Ik had nog een vervolg zullen schrijven op het verhaal over Celibidache en de Zevende Bruckner bij de Berliner Philharmoniker. Dat moet nog even wachten. Komende week dirigeert Lahav de Negende bij ons en daarvan zijn van Celi ook repetities gefilmd. Niet in Berlijn maar bij zijn eigen orkest in München. Hij kent het orkest door en door, heeft het in de loop der jaren gevormd, en dat merk je. Van het eerste deel vond ik een kort fragment:
Celibidache zet Bruckner neer als een componist, anders dan alle anderen, uniek, en zo voert hij hem ook uit. Beroemd vanwege de langzame tempi. Het gaat om het begrip tijd. Celi formuleert het zo: bij Bruckner is tijd niet dat wat na het begin komt, maar dat wat na het einde komt. Een filosofische formulering die lastig te vatten is. Maar ik herinner me wel de bijzondere ervaring van tijd en het meevoelen met eindeloze tempi en enorme climaxen van de twee Bruckner-concerten die ik hem ooit in Amsterdam heb horen doen. Een bijna religieuze ervaring. Zo zijn de eerste maten muziek die je in dit fragment hoort, het lyrische thema van het eerste deel, ongekend langzaam en mild. Prachtig, maar niemand anders die dat zo kan doen. En hij is nog niet tevreden. Aandacht voor elke noot, betere indeling van de strijkstok. En eigenlijk hadden de musici dat inmiddels al wel moeten weten, al van nature moeten doen. 'Het kapitaal van het orkest' noemt hij dat. Een mooi begrip. Het resultaat van jaren intensief samenwerken waar je op verder kunt bouwen. En het is niet overdreven om te stellen dat een deel van dat kapitaal nog steeds in het orkest zit, zelfs 26 jaar na zijn dood. Het thema in de celli wordt ondergesneeuwd door de rest van het orkest, zelfs daar. Dat zal bij ons misschien ook gebeuren. 'Reich musizieren', maar altijd rekening houden met de balans. Die combinatie is een sleutel tot het succes van Celi.
Een langer fragment concentreert zich op het Adagio. Voor wie er nog niet genoeg van heeft:
Ook hier weer pogingen om de ervaring in woorden uit te drukken: das Ende im Anfang erleben. Toen hij dat principe eenmaal doorhad kon hij niet meer terug. Er zijn gelukkig ook begrijpelijker formuleringen. Als de klank te Italiaans is, te Undeutsch, vraagt hij om een langzamer streek, een donkerder geluid. Die Duitse klank zit veel meer in dit orkest dan bijvoorbeeld bij de Berliner. Op zoek naar de Grösse in de muziek, zijn Sinn für die Ewigkeit. Bruckner erleben, nicht verstehen, Je ziet Celi ook nog even in de werkkamer van Bruckner, waar zelfs de meubels nog hetzelfde zijn. Zou het het klooster van Sankt Florian zijn? De dirigent lijkt niet heel erg onder de indruk van het contact met deze heilige grond. Zijn contact met Bruckner vind toch vooral plaats in de noten. Die ontmoetingen zijn verleden tijd. Dit soort opnames zijn niet meer dan een zwakke afspiegeling. Maar toch inspireert het mij en laat het iets zien van de werkwijze van een van de belangrijke dirigenten van de vorige eeuw. En het zou mooi zijn als we de komende weken, al spelend, iets van deze Bruckner kunnen ervaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten