donderdag 25 maart 2010

Opwarmertje

Er wordt weleens gezegd dat een traditioneel concertprogramma bestaat uit : ouverture - soloconcert -pauze - symfonie. Daar zit natuurlijk een idee achter.
Een solist is wel zo prettig, een extra attractie voor het publiek. Bovendien heeft het voor het orkest ook voordelen. Doorgaans wordt er wat minder tijd aan een begeleiding besteed dan aan de andere stukken en als de solist van topklasse is, kan dat heel inspirerend werken.
De symfonie is natuurlijk het pièce de resistance, waarin de dirigent zijn ei kwijt kan en het orkest kan laten horen wat het waard is.
Maar wat doet die ouverture daar dan?
Een opwarmertje? De mensen die net te laat zijn de gelegenheid geven de solist nog te kunnen horen?

Ouvertures zijn meestal geschreven als begin van een opera, voor het theater dus. Om in de sfeer van het begin van het verhaal te komen, of soms al vooruitwijzend op een later sleutelmoment. Publiek wakker schudden, tot stilte manen, de aandacht voor het podium opeisen, het kan allemaal bij de mores van de operapraktijk hebben behoord, en dus in het achterhoofd van de componist hebben meegespeeld.
Maar zou die ook gedacht hebben aan een orkestconcert, zonder enscenering, zonder theater, en als voorbereiding op een instrumentaal solo-concert? Vast niet.

Die bedoelingen van de componist zijn natuurlijk ook niet heilig. Ze verdienen respect. Maar Wagner bijvoorbeeld, heeft zijn eigen ouvertures toch ook vaak in de concertzaal uitgevoerd. En die had hele specifieke ideeën over de manier waarop de luisteraar zijn muziek moest ondergaan.
Dus waarom zouden wij dan deze week niet ons programma openen met de Prelude tot Aida? 'Antiek Toerisme' heet het programma, dat op deze manier begint in de tijd van de farao's. Geen opwarmertje voor de violen overigens, want die moeten meteen met de billen bloot, in hun karakterschets van de Ethiopische slavin. Ook de priesters komen nog even langs, in de celli, maar de rest van het verhaal, inclusief paarden en olifanten, wordt aan de fantasie van de luisteraar overgelaten. Die krijgt daar alleen nauwelijks de kans voor.
Spoedig volgen andere priesters, die aan de overkant van de Rode Zee hun bacchanaal dansen uitmondend in de striptease van een verdorven prinses. Vooral dat laatste is ook zeer suggestieve muziek. Maar het verhaal van Aida is daarmee helaas uit het geheugen verdrongen.

Er zou iets voor te zeggen kunnen zijn om ouvertures in de concertzaal niet als begin, maar als afsluiting van de avond te plannen, een soort open einde. Met een stevige symfonie voor de pauze en in de tweede helft een solist. Een geliefde topper, die met naam aangekondigd wordt, maar zonder te vermelden welk stuk hij gaat spelen, als verrassingselement.
En als toetje een ouverture. Met voor de mensen die de opera kennen het voordeel dat ze na het verlaten van de Doelen nog verder kunnen genieten van hun herinneringen daaraan.
We kunnen natuurlijk ook gewoon een hele opera spelen, maar dat komt later dit seizoen nog wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten