Niets te melden gehad?
Zou ik niet zeggen.
Er gebeurt genoeg waarover geschreven kan worden.
Te druk gehad?
Druk was het zeker maar tijd voor een klein stukje moet altijd te vinden zijn.
Blijkbaar ontbrak de drive.
Maar er zijn ook momenten dat ik het mis.
Met teksten ben ik altijd wel bezig.
Deze dagen moet er een toelichting over de laatste symfonie van Sostakovitsj en de ouverture voor de laatste opera van Rossini worden gemaakt.
Sjostakovitsj roept altijd vragen op. Wat verborg hij in zijn muziek? Deze Vijftiende lijkt echt vol met raadsels te zitten, waar het Rossini-citaat een van de meest opvallende is.
Maar die Guillaume Tell is ook een curieus geval.
Kenners beschouwen het als Rossini's beste opera - geschreven voor Parijs vlak voor de revolutie van 1830 - maar het was meteen ook zijn laatste. En dan dat originele begin met vijf cellosoli.
Er valt veel over te melden, dus de belangrijkste vraag lijkt: wat laat je weg? En ga je vragen beantwoorden of leg je het vooral bij de lezer neer?
Altijd weer een interessante uitdaging.
Zeker omdat het over muziek gaat waar ik van hou, die ik ken.
Of beter: denk te kennen. Want je ontdekt altijd weer zoveel nieuws.
We spelen het eind januari, met Gergiev.
Misschien is er tegen die tijd wel reden om er op deze plek nog wat dieper in te duiken.
Het Gergiev Festival natuurlijk met een spannende Damnation.
Volop Lahav, waar Moois nog een boeiend item aan heeft gewijd.
Zonde dat dat programma op TV Rijnmond van de buis gaat.
En er was weer eens een mooie compositie voor ons orkest geschreven.
Prélude à une nuit américaine van Mathilde Wantenaar werd door musici en publiek hoog gewaardeerd. Ze is nog jong, dus daar kunnen we nog veel interessants van verwachten.
Tegelijkertijd was er deze week ook het trieste nieuws van Theo Verbeij, zeker nog niet oud, een beetje mijn generatie, die als componist prachtige werken heeft nagelaten maar zelf besloot een punt achter zijn leven te zetten.
Over generaties gesproken, vorige week werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt.
Gianandrea Noseda keerde na zestien jaar voor het eerst weer terug bij ons orkest.
En dan behoor je bij de mensen die hem nog hebben meegemaakt, zoals ik, of niet.
Moet ik mij zelf al bij de ouderen gaan rekenen?
Het was een feestelijk weerzien met prachtige concerten.
Zo'n lange afwezigheid van een dirigent, ooit onze vast gast, die het internationaal heel goed doet, betekent toch dat er ergens iets is misgegaan toen of in de tussentijd.
Ik denk dat het herstellen van zo'n relatie ongelooflijk belangrijk voor een orkest kan zijn.
De terugkeer van David Zinman vorig jaar, na een nog veel langere periode, paste ook in die ontwikkeling. Maar toen hoorde ik nog bij de groep die hem nooit had meegemaakt.
Ik ben na meer dan 25 jaar tenslotte pas aan mijn derde chef-dirigent.
En kan nog elk jaar met ze alle drie muziek maken.
Dat is best een unieke situatie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten