zondag 8 september 2013

Festival

Een succesvol muziekfestival kan een sieraad voor een stad zijn.
We zien dat al jaren in Londen, dat met de Proms een serie heeft, die je nergens anders kunt plaatsen.
De Proms, dat is Engeland, dat is Londen.



Maar in Bremen hebben ze ook iets leuks: Musikfest Bremen.
We waren er nog niet eerder geweest met het orkest, voor zover ik weet.
We vormden de hoofdact van de openingsavond: eine grosse Nachtmusik.
Alle mogelijke soorten muziek op alle mogelijk locaties in de stad.
Wij speelden die avond drie keer, steeds voor een volle zaal met nieuw publiek. Die konden op hetzelfde moment ook voor een van de andere zeven locaties en ensembles kiezen.
Het mooie weer hielp natuurlijk, maar de sfeer was opperbest.
Bij de borrel na afloop werd de hoop uitgesproken dat we snel terug zouden komen, we hebben als havensteden tenslotte veel gemeen.
Ook Bremen lijkt door de oorlog zwaar getroffen, hoewel er nog veel mooie oude gebouwen staan, zoals rond het marktplein met de Bremer Stadsmuzikanten. Zou een dergelijk festival ook in Rotterdam mogelijk zijn, vroeg ik me met wat collega's af?

De culturele wind waait helaas momenteel niet in een gunstige richting.
Het Gergiev Festival, dat dit weekend plaats vond, moet het met veel minder geld doen.
Dat is vertaald in een grotere concentratie en minder dagen.
25 jaar Gergiev in Rotterdam wordt gevierd, en daar lijkt me alle reden voor.
Het was destijds een wonder dat we hem als chef-dirigent konden strikken, terwijl de hele muziekwereld aan hem trok. Maar niet minder uitzonderlijk is hoe we hem zo lang hebben kunnen vast houden en hoe hij loyaal blijft aan zijn Rotterdamse vrienden. Ook dit keer is het weer een feest hem terug te zien.
In Londen, bij de Proms, sprak ik nog een oud-collega die tegenwoordig bij het London Symphony zit, Gergievs huidige orkest. Veel soortgelijke ervaringen natuurlijk, maar daar zitten ze nu in de fase dat zijn periode tegen zijn eind loopt, in 2015. En hoe vaak zou hij daar daarna nog terugkeren?
Laten wij ons festival maar koesteren.

Ik vroeg natuurlijk ook meteen of ze al kandidaten  voor de opvolging hadden.
Simon Rattle was de enige naam die hij noemde, en die gisteren ook ineens in de pers verscheen. Dat zou een interessante match kunnen zijn. Vanuit Londen hebben ze altijd met scheve ogen naar Birmingham gekeken, toen hij daar chef was en een succesverhaal, inclusief prachtige nieuwe zaal, neerzette. Maar zeker ook met zijn plannen voor innovatie, nieuw repertoire, het bereiken van nieuw publiek.

En Londen bood nog meer muziek, in de vorm van beelden: Vermeer & Music.
Een tentoosntelling rond de meester uit Delft in relatie tot muziek.
De National Gallery heeft twee schilderijen waar ze er nu nog twee aan hadden toegevoegd. Een kende ik er nog niet: Zittende vrouw aan het virginaal. 

Dat was op zich al reden genoeg om het museum te bezoeken, vlak voordat we zouden doorreizen naar Bremen. De vraag in hoeverre je de schilderkunst van Vermeer met muziek kunt verbinden is wel een interessante, overigens. Het is vooral de stilte, die overheerst, denk ik, maar misschien schept dat juist wel weer ruimte voor muzikale klanken.

Mijn favoriete hoekje van de National Gallery is nog steeds zaal 66.
Daar hangen drie schilderijen van Piero della Francesca, een oude liefde van mij., dus daar ben ik ook weer even langs gelopen. Dan vallen je toch steeds weer nieuwe dingen op. Wat te denken van de houding van Josef op de Geboorte van Jezus: een oude man met zijn benen over elkaar:

Vanuit een vakantiehuis in de buurt van Arezzo heb ik ooit nog eens een groot aantal werken van Piero opgezocht. Daar hangen ze nog in het wild. Alsof je de Vermeers weer in Delft zou zien.
En ik wist dat ik op deze reis nog een Piero in Italië zou tegenkomen.
De laatste ochtend, in Rimini, stond ik voor het eerst in de Tempio Maletestiano voor het fresco met Sigmondo Malatesta voor Sint Sigismund. Hij hing overigens los op de muur. Gelukkig maar dat het nooit door een museum is ingepikt. Een bijzondere ruimte, daar in die mondaine Italiaanse badplaats.


Nog een paar nieuwtjes van het Gergiev Festival: als cadeau voor zijn zilveren jubileum kreeg Valery een
ouverture gepresenteerd. Hij mag het orkestwerk laten componeren door wie hij maar wil en wij gaan het spelen in 2015.
In zijn dankwoord legde Gergiev de nadruk op de jeugd, waar hij veel meer in wil investeren. In Rusland wil hij koorzang op de scholen promoten. In zijn jeugd was dat vanzelfsprekend, bij zijn zoon een leemte in het onderwijs. Muziek en cultuur als onmisbaar onderdeel van de opvoeding.
Dat lijkt me voor een festival een inspirerende uitdaging.
Het thema voor volgend jaar is ook alweer bekend gemaakt: de Eerste Wereldoorlog, die dan een eeuw geleden begon, zal de leiddraad vormen. Ik weet niet of de Russische muziek centraal zal staan, daar heb ik niet meteen een beeld bij.
Het eerste waar ik aan denk is het Celloconcert (1919) van Elgar. Maar daar ben ik dan weer cellist voor.
 

2 opmerkingen:

  1. Benjamin Britten - War Requiem? > geïnspireerd op anti-oorlogsgedichten van de Eerste Wereld Oorlog dichter Wilfred Owen.
    "My subject is War, and the pity of War. The Poetry is in the pity... All a poet can do today is warn." (Wilfred Owen)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zeker een stuk om weer eens uit te voeren - hoewel de associatie toch vooral WO2 is - en Gergiev zal er ongetwijfeld iets moois van maken.
    Je kunt misschien ook nog iets met de (linkerhand)stukken voor Paul Wittgenstein?

    BeantwoordenVerwijderen