren op televisie zeggen: vaak is stilte het mooiste in de muziek.
Hij nuanceerde nog wel, leek het bijna terug te willen nemen: het hangt natuurlijk wel van de muziek af. Maar ik zou willen zeggen: stilte is een belangrijk onderdeel van alle goede muziek. Vanuit stilte ontstaan de eerste geluiden en die stilte blijft een continue ondergrond waarop het kunstwerk zich ontvouwt. Zonder die stilte geen muziek. En zeker geen Bruckner.
Weinig componisten die de stilte zo mee componeren als Anton Bruckner. We gaan binnenkort de Negende weer spelen. Een van die symfonieën die met een bijna onhoorbaar akkoord begint, tremolo in de strijkers. Een moment waarin de stilte ongemerkt overgaat in klank. En van een akkoord is dan in dit geval nog nauwelijks sprake, als iedereen met de toon d begint. En het is niet alleen de stilte van het begin. Ook onderweg creëert de componist vele momenten waarin ademgehaald wordt, momenten van rust, van het uitklinken van een akkoord. En in de driedelige onvoltooide versie die wij spelen is de ontbrekende finale als het ware één groot moment van stilte. Er zijn op basis van de schetsen verschillende voltooiingen gepubliceerd en uitgevoerd maar zonder finale is de symfonie waarschijnlijk nog steeds het meest overtuigend. En ik verheug me zeer op deze volgende Bruckner van Lahav, die we ook nog mee op tournee nemen.
De stilte werd ook gevierd afgelopen weekend in museum Voorlinden, waar we op de vroege zaterdagochtend gereserveerd hadden voor het stilte op sokken uur Schoenen uit, telefoon op stil, mond dicht en de tentoonstelling van Giuseppe Penone ervaren. Het zonnige weer hielp mee, fietsend door de bossen naar het prachtige landgoed, maar Penone heeft iets bijzonders te bieden. De sokken waren vooral bedoeld om een reliëf in de vloer te voelen maar het schept ook een band tussen de bezoekers, die niet tegen elkaar mogen praten. Hoe weldadig dat geweest is ervaar je als na een uur het 'gewone' publiek het museum vult met het gebruikelijke lawaai van alledag. We hebben, zonder schoenen, nog wel genoten van andere hoogtepunten in het museum en de heerlijke museumshop maar dat eerste uur was echt een traktatie.
Een traktatie is ook de tentoonstelling Manhattan Masters in het Mauritshuis. Altijd al een heerlijk museum door zijn overzichtelijke afmeting en daarbinnen toch een aantal absolute topstukken. Vanuit New York zijn daar nu tijdelijk een tiental aan toegevoegd. Een prachtig groot zelfportret van Rembrandt - die ogen! - is een blikvanger. Maar ik merk dat ik nog meer geraakt word de Vermeer die er hangt. En misschien heeft ook dat wel met stilte te maken. Bij mij zit Vermeer een beetje in dezelfde hoek als Piero della Francesca, een van mijn absolute favorieten uit de Italiaanse Renaissance. Zo'n schilder waar je altijd even langs moet als je toevallig in de buurt bent. En hoe verschillend deze meesters ook zijn, ze raken elkaar in de rust, het evenwicht, de stilte die hun werk uitstraalt. Heel anders dan Rembrandt. En misschien dat ik daarom wat geïrriteerd raakte door het geluid van de documentaire die non stop aan de andere kant van het schilderij werd afgespeeld. Andere keren zijn het pratende bezoekers die het je moeilijk maken om een schilderij tot je te nemen, maar die blijven zelden lang op dezelfde plek. Deze continue stroom van gesproken tekst vond ik, zeker in de omgeving van Vermeer, een kleine smet op een prachtige tentoonstelling. Het belang van de stilte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten