donderdag 15 december 2022

Nog even over de Schepping

 Ik kan het niet nalaten nog even te reageren op mijn eigen tekst over Haydns Schöpfung. Ik vermeldde het herontdekte Celloconcert in C als een vroege liefde en het concert in D als onvermijdelijk proefspelstuk. Er zullen weinig cellocollega's zijn aangenomen zonder dat lastige stuk voor een proefspelcommissie te hebben gespeeld. En voor de een is dat een grotere hobbel dan voor de ander. Vooral in de eerste maten moet je je zenuwen te baas kunnen. Dat soort lastige passages zitten niet in dit oratorium. De grote instrumentale soli zitten meer in de eerste violen en houtblazers, die natuurlijk voor de vogels en andere mooie dieren worden opgetrommeld. Wij zijn, samen met altviolen en contrabas aan de beurt bij de walvissen: 

Maar er zit ook nog een mooie cellomelodie tegen het eind van de aria Mit Würd' und Hoheit angetan. Het is het moment dat er over de liefde tussen de eerste mensen wordt gezongen. Adam en Eva dus eigenlijk, maar die komen pas in het derde deel aan het woord. Jan Willem geeft ons de ruimte, dus we kunnen er iets moois van maken. Maar hoe prominent dat moment voor zijn tijdgenoten was blijkt uit de reactie van broer Michael Haydn, die een verwijzing naar deze passage gebruikt als slotzin van zijn brieven: 'Denk aan mij in liefde, zoals in Die Schöpfung met de obligate cello'! Vanaf 2:32:
Wij spelen de melodie overigens met de hele groep. Hoe mooi Haydn voor koor en cellosolo kan componeren toont hij vooral in zijn Paukenmesse, die hij min of meer in dezelfde tijd componeerde. Beluister hier het Qui Tollis (vanaf 2:51): 
Haydn hield van de cello, dat kan niet anders. Hij zal zeker ook goede cellisten in zijn omgeving hebben gehad, die we nu nog dankbaar mogen zijn.

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten