zaterdag 24 januari 2015

Keuken

Wat voor het grootste deel van het publiek verborgen blijft, is hoe we tijdens de repetities komen tot het resultaat van de concerten. En zo hoort het ook. Als je het vergelijkt met de kok en zijn keuken, die ga je ook niet op zijn vingers kijken.
Toch kan het voor geïnteresseerden boeiend en leerzaam zijn, om mee te maken hoe een dirigent aan het werk gaat met het materiaal wat hij van het orkest aangereikt krijgt. Hoe ver gaat hij om het naar zijn eigen voorstelling om te vormen, waar legt hij de nadruk op, welke methodes gebruikt hij om zijn doel te bereiken? Vooral muziekstudenten zouden daar hun voordeel mee kunnen doen.
Ik verbaas me er weleens over hoe weinig daar bij ons gebruik van wordt gemaakt.
Met een conservatorium als buurman zou je toch, vooral bij de grootste namen, wel enkele tientallen studenten kunnen verwachten. Dat geldt overigens ook, in mindere mate, bij de grote solisten. Elke vioolstudent had vorige week kunnen profiteren van de aanpak van Tetzlaff en Ticciati in Mendelssohn. Ook als het niet naar je smaak is kun je er je eigen ideeën aan toetsen. En ik moet toegeven, dat ik, na talloze uitvoeringen met andere dirigenten en solisten, weer een aantal nieuwe ontdekkingen heb gedaan.
Ik zelf heb nog levendige herinneringen aan de repetities van giganten als Giulini en Bernstein, die ik in het Concertgebouw bezig heb gezien, maar ook repetities binnen het conservatorium met mensen als Frans Brüggen hebben me geholpen bij het vormen van mijn muzikale ideeën.
Soms worden orkestrepetities opgenomen.
Een klassiek voorbeeld is de dubbel-lp Birth of a performance, waarbij Bruno Walter de Linzer symfonie van Mozart repeteert en uitvoert. Deze staat nog, inclusief zakpartituur, in mijn platenkast.
Maar tegenwoordig is het ook te vinden op you tube.
Walter is een van de grote dirigenten van de eerste helft van de vorige eeuw, zeker ook voor Mozart. De stijl is misschien wat verouderd, hoewel me dat erg meevalt, maar prachtig om te beluisteren. Walter is zeer vasthoudend maar blijft erg beleefd naar de leden van het Columbia Symphony Orchestra, ooit speciaal voor hem opgericht voor het maken van plaatopnames.

Een ander orkest dat voor dat doel in de VS werd opgericht was het NBC Symphony Orchestra, voor Arturo Toscanini. Ook daar zijn repetities opgenomen, maar dat klinkt heel anders. Legendarisch zijn de woedeuitbarstingen. Piano!!

Ik heb nog een cd in mijn kast staan van een andere Italiaan, Guido Cantelli, die bij hetzelfde orkest de Vierde van Tsjaikovski repeteert. Hij staat niet op youtube, zo te zien.
Cantelli is nooit zo beroemd geworden omdat hij al jong verongelukte, want hij was een grote belofte. De Cosi fan tutte die ik van hem heb is echt topkwaliteit.
Die Tsjaikovski spelen we deze week, dus een reden om weer eens te luisteren.
Zijn opmerkingen, in een Engels met sterke Italiaanse tongval, zijn helaas niet allemaal goed te verstaan, maar met de muziek erbij kun je redelijk volgen welke aanpassingen hij vraagt.
In de eerste delen is hij vooral op zoek naar legato, een zingende klank, cantare! Hoe kan het anders bij een Italiaan. Een lekker rustig tempo, niet haasten, in het scherzo. De finale is heel effectief door een enorme duidelijke articulatie en geweldige energie.
Heel anders dan onze repetities met Stephane Denève.
Ook daar geen accentloos Engels, maar meer Frans gekleurd. Als hij 'terrific' wil gaan zeggen, klinkt het begin als 'terrible'. En 'eleven' is altijd weer even wennen.
Heel sympathiek en vol goede ideeën, dus dat is een leuke week met hopelijk mooie concerten.
Zijn solist Nikolai Znaider is tegenwoordig ook een gerespecteerde dirigent. Zelfs hij zal bij de repetities misschien nog wel wat ideeën opdoen.

De website van het orkest laat tegenwoordig ook wat kijkjes in de keuken toe.
Geen repetitiefragmenten, maar masterclasses van orkestleden. Solo-hoboïst Karel Schoofs bijt het spits af met de solo uit het Vioolconcert van Brahms.
Ter lering ende vermaeck.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten