vrijdag 1 oktober 2021

Kraker

Er zijn zo van die muziekstukken die bij een bepaalde periode van het jaar horen. De Mattheus Passie natuurlijk. Die spelen we altijd voor Pasen, het liefst in de laatste week. Ik kan het werk ook best in de zomer horen, maar dat zal in Nederland nog lastig worden. Daar zijn ze in sommige buitenlanden vast makkelijker in. Hij zal in Londen tijdens de Proms, in de zomer, vast weleens geklonken hebben. Een ander voorbeeld is de Notenkraker van Tsjaikovski. Minder strikt misschien, maar toch wel echt kerstmis. Althans dat merkte een collega op toen we deze als toegift repeteerden voor een concert in Boekarest vorig weekend.

Ik denk niet dat je dat meteen aan de muziek hoort, maar het verhaal speelt zich op kerstavond af, wat vooral betekent een kerstboom en cadeautjes. En magie natuurlijk. Het is prachtige muziek, late Tsjaikovski. Bijna de periode van de Pathétique, de symfonie waarmee Lahav ooit in 2016 bij ons debuteerde. Hij had nu de Mars van de speelgoedsoldaatjes als toegift na de Vijfde gekozen voor het eerste van de twee concerten in Boekarest. Een eenvoudig deeltje, veel repeteren was niet nodig. Een dankbaar publiek en we kennen de muziek natuurlijk goed. Niet alleen van de suite. Ook het hele ballet hebben we tien jaar geleden nog met Yannick gespeeld:


Toch werd het een heel ander verhaal toen we de week daarna met Gergiev aan de suite gingen repeteren. Je weet nooit hoe hij zijn repetitietijd indeelt en met een lastig modern stuk en een onbekende symfonie van Sjostakovitsj leek de Tsjaikovsky het minst urgent. Maar de maestro had er zin in en stak zijn bewondering voor deze partituur niet onder stoelen of banken. En dat zouden we weten, ook. Zo duurde het een hele tijd voordat we aan die Mars, het tweede deel van de suite, toekwamen. Het openingsdeel (Ouverture miniature) waar wij als cellisten niet in meespelen, kostte zeker een half uur, en bood dus vooral gelegenheid om te luisteren naar wat de maestro te melden had. Een masterclass. Je voelt dat hij het theater door en door kent. Niet alleen de opera maar ook het ballet en de enorme traditie van het Mariinsky. Daar had Tsjaikovski de muziek in 1892 voor gecomponeerd. Uitgebreid wordt aan de klank gewerkt, aan de karakters geschaafd, naar de goede balans gezocht. Het meesterschap in de orkestratie wordt bij deze veel gespeelde muziek nog al eens vergeten maar alleen al een snelle blik op zo'n Dans van de suikerfee, met celesta en basklarinet, zegt al genoeg.
Of de voorbereidingen in het concert uiteindelijk ideaal uitpakten weet ik niet, de recensies waren gemengd, maar die repetitie zal ik niet snel vergeten.

Als kers op de taart kon ik de volgende avond ook nog naar een uitvoering van een paar deeltjes Notenkraker in een over-akoestische kerk in Leiden luisteren. Met veel genoegen, overigens. Niet alleen omdat twee van mijn kinderen in het studentenorkest meespeelden, maar ook door de combinatie die ze maakten met de versie van Duke Ellington. Ik had de suite van Ellington vroeger weleens gehoord en heb een aantal van zijn andere lp's grijs gedraaid maar werd toch weer aangenaam verrast door wat Ellington met Billy Strayhorn had gemaakt. Lekker gespeeld ook door de jonge talenten in het Peter Beets Henk Meutgeert New Jazz Orchestra. Maar de gelegenheid, die de Leidse Hofjesconcerten boden, om tussendoor ook delen in de originele versie, gespeeld door het Practicum Musicae Orkest, te horen was absoluut uniek. Een swingende jazz-band en een enthousiast balletorkest die met gelijksoortig materiaal aan de haal gaan. Zoiets zou ik best vaker willen horen. De Notenkraker komt bij ons in Rotterdam weer langs rond kerst, zoals het hoort. En ook daar verheug ik me weer op. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten