Geen programma is perfect, maar wat we komende week spelen heeft toch een aantal hele fijne ingrediënten. Het lijkt op het eerste gezicht een heel gewoon programma. Een ouverture, een soloconcert en een symfonie. Traditioneler kan het niet, behalve dan die prelude die er nog voor zit. Laten we het daar dan eerst maar over hebben. Debussy's Prélude á l'après-midi d'un faune is geen gewone prelude. Het is een inleiding maar niet op een opera maar op een gedicht. Een gedicht van Stéphane Mallarmé. Dat gedicht hoef je gelukkig niet te kennen om de muziek te waarderen, want mijn Frans is daar niet goed genoeg voor. De sfeer is uniek, een impressionistisch schilderij in klank omgezet. Het is een van die werken die gelden als voorbode van de moderne muziek, net als Wagners Tristan en de Sacre. Dan is deze lekker kort en natuurlijk met een betoverende fluitsolo. Het maakt niet uit of Juliette of Joséphine die speelt, in beide gevallen op zich al een reden om naar het concert te komen. En om dan toch even een link naar de tekst te maken; ik zou me kunnen voorstellen dat Debussy bij de laatste hobomelodie (8:27) dacht aan de slotzin: 'Couple, adieu; je vais voir l'ombre que tu devins.'
maandag 17 april 2023
Perfect programma?
Na deze Franse inleiding volgt het soloconcert, zoals in een traditioneel concertprogramma, maar met Poulenc als componist en het klavecimbel als solo-instrument zitten we wel op een ongebruikelijk spoor. Het klavecimbel zien we meestal als continuo-instrument bij oude muziek, zoals net nog bij de Matthäus-Passion. Daar moest het wel concurreren met twee orgels, een theorbe en een uitzonderlijk actieve continuo-cellist maar hoorbaar was het zeker. Ik vermoed dat daar voor de Poulenc wel wat versterking ingezet gaat worden maar heb hoge verwachtingen van solist Jean Rondeau dit zich als musicus opvallend profileert. Zoals te zien bij deze introductie op de Goldberg-variaties:
Poulenc is een originele componist die ik altijd graag gespeeld heb. Vooral kamermuziek, want voor orkest heeft hij niet veel gecomponeerd. Aangename muziek maar bijna altijd schuurt het wel een beetje. Hij stond op, wat mij betreft, één van de mooiste programma's van Yannick. Het Stabat Mater werd toen ook gecombineerd met Debussy, de Nocturnes, en Schubert, zijn Onvoltooide. Een onverwacht perfect, of dan toch zeker uitgebalanceerd programma. Komende week zou best eens in dezelfde categorie kunnen vallen.Na de pauze komen we dichtbij de 'music for the millions'. Maar wat voor muziek! En waarom ook niet? De 'echte' ouverture komt van Rossini, bekend van zijn opera Il barbiere di Siviglia. Daar had hij eerst een andere ouverture voor geschreven, vol Spaanse motieven. Na een paar voorstellingen verving hij die door de ouverture die hij gecomponeerd had voor Aureliano in Palmira en ook al gebruikt had voor Elisabetta, Regina d'Inghilterra. Blijkbaar maakte het verhaal niets uit, de muziek had zijn effect bewezen. En doet dat nog steeds. In de tijd dat ik nog weleens mee mocht praten over onze programmering stond Rossini steevast op mijn verlanglijstje. Altijd heerlijke effectieve muziek die je niet vaak genoeg kunt spelen of beluisteren. Daar dacht het Weense publiek destijds ook zo over, tot ergernis van Beethoven en Schubert. Maar zo vaak staat hij niet bij ons op de lessenaars, dus deze week is het weer feest. Kom en geniet: Wat nog ontbreekt is de symfonie: de Italiaanse van Mendelssohn. Over 'perfect' gesproken. Dat lijkt een stuk waar helemaal niets op aan te merken valt. Iedereen vindt het mooi, wordt er blij van. En toch wilde de componist het na de première nooit meer spelen. Hij heeft nog pogingen gedaan een betere versie te maken, maar dat is hem niet meer gelukt. Het grote mysterie is dat we niet weten wat hem ongelukkig maakte. Misschien zijn er theorieën over, maar voorlopig genieten we met volle teugen van de energie, de prachtige melodieën, de opgewektheid. Zelfs het laatste deel, verrassend genoeg in mineur, laat je met een goed gevoel achter:
En dan nog even over de dirigent. We kennen Maxim Emelyanychev nog niet, maar de berichten zijn veelbelovend. Een van die debuten waar ik me enorm op verheug en waarvan je je misschien achteraf, ook als publiek, gelukkig mag prijzen als je daar bij bent geweest. Ik leerde hem als luisteraar ooit kennen als continuo-speler in opnames van Mozart-opera's. De interpretaties van inmiddels ster-dirigent Currentzis konden mij weinig bekoren - ik hoor nog steeds niet bij zijn fans - maar wat deze man tijdens de recitatieven voor toeren op het klavecimbel uithaalde was helemaal raak voor mij. Hier is hij als dirigent aan het werk bij zijn orkest in Schotland: Is dit een perfect programma? Zeker niet. Dan had er meer onbekend repertoire, liefst een wereldpremière op moeten staan of een nog originelere opbouw moeten hebben. Maar ik kan me levendig voorstellen hoe er een grote glimlach op het gezicht van de bedenker zal zijn verschenen toen deze stukken zo op papier stonden. En met reden. Die glimlach deel ik graag. Het is een van de programma's van dit seizoen waar ik me het meest op heb verheugd en dat minstens zulke volle zalen verdient als laatst de Matthäus. Daarom wilde ik dit even kwijt.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten