zaterdag 3 januari 2015

Notenbeeld 1

In het werk van orkestmusicus leer je meer en meer je mogelijkheden en je beperkingen kennen.
De mogelijkheden zijn weliswaar niet oneindig maar voorlopig nog niet uitgeput.
Een belangrijke beperking is de tekst, de orkestpartij, het gedrukte materiaal, en alle aanwijzingen die daar in staan. Tegelijkertijd is dat ook een mogelijkheid, een ingang, om de componist te leren kennen.

Maar de beperking zit 'm in het moeten volgen van de instructies. En in de afhankelijkheid. Slechts weinigen van ons zijn het improviseren op serieus niveau machtig, en het memoriseren van een symfonie is niet erg gebruikelijk. Het zou een bijzondere uitdaging zijn, die in de meeste gevallen vele uren extra voorbereiding zou vergen.
Uitgesloten is het natuurlijk niet.

Het uitgangspunt voor ons werk, onze kunst, is de notentekst. De partituur en de partijen.
Vol met muzieknoten en andere details.
We realiseren het ons niet dagelijks, maar de woorden die gebruikt worden zijn vaktermen.
Veel Italiaans, af en toe ook Duits.
Over de betekenis hoeven we zelden lang na te denken.
Soms wel.
Regelmatig komt het voor dat zo'n aanwijzing aanleiding geeft voor verwondering, leidt tot onduidelijkheid of in de praktijk zal worden genegeerd.
Dan wordt het interessant.
Dit jaar wil ik eens langer stilstaan bij een aantal van die voorbeelden.
Een serie onder de titel 'Notenbeeld'.
Wat heeft de componist hier bezield? Waar haalt hij de omschrijving vandaan? En wat bedoelt hij ermee?
Mahler is zo iemand, die zijn partituren vol stopt met adviezen. Vooral voor de dirigent: niet haasten, niet vertragen. Dat soort werk. Vaak nog aangepast na eigen uitvoeringen.
Dat kon niet bij zijn Negende. Toen die voor het eerst werd gespeeld lag hij al onder de groene zoden.
Maar hij wist inmiddels wel zo'n beetje wat hij moest schrijven om het gewenste resultaat te bereiken.
En wat bedoelde hij dan in maat 440 van het eerste deel?
De muziek komt tot rust, wordt steeds zachter en langzamer, verinnerlijkt.
Een vioolsolo is net afgedaald naar de losse g-snaar, een harp plukt nog een paar noten en twee hoorns nemen het motief van de dalende secunde over van een klarinettenpaar. Dolcissimo. Is dat de sfeer waarin wij ons vibrando  moeten zoeken?
En vooral: in welk opzicht verschilt het van vibrato?
Duidelijker hoorbaar als het gebruikelijke vibrato wellicht. Was Mahler in New York op nieuwe (Amerikaanse) ideeën gebracht?
Overdrijving in de uitvoering van ons vibrato kostte weinig moeite in de week nadat we Penderecki's Threnody hadden uitgevoerd, maar ik ben er niet van overtuigd dat dat Mahlers opzet was.

Dan was Lutoslawski bepaald succesvoller in het omschrijven van zijn bedoeling.
In zijn Concert voor orkest kwam ik een term tegen die ik nog niet kende, maar die aan duidelijkheid niets te wensen overliet:

Mormorando.
Ik vermoed dat hij het zelf bedacht heeft.
Murmelend.
Van die snelle passages die heel zacht en onverstaanbaar moeten blijven.
Die (on)verstaanbaarheid is in dat tempo geen probleem, maar het risico dat je te sterk gaat spelen, vanuit de drang om jezelf de goede noten te willen horen spelen, is veel gevaarlijker.
Niet doen!

Dirigenten kunnen een componist in dit opzicht helpen.
Bij de Achtste van Sjostakovitsj kwam Saraste met de term; depressivo.
Daar had Dmitri zijn voordeel mee kunnen doen.

Tot slot nog een kampioen van de stille muziek, hoewel hij die reputatie slechts bij weinigen zal hebben. Maar wie van zijn collega's (van voor de moderne tijd) gaat zover in zijn uitersten van pianissimo als Tsjaikovski? Behalve misschien Verdi zou ik niemand weten.
Er is een beroemd, en zeer effectief moment, in het eerste deel van de Pathétique, vlak voor de uitbarsting van het Allegro vivo, waar de fagotsolo afdaalt naar pppppp! Een bijna onmogelijke taak voor een fagot, die daarom nog weleens door een basklarinet wordt vervangen.
Een veel minder dramatische moment vond ik afgelopen maand in de Notenkraker-suite. 
Aan het slot van de Arabische dans, waarin we eindeloos een bepaald begeleidingsmotief herhalen, wordt ons gevraag in de stilte te verdwijnen tot ppppp. Vijf p's.
Dat hadden er misschien best twee minder kunnen zijn:
Wel een mooie dynamiek om 2015 mee te beginnen.
Gelukkig nieuwjaar!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten