zondag 16 september 2012

Wervelwind

Gergiev is weer even langs geweest.
Als een wervelwind.
Twee programma's, met voor elk twee repetities, en een concertante opera-uitvoering met zijn Mariinsky-gezelschap.
Mooie herinneringen kwamen boven, zeker bij Prokofjev, en dat is dan ook meteen de muziek waarbij het meest opvalt hoe hij zich blijft ontwikkelen.
Halverwege de eerste repetitie, waarschijnlijk waren we wat ongelijk, kwam de tandenstoker te voorschijn.
Zou hij nog ergens een dirigeerstokje hebben?
Repetities waren hectisch als altijd. Hij neemt de tijd voor passages, om uit te diepen, de rest wordt vooral doorgespeeld, als we geluk hebben in het goede tempo. Want bij tijdgebrek kan dat ook nog weleens wat sneller uitvallen. Hij geeft het orkest op zo'n manier een groot vertrouwen en wij zitten op het puntje van onze stoel.

Interessant, en niet altijd voorspelbaar, is het om te ervaren waar zijn aandacht naar uitgaat.
Also sprach Zarathustra, voor het orkest echt een lastig stuk, hebben we vooral doorgespeeld. Met een assistent hadden we de lastige overgangen al onder handen genomen. Valery pikt er één passage uit met vooral veel lage blazers, twee bastuba's, lage hoorns, trombones, contrafagot met contrabassen, en blijft herhalen totdat het karakter en de balans tussen de stemmen hem overtuigt (begin tot 0.48):
 En dat bepaalt de aanpak van het hele stuk.

Van Sjstsjedrin ging een lang (volgens sommigen te lang) pianoconcert, door Olli Mustonen meesterlijk gespeeld in aanwezigheid van de oude meester. De laatste jaren zorgt Gergiev steeds voor de aanwezigheid van hedendaags Russische repertoire in zijn programma's, zodat de levende componist ook kan worden toegejuicht. In dit geval was het overigens vooral zijn vrouw die, aan het begin van de avond, het applaus in ontvangst nam. Maja Plisetskaja was haar tijd als wereldberoemde ballet-danseres nog niet vergeten.

Maar ook aan de jeugd was gedacht, in de vorm van de 24-jarige winnaar van het Tsaikovski-concours, de Armeen Narek Hakhnazaryan, die het celloconcert van Dutilleux mocht spelen. Een razendlastig stuk, dat hij speciaal voor de gelegenheid had ingestudeerd. De laatste jaren heeft Gergiev zich intensief ingezet voor de muziek van de Franse componist, die, bijna honderd, ook nog leeft, en ook nu weer deed hij dat met verve en aandacht voor details. Voor Narek was het ook wel prettig dat hiervoor voldoende repetitietijd werd ingeruimd.  

Prokofjev is voor het orkest bekend terrein, maar er zaten vast collega's die het niet eerder hadden gespeeld.
En dan kan het lastig zijn met Gergiev.
Op de Finale lag zijn focus. Briljante muziek waarin hij, als een pianist, de accoorden verstaanbaar wilde maken, en de karakters in heldere kleuren schilderde. Toch overheerste voor mijn gevoel bij het concert uiteindelijk de nadruk op een meer innerlijk verhaal, de timing van de stiltes in een uitgesponnen langzaam deel. Zo kende ik Gergiev's Prokofjev nog niet.

Een noviteit voor de meesten van ons was Die Toteninsel van Reger. De Rachmaninov spelen we nog weleens, en ook nu weer met Gergiev, maar de Reger was mij onbekend. Prachtige Duitse laat-romantiek. Het maakt onderdeel uit van 4 symfonische gedichten naar werk van Arnold Böcklin. Ik zou die andere drie ook weleens willen horen en spelen.



Een andere vondst zat in het slotconcert, gisteren met Yannick: Chausson en zijn Poème de l'amour et de la mer. Ook laat-romantiek maar van Franse snit. Mezzo-sopraan Christianne Stotijn welhaast op het lijf geschreven. Het publiek in de Doelen was ontroerd, maar ik verwacht dat we ook in Parijs, Essen en Heerlen komende week wel wat gevoelige snaren kunnen raken: http://www.youtube.com/watch?v=E-VAeW2yce8&feature=relmfu.

In anderhalve week vier verschillende concerten onder deze twee dirigenten mogen spelen is een voorrecht.
Yannick opent na de reis ook nog het seizoen, Valery komt in december weer terug.
We mogen niet klagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten